Commissie: kinderopvang
Categorie: -
Jaartal: 2025
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ongegrond
Referentiecode:
703407/903123
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Het geschil betreft de vraag of de ondernemer voldoende kwalitatieve en gezonde voeding biedt aan de kinderen van de consument tijdens de buitenschoolse opvang. De consument stelt dat het voedingsaanbod te beperkt en van onvoldoende kwaliteit is; haar kinderen hebben na afloop van de opvang nog veel honger. Volgens de ondernemer voldoet het voedingsbeleid aan de richtlijnen van het Voedingscentrum en is het opgesteld in overleg met deskundigen. Er worden dagelijks gezonde tussendoortjes aangeboden en kinderen mogen extra eten vragen indien nodig. De commissie concludeert dat het voedingsbeleid zorgvuldig is opgezet en uitgevoerd, en dat het past binnen de beleidsvrijheid van de ondernemer. Er zijn geen aanwijzingen dat het beleid structureel niet wordt nageleefd. Ook biedt de ondernemer voldoende flexibiliteit bij honger buiten de vaste eetmomenten. De keuze om geen warme maaltijden aan te bieden is niet onredelijk of ongebruikelijk binnen de branche. De consument kan desgewenst eigen voeding meegeven. De commissie verklaart de klacht ongegrond.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Kinderopvang (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 9 april 2025 te Utrecht.
De consument was ter zitting aanwezig. Namens de ondernemer zijn [naam] (manager) en [naam] (clustermanager locatie) ter zitting verschenen.
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de vraag of de ondernemer de kinderen van de consument voorziet in voldoende kwalitatieve en gezonde voeding.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dat op het volgende neer.
De kinderen van de consument maken van 14:00 tot 18:30 uur gebruik van de buitenschoolse opvang van de ondernemer. In deze tijd krijgen de kinderen te weinig voeding en is de voeding van slechte kwaliteit, weinig smaakvol en bevat te weinig voedingsstoffen. Als drinken is alleen kraanwater beschikbaar. De kinderen hebben na de opvang nog veel trek.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dat op het volgende neer.
Het door de ondernemer gehanteerde beleid is gebaseerd op de richtlijnen van het Voedingscentrum en is opgesteld in samenwerking met zowel interne als externe deskundigen. Het voedingsbeleid is gezond, voedzaam en gevarieerd en ondersteunt kinderen om gezond op te groeien. Het eten wordt wekelijks vers geleverd door een vaste leverancier en voldoet aan de kwaliteitseisen.
Naar aanleiding van de klacht van de consument heeft een coach ondersteuning geboden bij het maken van voedingskeuzes en zijn tekstuele onduidelijkheden in het beleid aangepast.
Tijdens schoolweken krijgen kinderen op twee vaste momenten een tussendoortje. Tijdens vakantieweken worden naast de gezamenlijke lunch drie tussendoortjes aangeboden. Als tussendoortjes worden onder meer groente, fruit, knäckebröd met beleg, roggebrood, boterhammen, noten, gedroogd fruit, koekjes, rijstwafels, maiswafels en soepstengels geserveerd. Bij bijzondere gelegenheden kan er een handje popcorn, chips of een waterijsje worden aangeboden.
Binnen het aanbod van gezonde voeding bepaalt een kind zelf wat en hoeveel het eet. Tussendoortjes buiten de Schijf van Vijf of met minder voedingsmiddelen worden beperkt, zodat voldoende ruimte blijft voor essentiële voedingsmiddelen, zoals groenten en fruit. Deze werkwijze draagt bij aan een gevarieerd en gebalanceerd voedingspatroon.
De ondernemer hanteert vaste momenten voor eten en drinken, omdat dit beter is voor het gebit en het eet- en drinkmoment als een gezellig groepsmoment wordt beschouwd. Kinderen mogen, op basis van de bovenstaande richtlijnen, tussen de vaste eetmomenten niet op eigen initiatief eten pakken. Als een kind buiten de vaste eetmomenten aangeeft trek te hebben, kan een directe oplossing zijn het geplande eetmoment naar voren te halen of op dat moment iets extra’s aan te bieden.
De ondernemer biedt standaard water aan, eventueel met fruit erin. Ter afwisseling serveert de ondernemer ook lauwe (vruchten)thee zonder suiker. Tijdens schoolvrije dagen wordt maximaal één keer per dag halfvolle melk of karnemelk aangeboden.
Beoordeling van het geschil
Bij de commissie ligt de vraag voor of de ondernemer de kinderen van de consument voldoende voorziet in voldoende kwalitatieve en gezonde voeding.
De commissie is niet gebleken dat de ondernemer tekortschiet in de naleving van de op hem rustende verplichting verantwoorde, kwalitatieve en gezonde voeding aan te bieden binnen de buitenschoolse opvang. Integendeel, uit de overgelegde stukken en de toelichting ter zitting blijkt dat het door de ondernemer gevoerde voedingsbeleid in overeenstemming is met de actuele voedingsrichtlijnen van het Voedingscentrum. Ook is aannemelijk geworden dat bij de keuze van voedingsmiddelen actief rekening wordt gehouden met de wensen en behoeften van de kinderen, onder meer doordat zij worden betrokken bij het bestelproces.
De keuze van de ondernemer om geen warme maaltijden aan te bieden betreft een beleidsmatige beslissing die binnen zijn beleidsvrijheid valt en die niet als onzorgvuldig of afwijkend van wat in de branche gebruikelijk is kan worden aangemerkt. De door de consument gestelde discrepantie tussen het vastgestelde beleid en de feitelijke uitvoering daarvan, kan door de commissie niet worden vastgesteld.
Ter zitting heeft de ondernemer expliciet uiteengezet dat kinderen te allen tijde de mogelijkheid hebben, indien zij daaraan behoefte hebben, extra voeding te vragen. Specifiek is aangegeven dat bijvoorbeeld extra boterhammen beschikbaar worden gesteld aan kinderen die na de opvang nog sportactiviteiten ondernemen. De commissie acht deze handelwijze getuigen van een zorgvuldige, professionele en kindgerichte benadering, waarin de ondernemer binnen zijn verantwoordelijkheid adequaat handelt.
De commissie is dan ook van oordeel dat de ondernemer in dit opzicht op redelijke wijze invulling geeft aan zijn zorgplicht. Van de ondernemer kan in redelijkheid niet worden verlangd dat hij verdergaande voorzieningen treft. Het staat de consument uiteraard vrij om, indien gewenst, eigen aanvullende of alternatieve voedingsmiddelen aan het kind mee te geven.
De klacht is dan ook ongegrond.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht van de consument ongegrond.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, de heer Y. Dragstra, mevrouw E.C. Rosemünd, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. S.M.E. Balfoort, secretaris, op 9 april 2025.
