Commissie: kinderopvang
Categorie: Bewijsinformatieverstrekking
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ongegrond
Referentiecode:
231015/241647
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Kern van het geschil betreft het nalaten door de (gezinsadviseur van de) ondernemer van het plaatsen van het ziekenhuisverslag in het digitale dossier van PPO, waardoor eerst een onjuist advies is uitgebracht over een passende vervolgplek voor de zoon van de consument. De consument stelt dat door het te laat uploaden van het verslag in het digitale dossier van PPO een half jaar achterstand is ontstaan en de zoon van de consument daardoor pas in januari 2024 naar het speciaal basisonderwijs kon gaan. De commissie acht dit niet bewezen. Hoewel hier een fout is gemaakt, waarvoor excuses zijn aangeboden door de ondernemer, zijn hier meerdere factoren aan te wijzen die voor vertraging hebben gezorgd. De klacht is ongegrond.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft het niet juist informeren door de ondernemer aan PPO Rotterdam over de diagnose van de zoon van de consument, waardoor onjuist is geadviseerd over passend primair onderwijs.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De zoon van de consument is in 2022 geobserveerd door PPO Rotterdam om te adviseren over passend onderwijs. Voordat de observatie werd uitgevoerd, is door de ondernemer niets doorgegeven over de diagnose ‘autisme’ van de zoon van de consument. Hierdoor is er geadviseerd dat hij naar regulier basisonderwijs kon. Toen de consument haar zorgen had geuit bij PPO hierover is aangegeven dat zijn diagnose niet bekend was en er in het geval dit vooraf bekend was geworden er een ander advies was gegeven. Nu is er geen plek op het speciaal basisonderwijs, omdat de ondernemer nalatig is geweest. Doordat aan PPO geen volledig dossier is overhandigd, zit de consument nu met een probleem. Alsnog wordt de fout niet door de ondernemer erkend. De artsen van het ziekenhuis waar de diagnose is gesteld, adviseren absoluut geen regulier basisonderwijs. Er wordt niet naar de consument en het ziekenhuis geluisterd.
De consument heeft een gesprek gevoerd met een medewerker van de ondernemer en het wijkteam.
Dit gesprek heeft de klacht van de consument niet naar tevredenheid opgelost en zij voelde zich in dit gesprek onheus bejegend. De consument stelt dat de ondernemer moet toegeven dat er onzorgvuldig met het dossier van haar zoon is omgegaan, waardoor een half jaar achterstand is ontstaan en haar zoon pas met 4,5 jaar naar groep 1 kan.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
In juni 2022 is de zoon van de consument bij de ondernemer gestart. Vanaf oktober 2022 is een traject gestart om te kunnen bepalen welk primair onderwijs voor hem het beste zou zijn. In oktober 2022 is PPO op de groep van de zoon van de consument komen observeren. De gezinsadviseur van de ondernemer heeft de observatie in overleg met de consument georganiseerd. Zij heeft in het in registratieprogramma van PPO verslagen en overige documenten geüpload. Zij is helaas vergeten het verslag van het [naam ziekenhuis] in het systeem te zetten, waardoor deze niet is meegenomen in het observatiemoment en het uitgebrachte advies voor een passende vervolgplek. Zij heeft hiervoor excuses aangeboden aan de consument en het direct gecorrigeerd. De consument gaf aan de excuses te accepteren. De gezinsadviseur is daarna, samen met de betrokken hulpverlening en de consument, hard aan het werk gegaan om voor de zoon van de consument de meest passende vervolgplek te zoeken. De plaatsing van de zoon van de consument bij de ondernemer is in de tussentijd verlengd tot half december 2023. Er is inmiddels een juiste doorverwijzing gedaan en hij kan per januari 2024 starten op het speciaal basis onderwijs.
De ondernemer stelt dat de begeleiding van de zoon van de consument naar een vervolgplek onbedoeld ingewikkeld is geweest door diverse omstandigheden, zoals de wachtlijsten in Rotterdam, de druk op de hulpverlening, de complexe organisatie van de hulpverlening in Rotterdam, de verhuizing van de consument naar een andere deelgemeente, de wisseling van gezinsadviseurs gedurende het plaatsingstraject en het niet tijdig uploaden van het verslag van het [naam ziekenhuis]. De ondernemer wil lering trekken uit de samenloop van omstandigheden en zal deze casus intern bespreken en verbeterpunten benoemen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Kern van het geschil betreft het nalaten door de (gezinsadviseur van de) ondernemer van het plaatsen van het verslag van het [naam ziekenhuis] in het digitale dossier van PPO, waardoor in eerste instantie een onjuist advies is uitgebracht over een passende vervolgplek voor de zoon van de consument.
Niet in geschil is tussen partijen dat deze fout is gemaakt. De ondernemer heeft in de schriftelijke reactie op de klacht en mondeling ter zitting aangegeven dat reeds na het bekend worden van deze fout excuses zijn gemaakt aan de consument en het verslag alsnog in het systeem is geplaatst. Hiermee is reeds aan de eis van de consument tot erkenning van de fout door de ondernemer tegemoetgekomen. De stelling van de consument dat (enkel) door het te laat uploaden van het verslag in het digitale dossier van PPO een half jaar achterstand is ontstaan en de zoon van de consument daardoor pas in januari 2024 naar het speciaal basisonderwijs kon gaan, acht de commissie niet bewezen. Hiervoor zijn, zoals door de ondernemer toegelicht, meerdere factoren aan te wijzen. Het is spijtig dat in dit geval door deze samenloop van omstandigheden het plaatsingstraject langer dan gewenst heeft geduurd, maar de commissie is van oordeel dat dit niet te wijten is aan nalatig dan wel onzorgvuldig handelen van de ondernemer.
De commissie acht – gelet op de erkenning van de ondernemer van de fout en de hiervoor aangeboden excuses, waarmee reeds volledig aan de eis van de consument is tegemoetgekomen – de klacht ongegrond.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht van de consument ongegrond.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, de heer mr. E.A.J. Vergouwen, mevrouw E.C. Rosemünd, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. M. Gardenier, secretaris, op 4 maart 2024.