Commissie: kinderopvang
Categorie: opzegging overeenkomst
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
241856/242841
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Het geschil betreft de eenzijdige opzegging van de opvangovereenkomst door de ondernemer voor de dochter van de consument per 24 december 2023 vanwege personeelstekort. De consument is niet akkoord met de opzegging door de ondernemer en verlangt dat er op de locatie eerst wordt gezocht naar een andere oplossing dan het halveren van de babygroep. De wettelijke kwaliteitsverplichtingen en goed werkgeverschap noodzaakten de ondernemer daarom maatregelen te nemen De ondernemer heeft ervoor gekozen random te bepalen voor welke kinderen het opvangcontract wordt opgezegd. Het is vaste jurisprudentie van de commissie dat personeelstekorten in de kinderopvangbranche in beginsel tot het ondernemersrisico behoren. De commissie komt tot de conclusie dat de opvangovereenkomst voor de dochter van de consument niet juist is opgezegd. Een eenzijdige opzegging is alleen gerechtvaardigd op grond van een zwaarwegende reden. Hiervan is volgens de commissie niet gebleken. Nu er geen sprake is van een rechtsgeldige opzegging, kan het besluit tot opzegging niet in stand blijven. De klacht is gegrond en de overeenkomst blijft in stand.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de eenzijdige opzegging van de opvangovereenkomst van de dochter van de consument door de ondernemer met ingang van 24 december 2023.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dat op het volgende neer.
De consument heeft met de ondernemer een opvangovereenkomst voor zijn dochter gesloten, ingaande op 26 april 2023. De dochter heeft twee dagen per week gebruik gemaakt van de opvang, op de donderdagen en vrijdagen. Op 20 november 2023 is een aanvullend opvangcontract gesloten voor extra opvang op dinsdagochtend. Dit contract is feitelijk ingegaan op 21 november 2023.
Op 23 november 2023 heeft de consument telefonisch contact met de ondernemer, waarbij de directeur eenzijdig de opvangovereenkomst heeft opgezegd vanwege personeelstekort.
Later is dit door de ondernemer schriftelijk bevestigd. Dit terwijl enkele dagen ervoor het opvangcontract voor de dochter van de consument nog is uitgebreid met een halve dag per week.
Blijkbaar was er al langer sprake van een personeelstekort op de betreffende opvanglocatie waar de dochter van de consument wordt opgevangen. De consument begrijpt dan ook niet waarom contracten worden uitgebreid, nieuwe kinderen op de locatie op de babygroep worden aangenomen en er zelfs een nieuwe BSO-groep is gestart ([naam nieuwe BSO-groep]). De ondernemer had eerst het bestaande personeelstekort op de draaiende groepen op moeten lossen in plaats van verder uit te breiden.
De consument is niet akkoord met de opzegging door de ondernemer en verlangt dat er op de locatie eerst wordt gezocht naar een andere oplossing dan het halveren van de babygroep. Verder verlangt de consument dat de eenzijdige opzegging wordt geannuleerd en het opvangcontract voor zijn dochter in stand blijft tot de afgesproken datum, te weten 21 januari 2027.
Ter zitting heeft de partner van de consument vraagtekens gezet bij de stelling van de ondernemer over het random opzeggen van de opvangovereenkomsten op de babygroep (0-2 jaar). Zij vermoedt dat er wel onderscheid is gemaakt bij het opzeggen van de opvangcontracten en er bewuste keuzes zijn gemaakt. Alle contracten voor kinderen van personeel van de ondernemer zijn in stand gebleven. Nu de consument met de ondernemer een aantal veiligheidsincidentjes heeft gehad, vermoedt de partner van de consument dat dat mogelijk aanleiding is geweest voor de opzegging van het opvangcontract.
Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft ter zitting toegelicht waarom zij het opvangcontract van de dochter van de consument per 24 december 2023 heeft beëindigd. De ondernemer kan vanwege langdurig personeelstekort op de babygroep, niet anders dan deze groep halveren.
Vanaf april 2023 heeft de ondernemer te maken met een groot personeelsverloop en het niet kunnen vervullen van openstaande vacatures. De ondernemer biedt 24-uurs opvang en heeft een eigen flexpool, maar dit biedt onvoldoende mogelijkheden om 24-uurs opvang op de babygroep te kunnen realiseren. De wettelijke kwaliteitsverplichtingen en goed werkgeverschap noodzaakten de ondernemer daarom maatregelen te nemen, zodat de bezetting op de 0-2 groep, waar de dochter van de consument wordt opgevangen, weer op orde zou komen.
De ondernemer heeft ervoor gekozen random te bepalen voor welke kinderen het opvangcontract wordt opgezegd. Niet gekeken is of voor deze kinderen een 24 uur flexibel contract was afgesloten dan wel een contract voor de dagopvang. Wel zijn de opvangovereenkomsten voor kinderen die pas heel kort werden opgevangen, als eerste opgezegd. De keuze voor opzegging van het opvangcontract voor de dochter van de consument (en de overige kinderen) is willekeurig tot stand gekomen. Het hadden naar het oordeel van de ondernemer net zo goed andere kinderen kunnen betreffen die op de groep worden opgevangen.
De ondernemer stelt er alles aan gedaan te hebben om de opzeggingen te kunnen voorkomen. Zo heeft de ondernemer een gesprek met de gemeente gevoerd teneinde te bewerkstelligen om niet volledig gekwalificeerd personeel op andere plaatsen binnen de opvanglocatie in te kunnen zetten. Dit heeft niet tot het gewenste resultaat geleid. Dat de ondernemer groepen is blijven opstarten en kinderen is blijven aannemen, terwijl de ondernemer bekend was met het personeelstekort, ontkent de ondernemer stellig. De uitbreiding op de locatie waar de consument op doelt betreft de BSO. De bezetting op de BSO heeft geen invloed op de bezetting op de babygroep (0-2 jaar), nu het opleidingsniveau voor BSO anders is dan voor kinderopvang. Het is dus geen optie om BSO personeel in te zetten op een babygroep.
De ondernemer stelt er al het mogelijke aan te hebben gedaan om vervangende opvang voor de consument te regelen. De ondernemer heeft de consument aangeboden de contactgegevens, zoals bekend bij de ondernemer, door te geven aan de kinderopvang aan de overkant van de straat. Op die locatie start per 1 januari 2024 een nieuwe opvanggroep, maar de consument heeft van die mogelijkheid afgezien. Tenslotte heeft de ondernemer aangeboden de dochter op de wachtlijst te plaatsen.
Beoordeling van het geschil
De kern van het geschil betreft de vraag of de ondernemer gerechtigd was de overeenkomst met de consument met ingang van 24 december 2023 eenzijdig op te zeggen.
De consument heeft met de ondernemer een plaatsingsovereenkomst voor zijn dochter gesloten. Partijen zijn een opvangovereenkomst met elkaar aangegaan voor aanvankelijk twee dagen (donderdag en vrijdag) in de week. Het opvangcontract is per 21 november 2023 uitgebreid met de dinsdagochtend.
De opvangovereenkomst is op 23 november 2023 mondeling door de ondernemer opgezegd, omdat de ondernemer niet meer in staat is de overeenkomst uit te voeren. Als oorzaak wordt personeelstekort op de babygroep van 0-2 jaar gegeven. Na hetgeen de ondernemer ter zitting heeft toegelicht, twijfelt de commissie niet aan de goede wil van ondernemer, maar de wijze van handelen is voor de commissie onbegrijpelijk.
Bij het random opzeggen van opvangovereenkomsten blijft willekeur mogelijk. De ondernemer dient duidelijke criteria te hanteren, zoals bijvoorbeeld: last in- first out. Ook had kunnen worden bezien of op basis van vrijwilligheid contracten hadden kunnen worden opgezegd of beperkt. Het is de commissie niet gebleken dat de ondernemer ook op die manier geprobeerd heeft een oplossing te vinden.
De commissie begrijpt voorts niet dat de ondernemer op 21 november 2023 het opvangcontract met de consument uitbreidt en vervolgens twee dagen later de hele overeenkomst wegens personeelstekort opzegt, een reden die al lang bekend moet zijn geweest op 21 november 2023. Ter zitting heeft de ondernemer immers aangegeven dat sinds april 2023 er aanhoudend personele bijzonderheden/tekorten zijn geweest. Tevens was ook al enige tijd bekend dat de openstaande vacatures niet op korte termijn konden worden opgevuld.
Bovendien: het is vaste jurisprudentie dat personeelstekorten in de kinderopvangbranche in beginsel tot het ondernemersrisico behoren. In hetgeen door de ondernemer naar voren is gebracht, ziet de commissie geen aanleiding hiervan af te wijken. De ondernemer heeft veel risico genomen door kinderen aan te blijven nemen, terwijl er noodzaak bestond meer krachten aan te trekken om 24 uursdiensten te kunnen blijven aanbieden. Het personeelstekort levert dan ook geen zwaarwegende reden voor opzegging op.
Op grond van de stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, komt de commissie tot de conclusie dat de opvangovereenkomst voor de dochter van de consument niet juist is opgezegd. De opzegging dient schriftelijk te gebeuren op grond van de overeengekomen algemene voorwaarden. Een eenzijdige opzegging is bovendien alleen gerechtvaardigd op grond van een zwaarwegende reden. Van een zwaarwegende reden is naar het oordeel van de commissie hier niet gebleken.
Nu er geen sprake is van een rechtsgeldige opzegging, kan het besluit tot opzegging niet in stand blijven. De opvang voor de dochter van de consument dient te worden voortgezet. Ook na 24 december 2023 dient de consument op de overeengekomen dagen en tijdstippen gebruik te kunnen maken van de diensten van de ondernemer.
De commissie acht de klacht van de consument gegrond.
Hetgeen verder nog door partijen is aangevoerd, kan tot geen ander oordeel leiden en behoeft daarom ook geen (nadere) bespreking.
Nu de klacht van de consument gegrond wordt verklaard, dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie het door de consument betaalde klachtengeld aan hem te vergoeden.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht van de consument gegrond;
– bepaalt dat de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van €25, — aan de consument dient te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, mevrouw J.M.A. van Haren, de heer mr. E.A.J. Vergouwen, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.M. Bouter-Bijsterveld, secretaris, op 14 december 2023.