Commissie: kinderopvangOudercommissie
Categorie: Oudercommissie
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
182944/187411
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Het geschil heeft betrekking op de vraag of de ondernemer de opvanglocaties mocht sluiten vanwege de hitte en of ouders gecompenseerd dienen te worden voor niet geleverde opvanguren. De ondernemer heeft op twee middagen al zijn opvanglocaties in Nederland gesloten en heeft dit besluit gebaseerd op protocollen. De sluiting is drie dagen tevoren aangekondigd. Deze protocollen waren de oudercommissie niet bekend en de ondernemer heeft voor het eerst op 9 januari 2023 een hitteprotocol voor advies aan de oudercommissie voorgelegd. De ondernemer beroept zich in verband met de sluiting op overmacht en wenst de ouders niet te compenseren. De oudercommissie is van mening dat hier sprake is van wanprestatie van de ondernemer.
De commissie heeft geoordeeld dat de sluiting een aangelegenheid is op het gebied van veiligheid, gezondheid en openingstijden. De ondernemer dient een sluiting eerst ter advisering aan de oudercommissie voor te leggen. Dat heeft de ondernemer niet gedaan en daarmee heeft de ondernemer gehandeld in strijd met de Wet kinderopvang.
De sluiting hield verband met een hittegolf en naar het oordeel van de commissie had het hier voor alle betrokkenen duidelijk moeten zijn onder welke (extreme) weersomstandigheden van de ondernemer al dan niet meer mag worden verlangd de kinderopvanglocatie geheel of ten dele open te houden. Van de ondernemer mag in redelijkheid worden verlangd dat hij beschikt over (een door de oudercommissie bekeken) en met de ouders gecommuniceerd hitteprotocol, waarin is vermeld of en, zo ja, welke voorzieningen en maatregelen zijn getroffen om bij extreme hitte een verantwoorde en veilige werkomgeving voor medewerkers, c.q. opvangplek voor kinderen, te garanderen. Een dergelijk protocol is er niet en daarom ontbreekt een (duidelijke) maatstaf waaraan het besluit tot sluiting kan worden getoetst. De ondernemer treft hiervan een verwijt. De klacht is dan ook gegrond.
Op het verzoek om de ouders te compenseren kan de commissie geen beslissing geven, omdat aan de oudercommissie hier geen direct belang en dus ook geen vorderingsrecht toekomt. Enkel de ouders hebben hier mogelijk een (financieel) belang bij. Wel wijdt de commissie hier in haar beoordeling een overweging ten overvloede aan.
Volledige uitspraak
Standpunt van de oudercommissie
Voor het standpunt van de oudercommissie verwijst de commissie naar de overgelegde stukken en naar hetgeen de oudercommissie tijdens de mondelinge behandeling naar voren heeft gebracht. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Vrijdag 15 juli 2022 om 19:16 uur hebben alle ouders van de kinderen aan wie de ondernemer kinderopvang bood een bericht ontvangen over de voorgenomen sluiting van al zijn vestigingen in Nederland op de middagen van maandag 18 juli en dinsdag 19 juli 2022.
De ondernemer heeft op maandag 18 en dinsdag 19 juli 2022 vanaf 13.00 uur daadwerkelijk al zijn kinderopvanglocaties in Nederland gesloten, terwijl andere kinderopvanglocaties in Bussum gewoon open zijn gebleven. De ondernemer wenst de ouders niet te compenseren voor de toen niet verleende kinderopvang.
De ondernemer baseert zijn besluit om alle vestigingen op genoemde middagen te sluiten op het protocol Veiligheidscode en het protocol Veilig Slapen. Deze protocollen, die de oudercommissie niet eerder dan in het kader van deze procedure bekend waren, bevatten wel bepalingen over warmte maar vermelden niets over sluiting van de kinderopvanglocatie bij (te) warm weer. De ondernemer heeft voor het eerst op 9 januari 2023 een hitteprotocol voor advies aan de oudercommissie voorgelegd.
Met betrekking tot de sluiting beroept de ondernemer zich op overmacht en hij wenst de ouders niet te compenseren voor de wel betaalde, maar niet verleende uren kinderopvang op genoemde data. Hiermee verschilt de ondernemer van opvatting niet alleen met de oudercommissie maar ook met Boink en andere instellingen in de kinderopvangbranche. De oudercommissie is echter van mening dat in dit geval geen sprake is van overmacht, maar van wanprestatie van de ondernemer.
De ondernemer heeft de oudercommissie niet om advies gevraagd over de sluiting. Zou de ondernemer dat wel hebben gedaan dan zou het advies van de oudercommissie zijn geweest de ouders voor de niet geleverde opvanguren te compenseren en niet over te gaan tot (landelijke) sluiting van al zijn locaties maar de sluiting te differentiëren naar locatie.
De oudercommissie verlangt dat de ondernemer alsnog alle betreffende ouders compenseert voor de niet geleverde maar wel gecontracteerde opvanguren op genoemde data.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Zowel het managementteam als de ondernemingsraad van de ondernemer kreeg op donderdag 14 en vrijdag 15 juli 2022 veel telefoontjes van medewerkers met zorgen over de voorspelde extreme hitte en daar heeft de ondernemer naar geluisterd. Bij de extreme hitte zoals voorspeld voor maandag 18 en dinsdag 19 juli 2022 vond de ondernemer het onverantwoord om zijn medewerkers (die overigens al langere tijd enorm onder druk stonden) te laten werken op de vestigingen. Medewerkers van een kinderdagverblijf hebben de verantwoordelijkheid voor veel kinderen, moeten voor hen zorgen en hen bij hitte juist extra aandacht en zorg geven. Anders dan bij andere bedrijven en instellingen hebben medewerkers van een kinderdagverblijf bij extreme hitte niet de mogelijkheid om vroeger op de dag te beginnen, het rustiger aan te doen, vaker te pauzeren, verkoeling te zoeken etc. Zou die mogelijk voor die medewerkers wel bestaan dan zou een onveilige situatie kunnen ontstaan die de ondernemer te allen tijde wil voorkomen.
Omdat weersvoorspellingen meestal nogal variëren en de ondernemer niet de kans wil lopen een te zware maatregel te treffen als de temperaturen toch zouden meevallen, kan een beslissing om vestigingen te sluiten eigenlijk alleen op een relatief laat moment worden genomen. Pas toen op vrijdag 15 juli 2022 laat op de middag bleek dat er op een hitterecord werd afgestevend, heeft de ondernemer in verband met de veiligheid van de kinderen en zijn medewerkers de knoop doorgehakt en de ouders geïnformeerd al zijn kinderopvanglocaties op de middagen van maandag 18 en dinsdag 19 juli 2022 te sluiten.
De ondernemer heeft de ouders voor die sluiting niet gecompenseerd, omdat hij de voorspelde temperaturen boven de 40℃ beschouwt als overmacht en in overmachtsituaties wordt er niet gecompenseerd. Het is de ondernemer bekend dat BOINK hierover anders adviseert en aangeeft dat ouders wel recht hebben op compensatie.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft op grond van de door partijen overgelegde stukken en hetgeen de oudercommissie tijdens de mondelinge behandeling naar voren heeft gebracht, het volgende overwogen.
Een sluiting als deze is een aangelegenheid op het gebied van veiligheid, gezondheid en openingstijden. Daarom dient de ondernemer een besluit daarover eerst ter advisering aan de oudercommissie voor te leggen. Vast staat dat de ondernemer de oudercommissie niet de gelegenheid heeft geboden om advies uit te brengen over zijn voorgenomen besluit de kinderopvanglocatie op 18 en 19 juli 2022 ’s middags te sluiten. Daarmee heeft de ondernemer gehandeld in strijd met artikel 1.60 aanhef en sub c. van de Wet kinderopvang.
De sluiting hield verband met de hittegolf in juli 2022 met soms extreem hoge temperaturen. Het is een feit van algemene bekendheid dat het –zeker het laatste decennium –in de zomer steeds warmer wordt en langer en vaker (extreem) heet is. Tegen die achtergrond dient het voor alle betrokkenen (zoals de ouders, de oudercommissie, de ondernemer en de medewerkers) kenbaar en duidelijk te zijn onder welke (extreme) weersomstandigheden van de ondernemer al dan niet meer mag worden verlangd de kinderopvanglocatie geheel of ten dele open te houden. Daarom mag in redelijkheid van de ondernemer worden verlangd dat hij beschikt over een door de oudercommissie becommentarieerd en met de ouders gecommuniceerd hitteprotocol, waarin is vermeld of en, zo ja, welke voorzieningen en maatregelen zijn getroffen om bij extreme hitte een verantwoorde en veilige werkomgeving voor medewerkers, c.q. opvangplek voor kinderen, te garanderen.
Dat roept de vraag op of de ondernemer beschikte over een dergelijk protocol. De commissie beantwoordt deze vraag ontkennend en wel om de volgende redenen. De door de oudercommissie overgelegde protocollen Veiligheidscode en Veilig Slapen bieden geen deugdelijke grondslag voor de sluiting omdat deze niet specifiek ingaan op sluiting van de kinderopvanglocatie bij warm weer. Uit het feit dat de ondernemer geen hitteprotocol heeft overgelegd en dat de oudercommissie pas zeer recent een adviesaanvraag hierover heeft ontvangen, leidt de commissie af dat de ondernemer destijds nog niet beschikte over een hitteprotocol. Als gevolg daarvan ontbreekt een (duidelijke) maatstaf waaraan het besluit tot sluiting kan worden getoetst. De ondernemer treft hiervan een verwijt.
Op grond van de voorgaande overwegingen acht de commissie de klacht van de oudercommissie gegrond.
Ten overvloede overweegt de commissie nog het volgende. Onderdeel van de klacht van de oudercommissie vormt ook het verzoek dat de ondernemer de betreffende ouders dient te compenseren voor de op 18 en 19 juli 2022 niet geleverde maar wel gecontracteerde opvanguren. De commissie is van oordeel dat zij op dit onderdeel van de klacht niet kan beslissen omdat aan de oudercommissie te dien aanzien geen direct belang en dus ook geen vorderingsrecht toekomt. Enkel de ouders hebben hier mogelijk een (financieel) belang bij. Desalniettemin overweegt de commissie in dit verband wel nog het volgende.
Nu de (extreme) hitte al langer voorzienbaar is geweest, er een hitteprotocol ontbrak en de oudercommissie onweersproken heeft aangevoerd dat de op de betreffende locatie aanwezige voorzieningen niet tot een (volledige) sluiting noodzaakten, kan de ondernemer zich voor het sluiten van de locatie op grond van de in het maatschappelijk verkeer levende opvattingen niet met succes beroepen op overmacht. Immers van overmacht is pas sprake als de tekortkoming niet is te wijten aan zijn schuld, noch krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt. Daar komt nog bij dat de ouders zeer kort van tevoren zijn geïnformeerd over zijn besluit tot sluiting van de gehele opvanglocatie. Met dit besluit heeft de ondernemer de ouders verrast, waardoor het zeer wel aannemelijk geacht moet worden dat zij in die korte tijd geen vervangende kinderopvang hebben kunnen regelen. Dit leidt tot de slotsom dat de ondernemer op dit punt jegens de ouders, die het betreft, tekort is geschoten in de nakoming van zijn contractuele verplichtingen.
Nu de klacht van de oudercommissie door de commissie gegrond is bevonden, dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie het door de oudercommissie betaalde klachtengeld aan haar te vergoeden.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht van de oudercommissie gegrond;
– bepaalt dat de ondernemer aan de oudercommissie binnen veertien dagen na verzending van dit bindend advies een bedrag van € 25,– ter zake van het door haar betaalde klachtengeld dient te voldoen.
Aldus beslist op 13 januari 2023 door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit de heer mr. J.M.P. Drijkoningen, voorzitter, mevrouw drs. J.W. Rutjens MPA en de heer drs. H. Grachten, leden, in aanwezigheid van de heer mr. L.G.H. Cox, secretaris.