Commissie: kinderopvang
Categorie: -
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ongegrond
Referentiecode:
801846/825871
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Het geschil draait om de eenzijdige beëindiging van de opvangovereenkomst door de ondernemer. De ondernemer stelt dat de zoon van de consument dagelijks betrokken is bij incidenten zoals duwen, slaan en bijten, waardoor de veiligheid van andere kinderen in gevaar komt. Ondanks begeleiding van professionals is er onvoldoende gedragsverandering opgetreden. De consument betwist dit beeld en voelt zich onvoldoende geïnformeerd over de incidenten.
De ondernemer heeft de consument sinds april 2024 op de hoogte gehouden van de zorgen en heeft meerdere professionals ingeschakeld. De adviezen werkten echter alleen in een één-op-één setting, wat binnen de opvang niet haalbaar was. De commissie oordeelt dat de ondernemer voldoende inspanningen heeft verricht en dat de opzegging gerechtvaardigd is.
Daarnaast heeft de ondernemer de consument tijdig geïnformeerd en de wettelijke opzegtermijn gerespecteerd. Hoewel de commissie betreurt dat er geen alternatieve oplossing is gevonden, verklaart zij de klacht ongegrond.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Kinderopvang (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 23 december 2024 te Den Haag. De beide ouders van [naam] waren ter zitting aanwezig. Namens de ondernemer waren mevrouw [naam] (bedrijfsjurist), mevrouw [naam] (kwaliteitsmanager) en mevrouw [naam] (locatiemanager) aanwezig.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de vraag sprake was van een zwaarwegende reden die de opzegging van de overeenkomst rechtvaardigt, of de ondernemer zorgvuldig heeft gehandeld in de opzegging van de overeenkomst.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De ondernemer heeft de opvangovereenkomst per 5 januari 2025 beëindigd vanwege zwaarwegende redenen. De zoon van de consument heeft een taalachterstand, waarvoor de consument aan onderzoeken heeft meegewerkt en diverse professionals zijn ingeschakeld voor advies. Het advies van de orthopedagoog is niet gelijk opgepakt door de ondernemer en het advies van het audiologisch centrum is helemaal niet opgepakt.
Ook komen de gesprekken die de consument met regelmaat met de ondernemer voert niet overeen met de verslaglegging door de ondernemer.
De consument heeft contact opgenomen met [organisatie], maar daar is een wachttijd. De ondernemer heeft in de opzegging de mogelijkheid geboden om binnen vier weken een observatie plaats te laten vinden, maar dat is niet haalbaar.
De consument wil graag dat haar zoon op de opvang kan blijven.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Wat aan de uitspraak voorafging
De zoon van de consument ontvangt sinds 2023 opvang bij de ondernemer. In december 2024 is de opvangovereenkomst door de ondernemer eenzijdig beëindigd. Middels een verkorte procedure heeft de consument hierover een geschil aanhangig gemaakt bij de commissie. De mondelinge behandeling van het geschil heeft plaatsgevonden op 23 december 2024.
Tijdens de mondelinge behandeling is in overleg met partijen besloten om het onderhavige geschil aan te houden. Partijen kregen de gelegenheid samen tot een onderlinge oplossing voor het geschil te komen. Op 21 januari 2025 heeft de commissie vernomen dat tussen partijen geen oplossing is bereikt. Nu een onderlinge oplossing niet meer tot de mogelijkheden behoort, gaat de commissie over tot inhoudelijke beoordeling van het geschil.
Toetsingskader
Ingevolge artikel 10 lid 3 en artikel 11 lid 2 van de Algemene Voorwaarden is de ondernemer bevoegd de overeenkomst op te zeggen op grond van een zwaarwegende reden. Als zwaarwegende reden worden in artikel 11 lid 2 van die Algemene Voorwaarden in ieder geval de situaties aangemerkt dat het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is en dat het kind en/of de ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de ondernemer mag worden verwacht. De ondernemer treedt in dat geval in overleg met de ouder om te zoeken naar een voor alle partijen acceptabele oplossing. Ook dient een redelijke opzegtermijn (minimaal één maand) in acht te worden genomen.
Op grond van artikel 11 lid 4 van de Algemene Voorwaarden kan een consument die het niet eens is met de beslissing van de ondernemer om de toegang te weigeren een verkorte procedure bij de commissie starten, zoals in dit geval is gebeurd.
Is sprake van een zwaarwegende reden?
De ondernemer heeft aangevoerd dat de zoon van de consument dagelijks betrokken is bij meerdere incidenten die te maken hebben met duwen, trekken, slaan en bijten. Volgens de ondernemer hebben de adviezen van professionals onvoldoende gedragsverandering te weeg gebracht. De situatie is voor de pedagogisch medewerkers niet meer houdbaar en de ondernemer kan de veiligheid van andere kinderen niet meer garanderen. De consument herkent dit beeld niet en zegt hierover niet eerder geïnformeerd te zijn. Ook is de consument van mening dat de overeenkomst te vroeg is beëindigd, nu de consument nog bezig was met het oriënteren op integrale vroeghulp.
Uit het observatierapport zoals door de ondernemer aangeleverd blijkt dat sinds eind 2023 diverse incidenten hebben plaatsgevonden. De incidenten zien op duwen, trekken, slaan en bijten. De zorgen rondom het gedrag van [naam] zijn reeds in april 2024 met de consument besproken. Daarop zijn diverse professionals betrokken, waaronder een orthopedagoog, kinderfysiotherapeut en logopedist. Uit het gespreksverslag van 9 oktober 2024 blijkt dat de adviezen van de professionals worden ingezet, maar dat dit alleen effect heeft in een één-op-één begeleiding of in een kleine groepssetting.
Naar het oordeel van de commissie heeft de ondernemer zich voldoende ingespannen om gedragsverandering te bewerkstelligen, maar nu dit onvoldoende is gelukt is sprake van een zwaarwegende reden die de opzegging van de overeenkomst rechtvaardigt.
Wijze van opzegging
De ondernemer heeft de opzegtermijn in acht genomen. Ook blijkt uit het gespreksverslag van 9 oktober 2024 dat de mogelijkheid dat de opvang beëindigd zou worden uitgebreid en tijdig met de consument besproken is. Indien integrale vroeghulp geen optie zou zijn, zou de ondernemer tot beëindiging van de overeenkomst over moeten gaan. In de brief van 5 november 2024 is dit nogmaals gemotiveerd toegelicht aan de consument. De consument is dan ook gewaarschuwd conform de Algemene Voorwaarden.
Het is te betreuren dat het partijen in de aanvullende periode niet is gelukt tot een oplossing te komen, zeker omdat [naam] met plezier gebruik maakte van de opvang. In tegenstelling tot wat de consument aangeeft had de commissie wel degelijk vertrouwen in het vinden van een passende oplossing, al dan niet bij het kindcentrum in de directe nabijheid.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht van de consument ongegrond.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, mevrouw drs. J.W. Rutjens MPA, mevrouw E.C. Rosemünd, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. S.M.E. Balfoort, secretaris, op 23 december 2024.
