
Commissie: Kinderdagverblijf
Categorie: Contract
Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
117670
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Als een ondernemer besluit een jaarlijkse studiedag in te voeren voor de medewerkers van de kinderopvang, kan hij er niet van uit gaan dat de ouder voor deze dag betaalt. In de Algemene voorwaarden staat niets over sluiting vanwege een studiedag en doorberekening hiervan aan de ouders. De ondernemer daarom geen kosten in rekening brengen.
Het geschil betreft de eenzijdige wijziging van de overeenkomst en communicatie daarover door de invoering door de ondernemer van een studiedag op een opvangdag en het aan de ouders blijven doorberekenen van de opvangkosten van die dag.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het betoog van de consument op het volgende neer.
De consument heeft op 1 mei 2018 via een app van de kinderopvang kennis genomen van het bericht dat vanaf dit jaar jaarlijks een studiedag zal worden georganiseerd. Deze dag valt dit jaar op 28 september 2018. De crèche is die dag dicht en er zal geen opvang plaatsvinden. Onder verwijzing naar aanvullende voorwaarden heeft de ondernemer laten weten dat de consument voor deze dag wel dient te betalen.
De consument stelt dat in de laatste wijzigingsovereenkomst met betrekking tot de opvang van haar twee kinderen, van 22 september 2017 uitsluitend verwezen wordt naar de algemene voorwaarden van de ondernemer. In die voorwaarden is opgenomen dat individuele aanvullingen dan wel uitbreidingen van de algemene voorwaarden schriftelijk tussen de ondernemer en de ouder moeten worden overeengekomen. Voorts volgt uit de algemene voorwaarden dat de ondernemer de ouders schriftelijk op de hoogte dient te stellen van een wijziging van de algemene voorwaarden. Van beide is volgens de consument geen sprake geweest. Het bericht van 1 mei 2018 bevat slechts een mededeling en de consument was voordien niet op de hoogte van aanvullende voorwaarden en heeft daar ook niet mee ingestemd.
De consument benadrukt dat zij geen enkel bezwaar heeft tegen een studiedag en er begrip voor heeft dat de opvang die dag dicht is. Zij maakt wel bezwaar tegen de kosten die haar voor deze dag wel in rekening worden gebracht, terwijl zij geen gebruik kan maken van de opvang en zelf een dag extra vrij zal moeten nemen. Ook maakt de consument bezwaar tegen de wijze waarop een en ander gecommuniceerd is. Naar haar mening kan de ondernemer niet eenzijdig bepalen dat de consument dient te betalen voor een studiedag waarop zij geen opvang kan afnemen.
In goed overleg met de ondernemer is besloten het voorgaande aan de commissie voor te leggen.
De consument wenst dat niet betaald behoeft te worden voor de studiedag als op die dag geen gebruik gemaakt kan worden van de opvang, dan wel dat wel betaald wordt voor de studiedag maar dat zij ieder jaar recht heeft op een inhaaldag die dan niet wordt gefactureerd.
Ter zitting is door de consument – in hoofdzaak – nog het volgende aangevoerd.
De consument geeft nogmaals aan geen enkel bezwaar te hebben tegen de studiedag, wel tegen de verkapte kosten die deze voor haar meebrengen. Strikt juridisch is het volgens haar ook niet mogelijk om de kosten voor deze dag bij haar in rekening te brengen. De consument heeft er bij het aangaan van de overeenkomsten mee ingestemd dat feestdagen in rekening gebracht worden, alsmede vakantiedagen die niet afgenomen worden. Deze kosten waren bekend, daar heeft zij mee ingestemd en daar maakt zij dan ook geen bezwaar tegen. Bovendien zijn de meeste werknemers vrij gedurende de feestdagen dus geeft het geen praktische problemen dat de opvang dan dicht is. In dit geval ontstaat wel de noodzaak om een extra vrije dag te nemen.
Voorts pakt de studiedag erg willekeurig uit zodat alleen de ouders die op de studiedag opvang afnemen betalen daarvoor, de andere ouders niet.
Ook wijst de consument erop dat de mogelijkheid om op deze manier op basis van de aanvullende voorwaardenveranderingen door te voeren, de deur openzet voor allerlei volgende (onbegrensde) wijzigingen, zoals bijvoorbeeld een uitbreiding naar zelfs een maandelijkse studiedag.
De consument neemt opvang af voor twee kinderen van 7:00 uur tot 18:00 uur, vier dagen per week. Zij is bijna € 200,– kwijt per opvangdag.
De ondernemer heeft inderdaad als compromis voorgesteld om een dag te ruilen maar dat is lastig voor de consument omdat de ruildag binnen een week voor of na de studiedag moet worden afgenomen. In het geval van de consument gaat het dan om de woensdag voor of na de studiedag. Bovendien geldt dit aanbod alleen voor dit jaar en volgend jaar speelt dit probleem weer.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het betoog van de ondernemer op het volgende neer.
Het document waarin de aanvullende voorwaarden van de ondernemer zijn opgenomen is eigenlijk niet meer dan een document waarin de ondernemer uitlegt wat de werkwijze is van de ondernemer als het gaat om diverse onderwerpen die eerder opgenomen waren in een informatieboekje en een hoofdstuk in het locatiejaarplan. Het betreft praktische informatie over bijvoorbeeld kennismaking, ruilbeleid, sluitingsdagen, opvang bij ziekte etc. In de loop van 2016 is al deze informatie bij elkaar gezet in één document, dat de ondernemer de ‘aanvullende voorwaarden’ van de ondernemer heeft genoemd. Het betreft een aanvulling op de algemene voorwaarden, maar geen wijziging van de algemene voorwaarden. De ouders zijn over dit nieuwe document niet nadrukkelijk geïnformeerd omdat het niet ging om een inhoudelijke wijziging van de werkwijze maar om een modern en digitaal jasje voor deze werkwijze.
Bij het opstellen van het jaarplan 2018 heeft de ondernemer besloten dat de jaarlijkse studiedag, die er enkele jaren eerder ook was, opnieuw geïntroduceerd zou worden. Dit past bij het meerjarenplan van de ondernemer en bij de landelijke ontwikkelingen in de branche die aansturen op het structureel onderhouden van de kennis en vaardigheden van de medewerkers in de kinderopvang. Het plan is voor advies aan de Centrale Oudercommissie voorgelegd en deze heeft hierover een positief advies gegeven. De jaarlijkse studiedag is toegevoegd bij het kopje “sluitingsdagen” in de aanvullende voorwaarden versie 2018-04-06 en vervolgens zijn de ouders per nieuwsbrief hierover geïnformeerd. De nieuwsbrief wordt via een ouder-App aan de ouders gezonden.
De ondernemer is van mening dat hij een jaarlijkse studiedag mag organiseren tijdens een opvangdag en dat deze opvangdag berekend mag worden in de contracturen. De ondernemer verwijst naar informatie op de website van BOinK, waar een enkele studiedag naast de feestdagen genoemd wordt als uitzondering op de regel dat geen kosten in rekening mogen worden gebracht voor uren die niet afgenomen kunnen worden. De ondernemer is voorts van mening dat hij de consument tijdig en volledig heeft geïnformeerd.
De consument is aangeboden dat zij de dag waarop de studiedag gepland is mag ruilen.
Ter zitting is door de ondernemer – in hoofdzaak – nog het volgende aangevoerd.
De ondernemer is lid van de Bracheorganisatie Kinderopvang en maakt gebruik van de voorwaarden van deze brancheorganisatie. In deze voorwaarden is niets opgenomen over studiedagen.
De ondernemer is zich er terdege van bewust dat hij opvang biedt op dagen dat ouders werken en dus afhankelijk zijn van de opvang. Daarom is ook gekozen voor slechts één studiedag en voor een vrijdag omdat dit een rustige dag is. Voor het overige wordt door de medewerkers in hun eigen tijd aan hun ontwikkeling gewerkt en hebben ouders daar dus geen last van.
Voor ouders die echt in de problemen komen door de studiedag zal de ondernemer er alles aan doen om te bekijken of opvang op de locatie op een andere dag mogelijk is. In dat geval is er geen sprake van een prijswijziging.
Voor zover er sprake is van een aanpassing van het beleid, is dit aan de Centrale Oudercommissie voorgelegd en die heeft positief geadviseerd. Of met de Oudercommissie de verdeling van de kosten besproken is (verdelen over alle ouders of zoals nu doorberekenen aan de ouders die opvang afnemen op de studiedag) is de vertegenwoordiger van de ondernemer ter zitting niet bekend.
Beoordeling van het geschil
Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overweegt de commissie het volgende.
De commissie is van oordeel dat het de ondernemer in beginsel vrij staat om, binnen de wettelijke kaders, de door hem aangeboden dienstverlening aan te passen aan veranderde inzichten en eisen. Dit behoort tot de beleidsvrijheid van de ondernemer. De commissie is evenwel tevens van oordeel dat de ondernemer een eenzijdige wijziging, zoals hier in geding, slechts aan de individuele consument kan opleggen indien en voor zover de tussen partijen geldende overeenkomst hiertoe uitdrukkelijk de mogelijkheid biedt, dan wel de individuele consument daarmee instemt.
In de op de overeenkomsten van de beide kinderen van de consument toepasselijke algemene voorwaarden is geen bepaling opgenomen met betrekking tot studiedagen. In de aanvullende voorwaarden waarmee de consument heeft ingestemd is onder de kop “Sluitingsdagen bij [naam van de ondernemer]” het volgende opgenomen: “[naam van de ondernemer] is gesloten op nationale feestdagen. Het gaat om de volgende dagen: eerste en tweede Kerstdag, nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Koningsdag, eens in de vijf jaar 5 mei, Hemelvaartsdag en tweede Pinksterdag. Ruilen van deze dagen is beperkt mogelijk. ……Deze uren worden in de urenberekening wel aan de ouders doorberekend. ……”
Op grond van artikel 15 van de toepasselijke algemene voorwaarden (van de Brancheorganisatie Kinderopvang) heeft de ondernemer slechts het recht de overeenkomst eenzijdig te wijzigen op grond van zwaarwegende redenen. Zwaarwegende redenen zijn in ieder geval wijzigingen van wet- en regelgeving dan wel bedrijfseconomische omstandigheden die de continuïteit van de locatie waar het kind is geplaatst in gevaar brengen. Dat in dit geval sprake is van dergelijke zwaarwegende redenen is naar het oordeel van de commissie door de ondernemer niet aannemelijk gemaakt. Niet, althans onvoldoende gesteld of gebleken is waarom de ondernemer de opvangkosten van deze studiedag niet kan dragen. De ondernemer kan derhalve niet gedurende de looptijd van de overeenkomst eenzijdig de overeenkomst wijzigen door een extra (studie)dag toe te voegen die de consument dan ook nog eens zelf dient te vergoeden.
Nu de overeenkomsten tussen de ondernemer en de consument de ondernemer deze ruimte niet bieden en de consument niet instemt met de door de ondernemer voorgestane wijziging in die zin dat de niet overeengekomen sluitingsdag door haar betaald dient te worden, dient de ondernemer de overeenkomsten onverkort na te komen in die zin dat hij de consument geen kosten in rekening mag brengen voor de studiedag waarop de consument geen gebruik kan maken van de opvang.
De klacht van de consument is gelet op het voorgaande gegrond.
Ten overvloede wijst de commissie er nog op dat het de ondernemer wel vrij staat om in de overeenkomsten met nieuwe contractanten de studiedag als doorberekende uren mee te nemen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De klacht van de consument is gegrond.
De ondernemer mag de consument geen kosten in rekening brengen voor de studiedag waarop zij geen opvang kan afnemen.
De ondernemer dient de consument conform het Reglement van de commissie een bedrag van € 25,– te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Aldus beslist op 4 juli 2018 door de Geschillencommissie Kinderopvang.