Commissie: kinderopvang
Categorie: -
Jaartal: 2025
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Niet ontvankelijk
Referentiecode:
991332/1075683
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument diende een klacht in over de prijsverhogingen van de kinderopvang in de afgelopen vijf jaar. Hij stelde dat de stijging van 36,4% niet in verhouding staat tot de inflatie (21%) en dat onvoldoende financiële onderbouwing is gegeven, ondanks verzoeken daartoe vanuit de oudercommissie (OC), waar de consument zelf lid van is. De Geschillencommissie oordeelt echter dat de consument niet-ontvankelijk is in zijn klacht, omdat over hetzelfde onderwerp al een geschillenprocedure loopt namens de OC, waarin hij eveneens betrokken is. De commissie benadrukt dat het eerst aan de OC is om het adviestraject en de geschillenprocedure af te ronden. Pas als daarna nog individuele gronden overblijven, kan de consument hierover een eigen klacht indienen. De commissie verklaart de consument daarom niet-ontvankelijk in zijn klacht.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de door de ondernemer doorgevoerde prijsverhogingen. Allereerst dient de commissie te beslissen of de consument ontvankelijk is in zijn klacht.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument is het oneens met de prijsstijgingen die de ondernemer de afgelopen vijf jaar heeft doorgevoerd. De kosten zijn gestegen met 36,4%, terwijl de inflatie in die periode slechts 21% betrof. De oudercommissie (hierna: de OC) heeft gevraagd om een gedetailleerde onderbouwing van de prijsstijgingen, maar die is niet verstrekt.
De consument vraagt zich dan ook af of de prijsstijgingen inderdaad het gevolg zijn van stijgende kosten. Een audit zou hierover duidelijkheid kunnen verstrekken.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Het is onjuist dat de Nederlandse wetgeving verplicht stelt dat het uurtarief alleen mag stijgen indien dit veroorzaakt wordt door de stijging van direct toewijsbare onderliggende kosten. In het algemeen geldt dat aan de kinderopvangondernemer vrijheid toekomt bij het bepalen van de tariefsverhoging, zolang deze binnen redelijke grenzen blijft.
Naast de reguliere inflatie heeft een kinderopvangorganisatie ook te maken met specifieke kostenstijgingen, grotendeels terug te vinden in het AYIT-rapport.
De ondernemer is van oordeel dat zowel voor de aanvraag 2024 als 2025 voldaan is aan alle zorgvuldigheidseisen. De besluiten dienen dan ook in stand te blijven. Inzage in de totale financiële boekhouding, laat staan tot en met de vraag of en zo ja, in welke mate de winstgevendheid van de kinderopvangorganisatie af- dan wel toeneemt, behoort niet tot het toetsingskader van de oudercommissie en/of een ouder. Een audit geeft disproportioneel veel (financiële) informatie, onnodig om het advies te kunnen geven. Tot slot wil de ondernemer bepaalde financiële informatie niet verstrekken vanwege de vertrouwelijke aard daarvan, bijvoorbeeld vanuit concurrentieel oogpunt. De ondernemer is van mening dat de oudercommissie al voldoende informatie had om een advies uit te kunnen brengen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Ontvankelijkheid
Allereerst ligt bij de commissie de vraag voor of de consument in zijn klacht ontvankelijk is, nu ten aanzien van ditzelfde onderwerp ook een geschillenprocedure loopt van de OC tegen de ondernemer. De consument is bekend met deze procedure, nu hij zelf ook lid is van de betreffende OC.
Ter zitting hebben beide partijen de gelegenheid gehad hierop te reageren. De consument heeft aangevoerd dat vanuit de OC werd aangeraden om als consumenten ook individueel een geschillenprocedure te beginnen over het prijsadviestraject. De ondernemer heeft geen inhoudelijk standpunt ingenomen ten aanzien van de ontvankelijkheid van de consument.
Naar het oordeel van de commissie is de consument op dit moment niet-ontvankelijk in zijn klacht, nu over hetzelfde onderwerp een geschillenprocedure loopt van de OC, waar de consument zelf ook onderdeel van is en hij uit dien hoofde ook bekend is met de lopende OC-procedure. Slechts indien het gehele OC-traject is afgerond (inclusief het bindend advies van de commissie) en bij de consument nog overige klachten bestaan, kan de consument in zijn klacht worden ontvangen. Om eventuele rolvermenging te voorkomen en de OC de kans te geven eerst het adviestraject en de geschillenprocedure af te ronden, dient de consument het resultaat hiervan af te wachten.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de consument niet-ontvankelijk in zijn klacht.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, mevrouw mr. S.A.M.F. Sjoukes, de heer drs. H. Grachten, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. S.M.E. Balfoort, secretaris, op 14 juli 2025.
