Ondernemer heeft tariefswijziging voldoende onderbouwd

Klachtenloket Kinderopvang
Print Friendly, PDF & Email



Commissie: kinderopvang    Categorie: overeenkomst    Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 84613/117129

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

Volgens de ouderraad heeft de ondernemer niet voldoende onderbouwd waarom een tariefswijziging van 4,7% noodzakelijk is. De ondernemer stelt dat hij een volledige jaarbegroting en duidelijke onderbouwing heeft aangeleverd om de tariefswijziging te rechtvaardigen. Vanwege de omstandigheden van de laatste tijd en voor het vervangen van materiaal is de tariefswijziging noodzakelijk. De commissie oordeelt dat de ondernemer goed op de vragen van de oudercommissie heeft gereageerd en de noodzaak duidelijk heeft onderbouwd. Door de tariefswijziging naar beneden bij te stellen naar aanleiding van het advies van de ouderraad heeft de ondernemer aangegeven te luisteren naar de oudercommissie. De klacht is ongegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de door de ondernemer doorgevoerde tariefsverhoging van 4,7% met ingang van
1 januari 2021.

Standpunt van de ouderraad
Voor het standpunt van de ouderraad verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ouderraad is van de mening dat de ondernemer onvoldoende heeft beargumenteerd waarom de tariefswijziging van 4,7% noodzakelijk is. De ouderraad ontvangt graag uitspraak van de commissie of dit inderdaad het geval is.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer heeft een juiste en volledige jaarbegroting aangeleverd en onderbouwd waarom de prijsverhoging absoluut nodig was. De ondernemer voert niet jaarlijks aan tariefsverhoging door, maar doet dit alleen wanneer dat echt nodig is. Het door de ondernemer gehanteerde tarief is nog steeds ruim onder het landelijk gemiddelde en ook ruim onder de teruggave van de belastingdienst. Het willen aanhouden van een ruimere buffer acht de ondernemer verstandig, zeker gezien de omstandigheden van de laatste tijden. Het vervangen van materiaal is eveneens noodzakelijk.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie dient de vraag te beantwoorden of de ondernemer bij het vaststellen van de tariefsverhoging voor het jaar 2021 het advies van de oudercommissie voldoende heeft meegewogen. De oudercommissie heeft negatief geadviseerd op de voorgestelde tariefsverhoging van 4,7% en aangegeven alleen akkoord te kunnen gaan met een tariefsverhoging van maximaal 4%. De commissie constateert dat de ondernemer het adviestraject met zijn adviesaanvraag d.d. 5 oktober 2020 heeft opgestart. De commissie stelt ook vast dat partijen in een nader informatie traject per e-mail met elkaar hebben gecommuniceerd waarbij de ondernemer is ingegaan op de vragen die door de oudercommissie zijn gesteld. Tevens heeft de ondernemer aanvullende onderbouwende stukken aan de oudercommissie ter beschikking gesteld.

De commissie is van oordeel dat de ondernemer adequaat op vragen van de oudercommissie heeft gereageerd en zijn visie op de noodzaak van de tariefsverhoging heeft beargumenteerd richting de oudercommissie. Daarmee heeft de ondernemer naar het oordeel van de commissie de tariefsverhoging voldoende beargumenteerd onderbouwd.

De ondernemer heeft bovendien de eerder voorgestelde tariefsverhoging van 5,5% naar aanleiding van het advies van de ouderraad verlaagd naar de thans doorgevoerde 4,7%. De ondernemer heeft daarmee blijk gegeven van het toekennen van belang aan de opmerkingen en bezwaren van de oudercommissie.

Voor wat betreft het inrichten van de adviesprocedure wil de commissie beide partijen in overweging geven duidelijke cesuren aan te brengen in het adviestraject. De commissie baseert zich daarbij op het Huishoudelijk Reglement Ouderraad, Hoofdstuk Afspraken tussen Oudercommissie en Kinderopvangorganisatie, onder 3 Adviesprocedure. Hiermee wordt – conform artikel a – duidelijk wanneer de informatiefase eindigt en de adviestermijn van de oudercommissie ingaat. Het advies dient daarna – conform artikel c – binnen 4 weken worden uitgebracht. Het verdient aanbeveling dat het beargumenteerde advies expliciet als zodanig benoemd wordt. De ondernemer dient vervolgens zijn gemotiveerde besluit binnen 4 weken aan de oudercommissie kenbaar te maken (artikel j).

Niettegenstaande deze opmerking komt de commissie tot de conclusie dat de ondernemer zijn besluit voldoende heeft gemotiveerd. Daarmee heeft de ondernemer naar het oordeel van de commissie in voldoende mate gehandeld in overeenstemming met artikel 1.60 lid 2 van de Wet op de kinderopvang waarin is bepaald dat de ondernemer kan afwijken van het advies van de oudercommissie indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie:

– verklaart de klacht van de ouderraad ongegrond.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, mevrouw drs. J.W. Rutjens, de heer drs. H. Grachten, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. M. Gardenier, secretaris, op 20 december 2021.