Commissie: kinderopvang
Categorie: -
Jaartal: 2025
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Schikking ter zitting
Referentiecode:
817059/966978
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument diende een klacht in over de eenzijdige wijziging van de opvangovereenkomst door de ondernemer, waarbij de mogelijkheid tot flexibele vakantieopvang voor haar zoon verdween. De consument werkt onregelmatig en was gebaat bij het bestaande contract dat elf flexibel inzetbare vakantiedagen per jaar toestond. De ondernemer voerde aan dat deze regeling bedrijfseconomisch en administratief niet langer uitvoerbaar was, en bood ouders standaardcontracten van 40 of 48 weken aan. Tijdens de zitting verklaarden beide partijen bereid te zijn om alsnog tot een oplossing te komen. Binnen twee weken bereikten zij een schikking. De ondernemer zal het oorspronkelijke flexibele contract tot einddatum 31 juli 2029 blijven nakomen. De zoon van de consument wordt administratief opgenomen in het systeem als 40-wekenkind, maar de consument behoudt de mogelijkheid om tot vier weken voorafgaand aan een vakantie opvangdagen aan te vragen, waarvoor opvang wordt gegarandeerd. Financiële spreiding over de jaarfacturen is eveneens overeengekomen. Ter zitting is er een schikking bereikt.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Kinderopvang (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 12 mei 2025 te Den Haag.
Partijen zijn ter zitting verschenen en hebben hun standpunt nader toegelicht. De consument werd daarbij vergezeld door haar echtgenoot, de heer [naam]. De ondernemer werd vertegenwoordigd door de heer [naam], algemeen directeur. De heer [naam] heeft de zitting digitaal bijgewoond.
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de eenzijdige wijziging van de opvangovereenkomst voor de zoon van de consument. De consument verwijt de zorgaanbieder dat door die wijziging een flexibele opvang voor de zoon in vakantieweken niet meer mogelijk is.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Voor hun inmiddels 8-jarige zoon heeft de consument al vier jaar een BSO-contract met de ondernemer op grond waarvan een flexibele vakantieopvang mogelijk is. De consument en haar echtgenoot werken onregelmatig, de consument werkt in de zorg, en mogelijke vrije dagen zijn pas acht weken van tevoren bekend. Op basis van de overeenkomst die de consument met de ondernemer heeft gesloten was het flexibel inzetten van 11 dagen per jaar mogelijk. De opvangovereenkomst is aangegaan op 1 januari 2021 en eindigt op 31 juli 2029.
In december 2024 heeft de ondernemer te kennen gegeven dat de overeenkomst eenzijdig zou worden gewijzigd waarbij de flexibele opvang zou verdwijnen en gekozen diende te worden voor een opvangcontract van 40 of 48 weken. Het nieuwe contract is op 1 januari 2025 ingegaan en geldt voor alle ouders. Het opvangtegoed voor de vakantiedagen van 2025 is verwijderd. De consument is het niet eens met die eenzijdige wijziging en vraagt een oordeel van de commissie.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De ondernemer heeft vanwege bedrijfseconomische redenen een wijziging moeten aanbrengen in de opvangcontracten. Een flexibele opvangregeling voor de vakantiedagen was niet langer haalbaar.
De wijziging van de contracten heeft voor veel ouders geleid tot een kostenbesparing. Bijna alle ouders waren dan ook tevreden met de aanpassing en de oudercommissie is daarover op een juiste wijze geïnformeerd. De ondernemer heeft begrip voor het standpunt van de consument maar helaas is een voortzetting van de flexibele regeling niet langer administratief uitvoerbaar.
Beoordeling van het geschil
Ter zitting is naar voren gekomen dat partijen alsnog willen trachten om met elkaar tot overeenstemming te komen. Daarop heeft de voorzitter partijen voorgesteld om na het sluiten van de zitting een regeling met elkaar te beproeven. Partijen hebben met dat voorstel ingestemd.
Bij bericht van 23 mei 2025 (zijdens de ondernemer) en 26 mei 2025 (zijdens de consument) hebben partijen te kennen gegeven dat zij overeenstemming hebben bereikt over de opvangovereenkomst en vakantieregeling voor de zoon.
Partijen zijn het volgende overeengekomen:
– Het BSO-contract met betrekking tot de flexibele vakantieopvang voor de zoon wordt nagekomen tot aan het einde van de contractperiode, te weten tot 31 juli 2029.
– Om deze regeling administratief in het systeem te verwerken, zal de zoon op een 40-wekenbasis in het systeem van de ondernemer worden opgenomen.
– De consument kan tot uiterlijk vier weken voorafgaand aan een vakantie de benodigde opvangdagen aanvragen. Voor de aangevraagde dagen wordt door de ondernemer de garantie afgegeven dat de zoon op die dagen wordt opgevangen.
– De afgenomen dagen voor de zomervakantie van 2025 worden administratief/financieel gespreid over de resterende maandfacturen van 2025. Voor de vakantieopvangdagen vanaf 2026 geldt dat de kosten daarvan volledig gespreid zullen worden over de facturen voor het gehele jaar.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Schikking/Beslissing
De commissie verklaart de tussen partijen gemaakte afspraken zoals die hierboven zijn opgenomen bindend.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit de heer mr. L. Verheij, voorzitter, de heer mr. E.A.J. Vergouwen en mevrouw mr. M. Stroetenga, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.C. Quint, secretaris, op 12 mei 2025.
