Commissie: kinderopvang
Categorie: opzegging overeenkomstVerkorte procedure
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
219566/226681
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument werd in een gesprek tot haar verbazing te kennen gegeven dat gestopt werd met de begeleiding van een van haar zoontjes. De ondernemer heeft de opvang ruim een jaar verzorgd, maar ondanks extra begeleiding bleek het niet langer mogelijk om het zoontje in de reguliere opvangvorm, zoals de ondernemer die biedt op te vangen. Vooral het onvermogen om mee te komen in de structuur van de opvang, heeft tot problemen geleid. De consument heeft gesteld dat zij geen schriftelijke en gemotiveerde opzegging van de ondernemer heeft ontvangen. In het dossier bevindt zich geen opzeggingsbrief, maar ter zitting heeft de ondernemer toegezegd die brief alsnog aan het dossier toe te zullen voegen. Naar het oordeel van de commissie voldoet de inhoud van het betreffende bericht niet aan de eisen die volgens de Algemene Voorwaarden aan een opzegging van de overeenkomst dienen te worden gesteld. Dat betekent dat de overeenkomst niet rechtsgeldig is opgezegd en dus ongewijzigd voortduurt. Omdat het zoontje extra begeleiding nodig heeft, adviseert de commissie partijen met klem samen te bekijken welke vorm van begeleiding of opvang het best voor hem kan worden ingezet. De ondernemer dient zich, naast de consument, in te spannen geschikte begeleiding of vervangende opvang te vinden.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de opzegging van de opvangovereenkomst voor één van de kinderen van de consument door de ondernemer.
Standpunt van de consument
De consument is moeder van drie kinderen die door de ondernemer worden opgevangen. De driejarige zoon [naam] wordt vanaf juni 2022 samen met zijn tweelingbroer [naam] opgevangen op locatie [“naam kinderopvang”] van de ondernemer. De [naam vestiging] is een vroeg- en voorschoolse educatie (VVE). Bij de inschrijving heeft de consument bij de ondernemer aangegeven dat [naam] als gevolg van veel oorontstekingen problemen had met zijn gehoor en daardoor wat achterliep met zijn taalontwikkeling. Om die reden had hij extra begeleiding nodig. Die begeleiding werd verzorgd door [naam andere kinderopvang].
In april 2023 werd de consument uitgenodigd voor een gesprek over de begeleiding van [naam]. Aan de consument werd in dat gesprek tot haar verbazing te kennen gegeven dat gestopt werd met de begeleiding en [naam] niet langer kon worden opgevangen door de ondernemer. Aan de consument was steeds verteld dat het goed ging met [naam]. Op 9 mei 2023 was er weer een gesprek waarin de consument werd meegedeeld dat de pedagogisch medewerkers van de ondernemer de zorg voor [naam] te zwaar vonden en de opvang met ingang van de zomervakantie gestopt werd.
Vanaf 22 juli 2023 is [naam] niet meer naar de opvang geweest maar zijn broertje [naam] wel. In juni 2023 is [naam] geopereerd aan zijn oren waardoor het een stuk beter met zijn ontwikkeling gaat. [Naam] mist zijn broertje en de andere kinderen en wil graag terug naar de [naam kinderopvang]. Juist bij de naam [kinderopvang] kan gewerkt worden aan de taalachterstand van [naam].
De consument is van mening dat de ondernemer de overeenkomst op onjuiste wijze en zonder zwaarwegende redenen heeft opgezegd. Zij heeft geen schriftelijke gemotiveerde opzegging ontvangen, vraagt om een instandhouding van de opvangovereenkomst en een toelating van [naam] tot de opvang van de ondernemer. De kinderarts van [naam] heeft het belang hiervan benadrukt. De ondernemer heeft de consument aangeraden [naam] naar een Plusgroep te brengen, maar volgens de kinderarts kan [naam] uitstekend in de reguliere opvang blijven. Daarbij is de locatie van de Plusgroep te ver om de consument in staat te stellen haar twee andere kinderen naar de [naam kinderopvang] te brengen en [naam] naar de Plusgroep. Vanwege het spoedeisend belang voor [naam] heeft de consument het geschil voorgelegd in een verkorte procedure.
Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft de opvang van [naam] ruim een jaar verzorgd, maar ondanks extra begeleiding bleek het niet langer mogelijk [naam] in de reguliere opvangvorm, zoals de ondernemer die biedt op te vangen. De taalontwikkeling van [naam] is niet het probleem, maar zijn onvermogen om mee te komen in de structuur van de opvang. De operatie aan zijn gehoor heeft daar geen verandering in gebracht. Ondanks begeleiding van [andere kinderopvang] is het niet gelukt de ontwikkeling van [naam] zodanig te verbeteren dat hij mee kan doen in de groep. De ondernemer had dit graag anders gezien. maar kan de opvang voor [naam], anders dan voor zijn tweelingbroer [naam], niet langer realiseren. Er is een observatie geweest en gebleken is dat [naam] één op één begeleiding nodig heeft en die kan de ondernemer niet bieden. Vanwege een tekort aan medewerkers bij [andere kinderopvang] is het niet altijd mogelijk begeleiding via hen in te zetten. De ondernemer heeft een plek voor [naam] gezocht in een Plusgroep waar [naam] beter tot zijn recht zou komen, maar de consument voelt daar niet voor. Omdat de ondernemer [naam] niet langer de zorg kan bieden die van de ondernemer verwacht mag worden heeft de ondernemer de opvangovereenkomst opgezegd.
Beoordeling van het geschil
De drie kinderen van de consument worden opgevangen op de locatie de [kinderopvang] van de ondernemer. Het geschil betreft de opvang van de driejarige zoon [naam]. Partijen zijn het erover eens dat [naam], anders dan zijn tweelingbroertje [naam], extra begeleiding nodig heeft. De ondernemer stelt die (begeleide) opvang niet langer te kunnen bieden om welke reden hij de opvangovereenkomst op 21 juni 2023 per 22 juli 2023 heeft opgezegd.
Een ondernemer is slechts bevoegd een opvangovereenkomst tussentijds op te zeggen op grond van een zwaarwegende reden, zie artikel 10 lid 3 van de Algemene voorwaarden voor Kinderopvang Dagopvang en Buitenschoolse opvang (hierna: de Algemene Voorwaarden). Daarbij dient op grond van artikel 10 lid 4 van de Algemene Voorwaarden de opzegging gemotiveerd en schriftelijk te worden gedaan.
De consument heeft gesteld dat zij geen schriftelijke en gemotiveerde opzegging heeft ontvangen. In het dossier bevindt zich geen opzeggingsbrief. Ter zitting heeft de ondernemer toegezegd die brief alsnog aan het dossier toe te zullen voegen. Na de zitting heeft de commissie een kopie van een email van 21 juni 2023 van de ondernemer aan de consument ontvangen met de volgende inhoud:
Beste [naam],
Op 13 april en 9 mei hebben wij contact gehad over het beëindigen van het contract van [naam] (per 22 juli). Vandaag hebben we telefonisch opnieuw besproken dat de opvang van [naam] per 22 juli 2023 wordt stopgezet. Hierbij ontvang je daarvan een schriftelijke bevestiging.
Met vriendelijke groet,
[naam]De inhoud van deze email voldoet niet aan de eisen die volgens de Algemene Voorwaarden aan een opzegging van de overeenkomst dienen te worden gesteld. Dat betekent dat de overeenkomst niet rechtsgeldig is opgezegd en dus ongewijzigd voortduurt.
Omdat [naam] extra begeleiding nodig heeft, hecht de commissie eraan partijen met klem te adviseren samen te bekijken welke vorm van begeleiding [(naam andere kinderopvang)] of opvang (een Plusgroep) het best voor [naam] kan worden ingezet. De ondernemer dient zich, naast de consument, in te spannen geschikte begeleiding of vervangende opvang voor [naam] te vinden.
Op grond van het voorgaande verklaart de commissie de klacht van de consument gegrond en zal bepalen dat de ondernemer het klachtengeld aan de consument dient te vergoeden.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht van de consument gegrond;
– bepaalt dat geen sprake is van een rechtsgeldige opzegging en dat de overeenkomst tussen de consument en de ondernemer tot opvang van [naam] ongewijzigd van kracht is;
– bepaalt dat de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,00 aan de consument dient te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, mevrouw drs. J.W. Rutjens MPA en de heer H. Stel, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.C. Quint, secretaris, op 21 augustus 2023.