Thema analyse:

Geschillencommissie en Oudercommissie

Geschillencommissie Kinderopvang - Analyse uitspraken                                                                                                     

Geschillencommissie en Oudercommissie

De Geschillencommissie Kinderopvang behandelt jaarlijks gemiddeld tien zaken die worden ingediend door een Oudercommissie (verder te noemen: OC). Tussen een OC en een kinderopvangorganisatie (verder de noemen: ondernemer) kan een geschil ontstaan over het uitoefenen van het adviesrecht van de OC. In de voorgelegde zaken speelt vooral de vraag of de ondernemer wel (op de juiste wijze) advies aan de OC heeft gevraagd in verband met prijswijzigingen die de ondernemer wil doorvoeren. In deze thema-analyse bespreken we de kwesties die in dit kader aan de Geschillencommissie worden voorgelegd en op welke gronden de commissie vervolgens tot een uitspraak komt.

Wat is een OC?
Een OC is een commissie die bestaat uit een aantal ouders van een kinderopvang. Zij vertegenwoordigen alle ouders van de kinderen die op de betreffende locatie worden opgevangen. Het doel van een OC is om in samenwerking met de ondernemer de kwaliteit van de opvang te waarborgen.

Juridisch kader

  • Wet Kinderopvang (Wko), paragraaf 3, artikelen 1.58, 1.60 lid 1,2,3,5,7 en 1.66b Wko.
    In paragraaf 3 van de Wko staan de regels met betrekking tot het instellen en het functioneren van de OC, het adviesrecht dat een OC heeft en de overige rechten van de OC en verplichtingen van de ondernemer die hiermee samenhangen.
  • over 1.58 Wko

  • Over 1.60 lid 1,2,3,5,7 Wko

  • Over 1.66 b Wko

Over artikel 1.58 Wko

Iedere ondernemer is wettelijk verplicht een OC in te stellen wanneer door de ondernemer meer dan 50 kinderen worden opgevangen (of wanneer er meer dan 50 gastouders zijn aangesloten bij een gastouderbureau). Ligt het aantal op te vangen kinderen lager (of het aantal aangesloten gastouders lager) dan mag er alternatieve ouderraadpleging (AOR) plaatsvinden, waaraan geen wettelijke eisen zijn gesteld (1.58 Wko). Van een ‘kleine’ ondernemer wordt overigens wel verwacht dat hij/zij probeert om een OC op te zetten. Lukt dat niet dan voldoet een AOR, waarbij ouders ook om advies wordt gevraagd.

Deze wetsartikelen vormen de grondslag voor de commissie in haar uitspraken. De bevoegdheid van de commissie om geschillen tussen een OC en een ondernemer te behandelen, volgt naast de Wko ook uit het reglement van de commissie. 

Het reglement van de Geschillencommissie Kinderopvang, artikel 3
Artikel 3 van het reglement van de Geschillencommissie Kinderopvang bepaalt dat de commissie de taak heeft geschillen tussen: 

  1. consument en ondernemer te beslechten, voor zover deze betrekking hebben op een ouder met een contract en een ouder zonder contract.
  2. OC en ondernemer te beslechten, voor zover deze betrekking hebben op een (voor)genomen besluit door de ondernemer over een of meerdere onderwerpen als bedoeld in artikel 1.60 eerste lid van de wet, alsmede tussen partijen overeengekomen afspraken aanvullend op voornoemd wettelijk kader.

Algemene lijn

Kijken we naar de uitspraken van de Geschillencommissie Kinderopvang, dan kunnen we een algemene lijn onderscheiden in de afweging die zij maakt.

Geschillen over het adviesrecht van de OC

  • Uitgangspunt voor de commissie is dat in alle gevallen waarin de OC adviesrecht heeft, dit advies bij elk voorgenomen besluit van de ondernemer ook daadwerkelijk aan de OC wordt gevraagd.
  • Het adviesrecht dat de OC heeft (ten aanzien van de onderwerpen genoemd in artikel 1.60 lid 1 Wko) is geen instemmingsrecht. De OC mag adviseren, maar instemming is niet vereist wanneer de ondernemer een tariefsverhoging wil doorvoeren. Dit geldt overigens voor alle punten die genoemd zijn waarvoor de OC een wettelijk adviesrecht heeft.
  • Een technische correctie van de prijs is in feite een prijsverhoging. Hierbij kan worden gedacht aan het aanpassen van de berekeningsmethodiek voor het aantal opvanguren dat in rekening wordt gebracht. Bij voorgenomen prijsverhogingen dient de ondernemer de OC altijd om advies te vragen, dus in geval van een technische correctie van de prijs ook.
  • De ondernemer dient de OC voldoende informatie te verschaffen die nodig is om redelijkerwijs te kunnen adviseren.  De vraag is hier wat redelijk is.
    Redelijk is:
    - dat de informatie voldoende is en tijdig wordt gegeven;
    - de informatie die nodig is, op grond van de concrete situatie en de concrete adviesaanvraag; dit kan niet in algemene zin beantwoord worden en kan per situatie verschillen;
    - in ieder geval niet het geven van algemene/globale informatie, dat is onvoldoende;
    - in ieder geval niet om (op verzoek van de OC) de ondernemer te verplichten zeer specifieke bedrijfsgegevens, zoals winst- en reserve gegevens te verstrekken.

  • De ondernemer mag afwijken van een uitgebracht negatief advies van de OC, als de ondernemer schriftelijk en gemotiveerd aan de OC laat weten dat het advies van de OC niet in het belang is voor de kinderopvang, of dat het belang van de kinderopvang zich verzet  tegen het advies van de OC. Zo kan het noodzakelijk zijn dat de prijs wordt verhoogd. De ondernemer dient dat wel aan te tonen door de noodzaak van de prijsverhoging te onderbouwen.
  • Of er sprake is van onvoldoende onderbouwing van de ondernemer om af te afwijken van het negatief advies van de OC, toetst de commissie marginaal. Dat betekent dat de commissie alleen toetst of de ondernemer bij afweging van de betrokken belangen redelijk heeft gehandeld.
  • De commissie toetst marginaal omdat de ondernemer zelf verantwoordelijk is en blijft voor zijn bedrijfsvoering en dus voor (de prijs van) de kinderopvang. Hem/haar komt dan ook een zekere mate van beoordelings- en beslissingsvrijheid toe.
  • De adviestermijn vangt aan op het moment dat de ondernemer zijn beargumenteerde adviesaanvraag aan de OC heeft voorgelegd.
  • Wanneer de OC de haar gegeven adviestermijn laat verlopen (terwijl zij ook negatief had kunnen adviseren) zal de commissie de OC niet ontvankelijk verklaren in haar klacht.

Overige belangrijke overwegingen van de commissie over de OC:

  • Wanneer leden van een OC namens alle ouders van de opvang zijn gekozen, hebben ze het recht advies te geven aan de ondernemer over een aantal in de wet (Wko) genoemde onderwerpen. Wanneer hierover tussen de OC en de ondernemer een geschil ontstaat, kan dit geschil aan de Geschillencommissie worden voorgelegd. 
  • Wanneer de leden van een OC hun taken hebben neergelegd, dan kunnen zij de OC niet meer vertegenwoordigen bij de Geschillencommissie. Pas wanneer er nieuwe OC leden zijn benoemd, kan de OC een geschil bij de Geschillencommissie indienen.
  • Individuele leden van een OC mogen niet optreden namens de overkoepelde, Centrale OC. Daartoe is een individueel OC-lid niet bevoegd.
  • De OC mag geschillen met de ondernemer die gaan over haar wettelijk adviesrecht aan de Geschillencommissie voorleggen. De OC mag geen ander soort geschillen indienen, zoals een verzoek tot compensatie (schadevergoeding) namens ouders; de OC is beperkt tot advieszaken. De ouders dienen met een verzoek om compensatie zelf een klacht in te dienen bij de ondernemer en daarna eventueel de weg naar de Geschillencommissie te bewandelen.
  • Andersom kan een consument/ouder individueel geen beroep doen op een bepaling die betrekking heeft op het adviesrecht van de OC en dus ook alleen geldend is voor de OC. Een consument kan zich dus niet beroepen op termijnoverschrijding voor het indienen van een tariefswijziging door de ondernemer. Dit recht komt alleen de OC toe.
  • Leden van de OC moeten hun taak als lid  van de OC kunnen uitvoeren zonder daarbij de angst te hebben dat de opvangovereenkomst voor zijn/haar kind(eren) word(t)(en) opgezegd.
  • De leden moeten zonder angst de belangen voor alle ouders kunnen behartigen zonder dat het uiten van punten van kritiek naar de ondernemer toe, tot tegenwerking van de ondernemer leidt.

Relevante uitspraken

In de onderstaande uitspraken heeft de commissie een oordeel gegeven in verband met het adviesrecht van de OC

Adviesrecht betekent niet dat de OC instemming moet verlenen
Het adviesrecht van de  OC is geen instemmingsrecht is in die zin dat zonder instemming van de oudercommissie de door de ondernemer voorgestelde tariefsverhoging niet kan doorgaan, oordeelt de commissie in uitspraak (156916/177390, 2022)

Technische correctie is een prijsverhoging, waarvoor advies moet worden gevraagd aan de OC
In uitspraak 202374/205334 weerspreekt de commissie het argument dat een technische correctie van de contracturen kinderopvang kan worden ingevoerd zonder eerst advies aan de oudercommissie te vragen, omdat deze correctie niet zou vallen onder de in de wet genoemde onderwerpen waarover de OC advies dient te worden gevraagd. Het gaat hier om een correctie in de berekening van de contracturen kinderopvang per jaar. Onder de prijs van kinderopvang wordt verstaan de kosten van de kinderopvang. Nu de correctie in de berekening van de contracturen een verhoging van de te betalen kosten voor de kinderopvang inhoudt, is naar het oordeel van de commissie artikel 1.60 lid 1 sub f Wet kinderopvang van toepassing en is de ondernemer gehouden advies aan de OC te vragen over zijn voorgenomen besluit.  Omdat de OC ten onrechte niet gevraagd is voor advies, is de klacht gegrond.

De OC dient over alle informatie te beschikken die redelijkerwijs nodig is om te kunnen adviseren
Dit oordeelt de commissie in uitspraak 198021/202468 (2023). De ondernemer heeft in deze zaak alle informatie verstrekt die redelijkerwijs nodig was om te kunnen adviseren. De overige informatie waarom aanvullend is verzocht, ziet de commissie als gewenste informatie die niet redelijkerwijs noodzakelijk was om tot een advies te kunnen komen. De ondernemer heeft voldoende (financieel) onderbouwd hoe zij tot het verhogingspercentage is gekomen. De OC had op basis daarvan een advies uit kunnen brengen, vooral nu locatie-afhankelijke aspecten door de gekozen systematiek geen rol spelen in de tariefsaanpassing.

Welke informatie is redelijkerwijs nodig om adviesrecht OC goed te kunnen uitoefenen?
Deze vraag heeft de commissie beantwoord in uitspraak 200955/213266 (2023). In deze zaak was voor de OC een redelijk inzicht nodig in bedrijfseconomische gegevens op het organisatorische niveau waarop de OC functioneert, dus op vestigingsniveau. De ondernemer heeft de verplichting alle informatie die de OC redelijkerwijs nodig heeft schriftelijk te verstrekken om  zo goed invulling te  geven aan haar adviesrecht en het uitgebrachte advies kan verantwoorden tegenover de ouders die zij vertegenwoordigt.

Welke informatie dat is en of de ondernemer deze zonder meer dient te verstrekken, is afhankelijk van de concrete situatie en de concrete adviesaanvraag en kan niet in algemene zin beantwoord worden. In goed overleg met de OC dient vastgesteld te worden welke informatie dan minimaal noodzakelijk is.

OC heeft niet duidelijk aangegeven welke informatie ze mist
De commissie oordeelt dit in uitspraak 63541/109618 (2021, groepsklacht). De OC stelt dat de ondernemer niet genoeg informatie heeft gegeven en geen extra informatie geeft. Volgens de ondernemer heeft hij alle vragen duidelijk beantwoordt en de informatie gegeven waarom de OC heeft gevraagd. Daarnaast heeft hij meerdere aanpassingen gedaan op basis van het advies, zo stelt de commissie vast. De onderbouwing voor het afwijken van het advies had wel beter gemoeten.

Globale info geven door ondernemer is onvoldoende
De commissie komt tot het oordeel in uitspraak 200008/206231 (2023) dat de ondernemer in verband met de prijsveranderingen de OC globale informatie heeft gegeven en dat dat onvoldoende is. De ondernemer had meer specifiek antwoord moeten geven op de nadere vragen van de OC over bestaande prijsverschillen, nu daar uitdrukkelijk om was gevraagd. Zeker nu prijsverschillen (differentiatie) buiten de bandbreedte (= percentage dat mag worden afgeweken van het gemiddelde) vallen en de ondernemer daarover geen uitleg heeft gegeven, oordeelt de commissie dat onvoldoende is onderbouwd hoe de ondernemer tot het percentage van prijsverhoging is gekomen.

Onterecht zeer gedetailleerde info door OC  aan ondernemer gevraagd
De ondernemer was naar het oordeel van de commissie in uitspraak 194036/197395 (2023) niet verplicht de OC de winst- en reservegegevens te verstrekken. De ondernemer heeft voldoende aangetoond dat de tariefverhoging in het belang is van en noodzakelijk is voor de door hem geboden kinderopvanggelegenheid en dat hij bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid heeft kunnen besluiten de tariefverhoging, in afwijking van het advies van de OC. Aan de ondernemer komt de vrijheid toe om zijn eigen beleid te voeren en te bepalen op welke wijze hij zijn doel met zijn onderneming wil bereiken. De commissie is van oordeel dat de ondernemer hier adequaat en voldoende gemotiveerd heeft gereageerd op de bezwaren en vragen van de oudercommissie.

Ondernemer heeft beleidsvrijheid en om die reden toetst de commissie marginaal
In uitspraak 156916/177390 (2022) staat de commissie stil bij de beleidsvrijheid die een ondernemer heeft. In beginsel komt aan de ondernemer de vrijheid toe om zijn eigen beleid te voeren en te bepalen op welke wijze hij zijn doel met zijn onderneming wil bereiken. De commissie dient die beleidsvrijheid van de ondernemer te respecteren.

Om die reden toetst de geschillencommissie slechts marginaal. De commissie toetst uitsluitend  of de ondernemer bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot het aangevochten besluit heeft kunnen komen. Bij een marginale toetsing moet, zo overweegt de commissie in uitspraak 200955/213266 (2023) in het oog worden houden dat de ondernemer verantwoordelijk is en blijft voor zijn bedrijfsvoering en dus voor de prijs van de kinderopvang. Hem komt dan ook een zekere mate van beoordelings- en beslissingsvrijheid toe.

Adviestermijn vangt aan op het moment  dat ondernemer de adviesaanvraag bij de OC heeft neergelegd
Het standpunt van de OC dat de afgesproken adviestermijn pas ingaat vanaf het moment waarop de OC vindt dat zij voorzien is van voldoende informatie gaat slechts gedeeltelijk op. De commissie oordeelt in uitspraak 200955/213266 (2023) dat een redelijke uitleg van het reglement van de OC met zich meebrengt dat de adviestermijn begint op het moment dat de ondernemer zijn beargumenteerde adviesaanvraag aan de OC heeft voorgelegd. Een redelijke adviestermijn biedt ruimte voor een extra informatieronde (schriftelijk of mondeling) waarin eventuele vragen van de OC kunnen worden beantwoord.  Wanneer de OC dan oordeelt dat er nog steeds niet voldoende informatie is, zal zij negatief kunnen adviseren. Anders, bij het steeds weer vragen om meer informatie aan de ondernemer, zou  de OC het adviestraject kunnen frustreren, omdat dan de adviestermijn steeds in tijd opschuift. In deze zaak is de OC niet-ontvankelijk in haar klacht, omdat door het uitblijven van een advies van de OC de ondernemer bij het nemen van zijn besluit niet heeft kunnen beschikken over een advies van de OC. De commissie kon vervolgens ook niet toetsen of de ondernemer in redelijkheid is afgeweken van het advies van de OC. Dit was er immers niet.

In de onderstaande uitspraken heeft de commissie een oordeel gegeven met betrekking tot andere zaken over de OC
In de onderstaande uitspraken heeft de commissie een oordeel gegeven over andersoortige geschillen rond de oudercommissie. Een deel betreft  de bevoegdheid van (de leden van) de OC.

Leden van de OC die vrijwillig hun functie als lid hebben neergelegd, kunnen geen geschil meer aan de Geschillencommissie voorleggen.
Tot dit oordeel komt de commissie in uitspraak 26930-41302 TA (2021). De leden van de OC hebben in deze zaak vrijwillig hun functie als lid van de OC neergelegd en ter beschikking gesteld. Hiermee hebben zij afstand gedaan van de rechten en plichten die horen bij het lidmaatschap van een OC en zijn niet langer bevoegd taken voor of namens de OC uit te voeren. Het vertegenwoordigen van de OC bij de behandeling van een ingediende klacht, waaronder een hoorzitting van de commissie hoort dan ook niet langer tot de bevoegdheden van de voormalig leden van de OC. Aangezien er nog geen nieuwe leden voor de OC zijn gekozen en geïnstalleerd, bestaat er momenteel geen bevoegde vertegenwoordiging van de OC.

Voorzitter lokale OC, die geen lid is van de Centrale OC, kan niet namens de Centrale OC een klacht bij de Geschillencommissie indienen
Tot deze conclusie komt de commissie in uitspraak 55488/62438 (2021).De commissie oordeelt dat de lokale voorzitter niet bevoegd is om namens de Centrale OC een klacht in te dienen. Het argument dat deze lokale OC de enige is die de afgelopen (corona)tijd heeft deelgenomen aan de Centrale OC en dus bevoegd zou moeten zijn, vormt geen uitzondering hierop. De klacht is niet-ontvankelijk.

Lid OC moet taak kunnen uitoefenen zonder angst voor opzegging opvangovereenkomst kinderen
Tot dit oordeel komt de commissie in uitspraak 36543/39864 (2021). Volgens de consument heeft de ondernemer de opvangovereenkomst van zijn dochters opgezegd om hem kwijt te raken als voorzitter van de OC en om te voorkomen dat hij door zou gaan met klagen over de hoge doorloop van leidsters op de babygroep. De commissie oordeelt dat de ondernemer de overeenkomst onterecht heeft beëindigd omdat een lid van de OC zijn taak moet kunnen uitvoeren zonder bang te zijn voor gevolgen. De klacht is gegrond.

Consument kan zich niet beroepen op de termijn voor indiening tariefswijziging; dat recht komt alleen de OC toe
Volgens de consument heeft de ondernemer voor de jaren 2019 en 2020 een tariefswijziging doorgevoerd, zonder dat hij daarvoor op tijd een adviesaanvraag aan de OC heeft gedaan. De commissie oordeelt in uitspraak 37996/45377 (2021)dat de datum 1 september alleen strekt tot bescherming van het belang van de OC  en niet tot bescherming van het individuele belang van de consument. Omdat de datum niet bedoeld is om het belang van de consument te beschermen, kan de consument zich daar niet met succes op beroepen. De klacht is daarom ongegrond.

OC kan niet namens ouders compensatie bij de Geschillencommissie vragen
De commissie legt in deze uitspraak 182944/187411 (2023) uit dat een verzoek om compensatie buiten het adviesrecht van de OC valt. Op het verzoek om de ouders te compenseren kan de commissie geen beslissing geven, omdat aan de OC hier geen direct belang en dus ook geen vorderingsrecht toekomt. Enkel de ouders zelf hebben hier mogelijk een (financieel) belang. De OC kan geen verzoek doen bij GC om ouders te compenseren nu dit buiten haar adviesrecht  valt. De OC is daarom niet bevoegd om schadevergoeding te claimen. Dit zullen de ouders zelf moeten doen.

Vragen?!  Wij helpen je graag en persoonlijk. 

Bel ons op nummer 0900-1877
(gratis, maandag t/m vrijdag van 09:00-16:00 uur)
Of stuur ons een BERICHT (24/7)

Vragen?!   

Bel ons gratis : 0900-1877
(ma-vrij van 10:00-13:30 uur)
Of stuur een BERICHT (24/7)

Vragen?!  Wij helpen je graag en persoonlijk. 

Bel ons op nummer 070-3105310 (maandag t/m vrijdag van 09.00-17.00 uur)

"Ik vond het een heel fijn initiatief en vond het erg fijn dat ik snel te woord werd gestaan en geholpen werd. Bedankt voor de snelle en prettige hulp!"

"Ik vond het een heel fijn initiatief en vond het erg fijn dat ik snel te woord werd gestaan en geholpen werd. Bedankt voor de snelle en prettige hulp!"