Tariefsverhoging mocht in dit geval in redelijkheid en billijkheid worden doorgevoerd

Klachtenloket Kinderopvang
Print Friendly, PDF & Email



Commissie: kinderopvang    Categorie: OudercommissieTarief    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 153924/171675

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Het geschil betreft het al dan niet voldoende aanleveren van informatie door de ondernemer aan de oudercommissie.

De ondernemer wil elk jaar de tarieven (prijs per uur) verhogen. De oudercommissie wil van de ondernemer duidelijke informatie waaruit blijkt dat de prijs die gevraagd wordt acceptabel is; een financiële onderbouwing. De ondernemer concludeert dat de situatie waarin de ondernemer verkeerde niet de meest optimale was om alle vragen van de oudercommissie te beantwoorden. Inmiddels is de situatie zodanig veranderd en is met de oudercommissie afgesproken dat in september 2022 de noodzakelijke gegevens worden ontvangen.

De commissie oordeelt dat haar een marginale toetsing toekomt, dat wil zeggen dat de commissie uitsluitend toetst of de ondernemer bij afweging van de betrokken belangen redelijk heeft gehandeld. Bij marginale toetsing moet in het oog worden houden dat de ondernemer verantwoordelijk is en blijft voor zijn bedrijfsvoering en dus voor de prijs van de kinderopvang. Daarom komt hem een zekere mate van beoordelings- en beslissingsvrijheid toe. De commissie concludeert dat het adviestraject niet vlekkeloos is verlopen, maar dat de ondernemer voldoende inspanning heeft verricht om alsnog aan de vraag van de oudercommissie te voldoen. De commissie is van oordeel dat de ondernemer voldoende heeft aangetoond dat de tariefsverhoging in het belang is van de door hem geboden kinderopvang. Daarmee heeft de ondernemer bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid kunnen besluiten de voorgestelde tariefsverhoging door te voeren.

Ten tijde van het indienen van de klacht was het onderdeel van de klacht ten aanzien van onvoldoende informatieverstrekking door de onderneming weliswaar gegrond, maar door omstandigheden nadien, de gevoerde gesprekken en toezegging van de ondernemer ten aanzien van het aanleveren van stukken, heeft de oudercommissie er nu geen belang meer bij om de ondernemer op te dragen stukken aan te leveren.

De commissie verklaart de klacht van de oudercommissie dan ook ongegrond.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft het onvoldoende aanleveren van informatie door de ondernemer aan de oudercommissie.

Standpunt van de oudercommissie
Voor het standpunt van de oudercommissie verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het op het volgende neer.

De ondernemer wil jaar in jaar uit jaarlijks de tarieven (prijs per uur) verhogen. Dit is wellicht gebruikelijk, maar de oudercommissie krijgt nooit de duidelijke informatie waaruit blijkt dat de prijs die gevraagd wordt acceptabel is. De oudercommissie wil een onderbouwing van het basistarief. Daar vraagt de oudercommissie inmiddels al wel 1,5 jaar om. In de zomer 2021 is de vorige directeur-bestuurder door de Raad van Toezicht vervangen door een ad interim bestuurder. Deze nieuwe bestuurder kwam eind vorig jaar ook bij de oudercommissie met de vraag of de oudercommissie wilde instemmen met een verhoging. Wederom heeft de oudercommissie om dezelfde stukken gevraagd en een kopie van de brief van het jaar ervoor meegestuurd. Ondanks het verweer, de vraag om onderbouwing, het doen van handreikingen om zelf mee te helpen de onderbouwing boven water te krijgen, heeft de bestuurder toch de verhoging doorgevoerd en alle ouders geïnformeerd. De oudercommissie voelt zich genegeerd en is van mening dat de ondernemer de oudercommissie niet juist heeft geïnformeerd, want in de wet Kinderopvang staat dat de bestuurder verplicht is de oudercommissie financiële onderbouwingen te versturen. Stichting [naam] en het klachtenloket hebben al naar de klacht gekeken en doorverwezen naar de commissie. Recent heeft de oudercommissie nog een gesprek gehad met de bestuurder. Daarin is aangegeven dat de oudercommissie nog steeds op zoek is naar de financiële onderbouwing. De bestuurder gaf aan dat dit in maart 2022 gereed zou zijn waarop de oudercommissie de vraag heeft gesteld dat, als blijkt dat het tarief onterecht verhoogd is, de tariefaanpassing dan met terugwerkende kracht wordt teruggedraaid, maar helaas. De conclusie van de oudercommissie is dat het niet lukt er samen uit te komen. De ondernemer vindt de oudercommissie maar een stel lastige ouders en houdt zich niet aan de wet Kinderopvang en dus legt de oudercommissie de klacht aan de commissie voor. De oudercommissie stelt dat de ondernemer zijn vooraf ingestelde wijziging moet terugdraaien totdat de onderbouwing aanwezig en volledig is.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dit op het volgende neer.

Vlak voor de zomervakantie 2021 werd de ondernemer geconfronteerd met een offerte, aangevraagd door de oudercommissie, voor de inzet van medewerkers van een accountantskantoor om (financiële) gegevens van de kinderopvang boven tafel te krijgen. De offerte kon oplopen tot een inzet van 150 uur à € 90,–. Hiervan uitgaande kon dit € 16.335,– incl. btw. kosten. De ondernemer meende dat dit onderzoek en het opleveren van de gegevens door de ondernemer zelf uitgevoerd kon worden. In een gesprek eind september 2021 heeft de ondernemer aangegeven niet akkoord te gaan met de offerte en is aangegeven dat de gevraagde gegevens door de ondernemer geleverd konden en ook geleverd zouden worden.

Op 16 november 2020 had de oudercommissie reeds een brief verstuurd naar de ondernemer, waarin werd gemeld dat werd ingestemd met de tariefstelling 2021 met inachtneming van een aantal punten.
Op 27 september 2021 is door de ondernemer een voornemen tot tariefswijziging met ingang van 1 januari 2022 gestuurd naar de oudercommissie. In deze brief werd aangegeven dat de tariefsverhoging, uitgaande van het tarief van 2021, bestond uit met name loonkosten ontwikkelingen/werkgeverslasten. De verhoging kwam neer op in totaal 3,69%. In de brief werd ook gewezen op de omstandigheden waarin de organisatie zich bevond, waardoor nog niet aan het eerdere verzoek om (financiële) informatie kon worden voldaan. Het tijdstip van verzenden van de brief is ingegeven door de verschillende termijnen van reactie en aankondiging aan ouders. (1 maand + 1 week voorafgaand, zoals bepaald in de algemene voorwaarden). Tevens is aangeboden een mondelinge toelichting te geven op de vergadering van de oudercommissie van 9 november 2021. Gedurende de periode september-oktober 2021 is door de ondernemer een rapport opgesteld over de situatie binnen de organisatie. Hierover is een presentatie gegeven aan de Raad van Toezicht en [de Centrale raad van de ondernemer]. In deze presentatie is gesteld dat de organisatie niet op orde is, er geen goed inzicht is in de financiën, de geldstromen en de rendement- overzichten per vestiging. Het rapport bevatte aanbevelingen met betrekking tot zicht en grip krijgen op de financiën van de kinderopvang, het verkrijgen van helderheid in taken/functies en bevoegdheden, maken van afspraken over de inzet van de middelen en afspraken over kind/PM-er ratio. Kortom, uit het rapport werd duidelijk dat niet aan het verzoek van de oudercommissie kon worden voldaan. Op 14 november 2021 ontving de ondernemer een negatief advies van de oudercommissie met betrekking tot de tariefsverhoging, waarin werd aangegeven dat elke vorm van onderbouwing voor de tariefsverhoging ontbrak. De ondernemer was het daar niet mee eens, omdat de verhoging gebaseerd was op berekeningen uit ‘Mijn Kostprijs’-Waarborgfonds en ‘Prognose Kosten Kinderopvang – AYIT consultancy en de verhoging niet bovengemiddeld was.

Op 25 november 2021 heeft de ondernemer per brief aan de oudercommissie gereageerd. Er stond een afspraak gepland met de oudercommissie op 2 december, die na de brief van 25 november werd geannuleerd door de oudercommissie. Op 4 december 2021 is daarop door de ondernemer met een e-mail gereageerd. Vanaf december 2021 konden aanbevelingen uit het rapport (sept-okt ‘21) opgepakt en uitgewerkt worden, waaronder zicht en grip krijgen op de financiën van de kinderopvang.
Op 10 januari 2022 heeft een gesprek met de oudercommissie plaatsgevonden waarin een aantal toezeggingen is gedaan met betrekking tot aanlevering van gevraagde gegevens.
Op 25 februari 2022 is de oudercommissie een aantal stukken aangeboden.

Op 14 maart 2022 zou een overleg over deze stukken plaatsvinden. Door omstandigheden werd dit overleg verplaatst naar 19 april 2022. In dit overleg is door de ondernemer aangegeven dat gewerkt werd aan een uitgebreide managementrapportage, waarin verschillende kengetallen worden gepresenteerd. Afgesproken is dat in september 2022 alle voor de oudercommissie van belang zijnde gegevens aangeleverd zouden worden. De gesprekken van 10 januari 2022, 25 februari 2022 en 19 april 2022 verliepen in een goede en constructieve sfeer. De ondernemer herkent zich niet in de opmerking dat de oudercommissie door de ondernemer gezien wordt als een stel lastige ouders. De ondernemer concludeert dat de situatie waarin de ondernemer verkeerde niet de meest optimale was om alle vragen van de oudercommissie te beantwoorden. Inmiddels is de situatie zodanig veranderd dat de oudercommissie in september 2022 de noodzakelijke gegevens kan ontvangen.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie heeft er kennis van genomen dat de klacht van de oudercommissie ziet op het adviestraject voor de tariefswijziging voor het jaar 2021 én voor die van het jaar 2022. De commissie zal zich in haar beoordeling beperken tot het laatste, meest recente, adviestraject. De commissie heeft opgemerkt dat partijen ook na de adviestrajecten met elkaar hebben overlegd en informatie hebben uitgewisseld en dat de beide trajecten in die zin enigszins in elkaar overlopen. De commissie wil echter een duidelijke cesuur aanbrengen en is van oordeel dat een klacht over het adviestraject dat in 2020 heeft plaats gevonden momenteel geen belang meer heeft.

Bij de beoordeling van onderhavig geschil is van belang het eerste lid van artikel 1.60 van de Wet kinderopvang, waarin wordt bepaald dat de ondernemer de oudercommissie in de gelegenheid moet stellen advies uit te brengen over de in dat artikel genoemde onderwerpen, waaronder een voorgenomen besluit tot tariefswijziging. Het tweede lid van dat artikel bepaalt dat de ondernemer van het advies slechts kan afwijken indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. Uit dat tweede lid volgt dat het adviesrecht van de oudercommissie geen instemmingsrecht is in die zin dat zonder instemming van de oudercommissie de door de ondernemer voorgestelde tariefsverhoging niet kan doorgaan.

Indien een oudercommissie een geschil met een ondernemer in de kinderopvang over de toepassing en uitvoering door de ondernemer van artikel 1.60 aan de commissie voorlegt, dan komt aan de commissie slechts een marginale toetsing toe, dat wil zeggen dat de commissie uitsluitend toetst of de ondernemer bij afweging van de betrokken belangen redelijk heeft gehandeld (lid 1 van artikel 1.66b van genoemde wet). Bij een marginale toetsing moet in het oog worden houden dat de ondernemer verantwoordelijk is en blijft voor zijn bedrijfsvoering en dus voor de prijs van de kinderopvang. Daarom komt hem een zekere mate van beoordelings- en beslissingsvrijheid toe.

De commissie dient te beoordelen of de ondernemer in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen het advies van de oudercommissie met betrekking tot de tariefstelling voor het jaar 2022 naast zich neer te leggen en of de oudercommissie voldoende in de gelegenheid is gesteld advies uit te brengen.

De commissie stelt vast dat ten behoeve van de adviesaanvraag van de ondernemer in eerste instantie onvoldoende stukken aan de oudercommissie zijn overgelegd. Dit wordt door de ondernemer in zijn verweer ook erkend en aangegeven is dat de gevraagde stukken alsnog zullen worden aangeleverd. Door de oudercommissie is niet bestreden dat deze gegevens inderdaad zijn/worden overgelegd. Geconcludeerd kan worden dat het adviestraject niet vlekkeloos is verlopen, maar dat de ondernemer voldoende inspanning heeft verricht om alsnog aan de vraag van de oudercommissie te voldoen.

Voor wat betreft het uitgebrachte negatief advies van de oudercommissie van 14 november 2021 merkt de commissie op dat dit advies summier gemotiveerd is. De ondernemer heeft op 25 november 2021 schriftelijk gereageerd op het negatieve advies van de oudercommissie en daarin aangegeven dat de tarieven voor 2022 in afwijking van het advies toch zullen worden verhoogd. De commissie is van oordeel dat de ondernemer voldoende heeft aangetoond dat de tariefsverhoging in het belang is van de door hem geboden kinderopvang. Daarmee heeft de ondernemer bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid kunnen besluiten de voorgestelde tariefsverhoging voor het jaar 2022 door te voeren.
Ten tijde van het indienen van de klacht in februari 2022 was het onderdeel van de klacht ten aanzien van onvoldoende informatieverstrekking door de onderneming weliswaar gegrond, maar door omstandigheden nadien, de gevoerde gesprekken en toezegging van de ondernemer ten aanzien van het aanleveren van stukken, heeft de oudercommissie er nu geen belang meer bij om de ondernemer op te dragen stukken aan te leveren. De commissie gaat ervan uit – een andersluidend bericht is van de oudercommissie niet ontvangen – dat aan de wens van de oudercommissie voldoende is/wordt tegemoetgekomen.
Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie:

• verklaart de klacht ongegrond.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, mevrouw mr. S.A.M.F. Sjoukes, de heer drs. H. Grachten, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. M. Gardenier, secretaris, op 21 september 2022.