Beoordeling van eenzijdige wijziging aanvullende voorwaarden kinderopvangovereenkomst

Klachtenloket Kinderopvang



Commissie: kinderopvang    Categorie: -    Jaartal: 2025
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 930480/1011990

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

In dit geschil klaagt een ouder over een kinderopvangorganisatie die per 1 januari 2025 de aanvullende voorwaarden van de opvangovereenkomst eenzijdig heeft gewijzigd. De wijzigingen betroffen een verlenging van de aanvraagtermijn voor vakantie- en studiedagen van drie naar vijf weken en de invoering van een boeteclausule voor te laat ophalen of te vroeg brengen van kinderen. De consument vindt dat deze aanpassingen strijdig zijn met de algemene voorwaarden van de branche. De ondernemer voert aan dat de wijzigingen noodzakelijk waren vanwege de nieuwe cao-eisen en personeelsschaarste, en dat hij vooraf de oudercommissie heeft geraadpleegd en ouders de mogelijkheid heeft geboden de overeenkomst op te zeggen. De commissie stelt vast dat de consument bij ondertekening akkoord is gegaan met de aanvullende voorwaarden, waarin het recht op eenzijdige wijziging expliciet is opgenomen. Ook de algemene voorwaarden laten wijzigingen toe, mits deze niet onredelijk bezwarend zijn. Gezien de toelichting van de ondernemer acht de commissie de wijzigingen redelijk en gerechtvaardigd. De klacht wordt ongegrond verklaard.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de eenzijdige wijziging van de aanvullende voorwaarden van de opvangovereenkomst door de ondernemer. De consument verwijt de ondernemer dat die wijziging in strijd is met de algemene voorwaarden.

Standpunt van de consument

De ondernemer heeft de aanvullende voorwaarden die gelden voor de opvangcontracten van de dochters van de consument per 1 januari 2025 eenzijdig gewijzigd. De termijn voor het aanvragen van vakantie-en studiedagen is verlengd van drie weken naar vijf weken en er is een boeteclausule opgenomen als de kinderen te laat worden gehaald of te vroeg worden gebracht. De consument is van mening dat de eenzijdige wijziging van de aanvullende voorwaarden strijdig is met de Algemene Voorwaarden voor Kinderopvang Dagopvang en Buitenschoolse opvang 2017 van de Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang.

In het verweerschrift beroept de ondernemer zich er ten onrechte op dat de commissie niet bevoegd zou zijn om over het geschil te oordelen omdat de consument geen contractspartij zou zijn in de opvangovereenkomsten. De consument is de moeder van [naam dochter A] en [naam dochter B] en zij heeft de plaatsingsovereenkomsten voor hen op 13 augustus 2018 en 18 februari 2020 ondertekend.

De consument vraagt een oordeel van de commissie over de handelwijze van de ondernemer.

Standpunt van de ondernemer

Primair stelt de ondernemer zich op het standpunt dat de commissie niet bevoegd is om de klacht van de consument te beoordelen omdat er geen contractuele relatie bestaat tussen haar en de ondernemer. De overeenkomsten tot opvang van de kinderen zijn gesloten tussen de ondernemer en de heer [naam], de vader.

Mocht de commissie overgaan tot een inhoudelijke beoordeling van de klacht dan stelt de ondernemer zich op het standpunt dat die klacht ongegrond is. In de aanvullende voorwaarden die van toepassing zijn op de overeenkomsten is opgenomen dat de ondernemer het recht heeft de aanvullende voorwaarden eenzijdig te wijzigen, al dan niet als gevolg van wijzigingen in wet- en regelgeving. Partijen zijn dan ook een eenzijdig wijzigingsbeding overeengekomen ten aanzien van de Aanvullende Voorwaarden.

Vanwege een wijziging in de CAO Kinderopvang per 1 januari 2025 is de ondernemer genoodzaakt geweest de aanvullende voorwaarden te wijzigen. In die CAO is onder meer opgenomen dat de ondernemer de roosters van werknemers eerder bekend moet maken. De termijn van drie weken voor ouders om vakantie- en studiedagen aan te vragen was dan ook niet langer haalbaar en heeft de ondernemer moeten verlengen naar vijf weken. Ook heeft de ondernemer een boeteclausule op moeten nemen voor ouders die hun kind met regelmaat te laat ophalen en daarmee het aantal opvanguren eenzijdig uitbreiden zonder dat de ondernemer daarvoor een vergoeding ontvangt. De ondernemer moet voor die uren wel medewerkers beschikbaar houden. Door de krapte op de arbeidsmarkt is het voor de ondernemer steeds moelijker om voldoende medewerkers in te zetten zeker in vakantieperiodes.

De ondernemer heeft de aanvullende voorwaarden meer dan een maand voorafgaand aan het moment van ingaan aan de ouders kenbaar gemaakt en vooraf besproken met de centrale oudercommissie. Daarbij is aan de ouders de mogelijkheid geboden de overeenkomst op te zeggen per 1 januari 2025.

De ondernemer is dan ook van mening dat hij volgens de regels en voorwaarden heeft gehandeld.

Beoordeling van het geschil

Ter zitting heeft de ondernemer het bevoegdheidsverweer ingetrokken zodat de commissie daar geen beslissing over hoeft te nemen.

Inhoudelijk heeft de commissie het volgende overwogen.

De dochters van de consument worden sinds 14 januari 2019 en 1 juni 2020 door de ondernemer opgevangen op een BSO-locatie. Voor dochter [naam dochter A] heeft de consument op 13 augustus 2018 de plaatsingsovereenkomst ondertekend en voor dochter [naam dochter B] op 18 februari 2020. In die plaatsingsovereenkomsten is opgenomen dat op de overeenkomst van toepassing zijn de Algemene voorwaarden voor Kinderopvang (de Algemene Voorwaarden voor Kinderopvang Dagopvang en Buitenschoolse opvang 2017; de Branchevoorwaarden) en voorts ‘de Aanvullingen [naam kinderopvang] op de Algemene Voorwaarden voor Kinderopvang’.

Dit betekent dat de consument zich bij het aangaan van de plaatsingsovereenkomsten met de aanvullende voorwaarden van de ondernemer akkoord heeft verklaard. In die aanvullende voorwaarden is opgenomen dat de ondernemer het recht heeft de Aanvullende Voorwaarden eenzijdig te wijzigen.

De consument heeft aangevoerd dat de door de ondernemer doorgevoerde wijzingen in de aanvullende voorwaarden strijdig zijn met de Algemene Voorwaarden voor Kinderopvang Dagopvang en Buitenschoolse opvang 2017. Naar het oordeel van de commissie is daarvan geen sprake. Ook de algemene voorwaarden staan een wijziging of aanvulling van de voorwaarden toe mits deze schriftelijk zijn overeengekomen en zij niet onredelijk bezwarend zijn. De ondernemer heeft genoegzaam onderbouwd en toegelicht dat een aanvraagtermijn voor vakantiedagen van vijf weken (in plaats van drie weken) sinds de CAO wijziging van 1 januari 2025 noodzakelijk is om de personele bezetting op de opvang te kunnen organiseren en garanderen. Een dergelijke wijziging van de aanvullende voorwaarden komt de commissie niet onredelijk voor.

Hetzelfde geldt voor het boetebeding dat kan worden ingezet als ouders zich meer dan drie keer niet aan de afgesproken breng-of ophaaltijd houden. Voor die tijd dient de ondernemer immers zijn medewerkers beschikbaar te houden.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie verklaart de klacht van de consument ongegrond en wijst het door haar verzochte af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit de heer mr. J.M.P. Drijkoningen, voorzitter, mevrouw mr. S.A.M.F. Sjoukes en de heer drs. H. Grachten, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.C. Quint, secretaris, op 5 juni 2025.

Ster

Wij zijn op werkdagen telefonisch bereikbaar tussen 09.00 en 14.00 uur.
U kunt uiteraard altijd gebruik maken van het
 contactformulier.