Commissie: kinderopvang
Categorie: -
Jaartal: 2025
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ongegrond
Referentiecode:
754986/925365
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument beklaagde zich over het feit dat zij voor een studiedag moest betalen terwijl er geen opvang werd geboden, en stelt dat zij hierover onvoldoende duidelijkheid heeft ontvangen. De ondernemer verwees naar de Algemene Voorwaarden waarin sinds 2023 is opgenomen dat ouders geen restitutie ontvangen bij sluiting vanwege studiedagen. Daarnaast wees de ondernemer op een lagere indexatie van het uurtarief in 2023 als vorm van compensatie. Volgens de consument werd door nieuwe regelgeving het verlies aan kinderopvangtoeslag niet gecompenseerd en raakten alleen ouders met opvang op de betreffende studiedag financieel benadeeld. De commissie stelde vast dat de Algemene Voorwaarden tijdig en rechtsgeldig zijn aangepast en dat deze ter advisering aan de oudercommissie zijn voorgelegd. De consument heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om via dat traject bezwaar te maken. Verder is vastgesteld dat het overheidsbeleid uit februari 2024 voorschrijft dat geen toeslag meer wordt verstrekt voor dagen waarop de opvang gesloten is. De ondernemer heeft bovendien geprobeerd het nadeel voor ouders te beperken door in 2023 een lagere prijsstijging te hanteren en het aantal studiedagen in 2024 te reduceren. De studiedagen worden jaarlijks op wisselende dagen gepland om onevenredige lasten voor ouders te voorkomen. De commissie concludeerde dat de ondernemer conform de overeenkomst heeft gehandeld en verklaarde de klacht ongegrond.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument stelt dat de ondernemer haar ten onrechte voor een studiedag heeft laten betalen, terwijl zij die dag voor haar kinderen geen opvang kon afnemen. De ondernemer stelt bij de invoering van de studiedag toegelicht te hebben dat de ouders tegemoet worden gekomen door een verminderde indexatie in het uurtarief door te voeren. Volgens de consument is dit nooit duidelijk aangegeven of is er inzicht gegeven in de tariefsverhoging.
De commissie is van oordeel dat de ondernemer voldoende transparant is geweest over de compensatie van de studiedag. De klacht is ongegrond.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dat op het volgende neer.
In de Algemene Voorwaarden is opgenomen dat de opvang dicht is op studiedagen voor personeel en dat voor die dagen geen restitutie plaatsvindt. Voorheen werden studiedagen als normale opvang gefactureerd, waardoor de consument daarvoor kinderopvangtoeslag kreeg.
Door de nieuwe regels worden uren nu apart gefactureerd, waardoor de consument geen toeslag meer krijgt en daardoor netto duurder uit is. Bovendien betalen alleen de ouders die opvang afnemen op de studiedag, voor de studiedag.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dit op het volgende neer.
Ten aanzien van studiedagen staat sinds 2023 in de aanvullende Algemene Voorwaarden vermeld: “Voor opvangdagen die vallen op een algemeen erkende feestdag of studiedag, zoals hierboven vermeld, krijg je geen ruil- en inhaaldagen of (financiële) restitutie”.
Over de kosten van studiedag(en) heeft de ondernemer diverse malen informatie verstrekt waaruit blijkt dat de ondernemer in 2023 een lagere indexatie heeft doorgevoerd. Voor de studiedag van november 2024 vindt geen compensatie plaats maar daarvoor in de plaats liep het effect van de lagere indexatie 2023 nog door.
Beoordeling van het geschil
Toetsingskader
In de Algemene Voorwaarden van de ondernemer staat sinds 2023 het volgende opgenomen in artikel 5, lid 3 en 4:
“3. De locaties zijn tevens gesloten gedurende twee studiedagen per kalenderjaar ten behoeve van opleidingsdoeleinden van onze medewerkers. Ouders zullen hierover minimaal twee maanden van tevoren worden geïnformeerd.
4. Voor opvangdagen die vallen op een algemeen erkende feestdag of studiedag, zoals hierboven vermeld, krijg je geen ruil- en inhaaldagen of (financiële) restitutie.”
Verrekening studiedagen
In zijn Algemene Voorwaarden heeft de ondernemer sinds 2023 opgenomen dat de locatie per kalenderjaar maximaal twee dagen is gesloten in het kader van een studiedag, waarvoor de consument geen restitutie ontvangt. De consument maakt hiertegen bezwaar.
Allereerst merkt de commissie op dat de nieuwe Algemene Voorwaarden conform de Wet Kinderopvang aan de oudercommissie ter advies zijn voorgelegd. Het had op de weg van de consument gelegen om met betrokkenheid van de oudercommissie middels het adviestraject bezwaar te maken tegen de invoering van de nieuwe wijze van facturatie. De consument heeft desgevraagd aangegeven dit niet te hebben gedaan en hij is akkoord gegaan met de nieuwe Algemene Voorwaarden.
In februari 2024 is van overheidswege bekend geworden dat consumenten geen kinderopvangtoeslag krijgen voor dagen waarop de opvang is gesloten, zoals studiedagen (Kamerstukken II, 2023/24, 31 322, nr. 1036). Daarnaast staat in hetzelfde parlementaire document dat studiedagen verdisconteerd horen te zijn in het uurtarief net zoals andere personeelskosten. In februari 2024 waren de voornoemde bepalingen in de Algemene Voorwaarden reeds in werking getreden.
Dat het door de overheid verduidelijkte beleid voor de consument nadelige gevolgen heeft gezien het mislopen van kinderopvangtoeslag, dient niet voor rekening en risico van de ondernemer te komen. De ondernemer heeft het nadeel voor consumenten zoals ontstaan door de studiedagen juist willen beperken door het doorvoeren van een lagere indexatie voor 2023. Daarnaast heeft de ondernemer voor 2024 bepaald slechts één studiedag te plannen in plaats van twee.
Dat de consument onevenredig geraakt wordt nu de studiedag op zijn vaste opvangdag valt, ondervangt de ondernemer door studiedagen elk jaar op een andere weekdag te plannen.
Naar het oordeel van de commissie heeft de ondernemer conform de overeenkomst en de Algemene Voorwaarden gehandeld en heeft de ondernemer in alle redelijkheid getracht het nadeel voor de consument te beperken.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
verklaart de klacht van de consument ongegrond.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, de heer drs. T. Blom, mevrouw E.C. Rosemünd, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. M. de Bruijn, secretaris, op 27 maart 2025.
