Oudercommissie heeft recht op tijdige informatie voor het uitbrengen van advies

Klachtenloket Kinderopvang



Commissie: Oudercommissie    Categorie: Adviesrecht    Jaartal: 2016
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 2016-102494

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

De ondernemer communiceert niet met de oudercommissie over gewijzigde openingstijden voor de buitenschoolse opvang als gevolg van gewijzigde schooltijden. De communicatie tussen partijen kon veel beter en de adviesaanvraag was veel te laat. De oudercommissie kan daarom geen advies geven. De ondernemer erkent dat hij steken heeft laten vallen in de communicatie met de oudercommissie en heeft het voornemen de samenwerking met de oudercommissie te verbeteren. De ondernemer hoefde echter niet alsnog verantwoording af te leggen over tariefswijzigingen van eerdere jaren.

Het geschil betreft communicatie met betrekking tot adviesverlening door de oudercommissie. De oudercommissie heeft op 4 mei 2015 de klacht schriftelijk voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de oudercommissie

Voor het standpunt van de oudercommissie baseert de commissie zich op het klachtenformulier met bijlagen dat de commissie op 11 april 2016 heeft ontvangen. Het standpunt van de oudercommissie luidt in hoofdzaak als volgt.

Van de zijde van de ondernemer is er geen communicatie met de oudercommissie over lopende zaken en aanpassing van voorwaarden. Zo is over de aanpassing van voorwaarden 2016 geen advies bij oudercommissie ingewonnen en zijn de tarieven voor de opvang voor 2016 verhoogd met 2,9%.

Na heel vaak bellen, mailen en aanhouden heeft op 6 januari 2016 een gesprek tussen de ondernemer en de oudercommissie plaatsgevonden waarin is afgesproken dat alsnog een advies over de verhoging van de tarieven aan de oudercommissie zou worden voorgelegd. De oudercommissie heeft onvoldoende informatie ontvangen om uiteindelijk een advies te kunnen geven. De oudercommissie heeft dit aan de ondernemer kenbaar gemaakt en verzocht om onderliggende stukken maar heeft tot op heden geen antwoord ontvangen. Evenmin is met de oudercommissie gecommuniceerd over het van te voren innen van gelden en is de oudercommissie van oordeel dat de ondernemer zijn financiële administratie niet op orde heeft. Daarnaast stelt de oudercommissie dat de ondernemer met betrekking tot het aanbieden van een nieuw dienstverleningspakket in het nieuwe schooljaar de oudercommissie niet dan wel onvoldoende heeft geïnformeerd.

De oudercommissie verzoekt de commissie de ondernemer erop te wijzen dat hij zijn verplichtingen ten aanzien van de oudercommissie dient na te komen.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Naar aanleiding van een aan de ouders gezonden brief met de tariefstelling voor 2016 heeft de voorzitter van de oudercommissie contact met de ondernemer opgenomen en aangegeven dat de oudercommissie in deze niet was gehoord. De ondernemer was op dat moment in de veronderstelling dat de locatiemanager de adviesprocedure volgens protocol had gevolgd.
De ondernemer heeft de oudercommissie voorgesteld om op 6 januari 2016 bij elkaar te komen om alsnog de adviesaanvraag over de tarieven te bespreken en ook de overige irritaties te vernemen. Dit gesprek heeft plaatsgevonden.
De oudercommissie heeft uitgesproken dat zij eerder betrokken wenst te worden bij afspraken over de wijziging van dienstverlening zoals die tussen de basisschool en de ondernemer worden gemaakt. De ondernemer is van oordeel dat zij de oudercommissie kan informeren maar dat, daar waar het gaat om dienstverlening door de ondernemer en het onderliggende contract, er voor de oudercommissie geen rol is weggelegd.

Op 7 februari 2016 heeft de oudercommissie een nadere onderbouwing van het tarief voor 2014 en 2015 gevraagd. De ondernemer heeft in deze jaren de tarieven niet verhoogd en heeft aan de oudercommissie kenbaar gemaakt dat deze informatie niet relevant is voor de tariefbepaling van 2016. De ondernemer heeft voldoende kengetallen in de onderbouwing van de tariefvaststelling overgelegd. De ondernemer is van oordeel dat het niet tot de taak van de oudercommissie behoort om verantwoording aan de locatiemanager te vragen over de bestedingen en bedrijfsvoering.

De ondernemer erkent dat er met betrekking tot de communicatie met de oudercommissie fouten zijn gemaakt en hoopt dat in een nader gesprek met de (nieuwe) oudercommissie de verstandhouding kan worden verbeterd.

Ter zitting heeft de ondernemer haar standpunt toegelicht.

De ondernemer heeft nogmaals erkend dat de procedure met betrekking tot de adviesaanvraag voor de tariefswijziging niet volgens het protocol is verlopen. De locatiemanager heeft verzuimd om de oudercommissie hierover tijdig te informeren en advies te vragen. De locatiemanager is al geruime tijd  arbeidsongeschikt. Hierdoor is de communicatie met de oudercommissie tekortgeschoten.
De directrice was niet op de hoogte van de irritaties en onvrede van de oudercommissie op deze locatie. 

De ondernemer heeft meerdere locaties waar opvang wordt gerealiseerd. Hij werkt met zelfsturende teams die binnen een vastgestelde begroting hun budgetten zelfstandig kunnen invullen. Jaarlijks moeten de locatiemanagers hierover rapporteren. De ondernemer is van oordeel dat het invullen van deze budgetten niet behoort tot de taak van de oudercommissie. De locatiemanager heeft dienaangaande ten onrechte verwachtingen bij de oudercommissie gewekt.

De oudercommissie wenste inzage in de onderliggende stukken van de tariefsopbouw van 2014 en 2015. Deze stukken heeft de ondernemer niet aan de oudercommissie gegeven. De tarieven zijn in deze jaren niet verhoogd en het tarief voor 2014 is vastgesteld na advies van de toenmalige oudercommissie. De ondernemer heeft voldoende gegevens verstrekt op basis waarvan zij de tarieven over 2016 wil verhogen. De ondernemer stelt dat de oudercommissie te veel op de stoel van de ondernemer wil zitten.

Desgevraagd deelt de ondernemer mee dat de adviestrajecten voor het aanpassen van de tarieven over 2016 al voor de zomervakantie in moeten gaan. In september 2015 hadden alle adviesaanvragen er moeten zijn. De managers van de locaties moeten vervolgens aan de leiding over deze adviezen rapporteren. Dit is ook gebeurd. De ondernemer ging er dan ook vanuit dat de adviesprocedure op deze locatie volgens de regels was verlopen en heeft daarop de bewuste brief aan de ouders verzonden. Omdat de locatiemanager ziek was is de procedure op deze locatie niet volgens het protocol verlopen. De ondernemer neemt hiervoor alle verantwoordelijkheid.

De ondernemer heeft geprobeerd om de adviesprocedure alsnog in januari 2016 in gang te zetten door de oudercommissie in de gelegenheid te stellen te adviseren, maar het advies is niet gekomen. Inmiddels heeft de oudercommissie zichzelf opgeheven. De ondernemer hoopt na de vakantie met een nieuwe oudercommissie een betere verstandhouding te krijgen en de communicatie weer vlot te trekken.

Het beleid aangaande de openingstijden is in overleg met de school, de ouders, de medezeggenschapsraad en de oudercommissie tot stand gekomen. De ondernemer heeft een enquête doen uitgaan waarin de ouders konden aangeven wat hun opvangbehoefte was. Tussentijds is er met de oudercommissie gecommuniceerd. Op basis daarvan is de opvang aangepast. De ondernemer heeft het idee dat de oudercommissie al eerder bij de gesprekken met de school betrokken had willen worden. Zij blijft van mening dat het hier bedrijfsvoering betreft waarin geen taak van een oudercommissie is weggelegd.

Beoordeling van het geschil

De commissie overweegt als volgt.

Uit de mededelingen van de ondernemer blijkt dat de besluitvormingsprocedure over de tarieven voor het daaropvolgende jaar telkens vóór de zomervakantie wordt gestart. Dat was ook het geval met de voorgenomen wijziging van de tarieven over 2016. In dit verband wordt verwezen naar een schrijven van 30 oktober 2015, waarin de ouders worden geïnformeerd over het (voorgenomen) tarief van de BSO over 2016. Vast is komen te staan dat de ondernemer – hoewel hij daartoe verplicht is op grond van Wet Kinderopvang (artikel 1.60 lid 1 sub f) heeft nagelaten bij de oudercommissie hieromtrent tijdig advies in te winnen. Immers, de ondernemer heeft op 18 december 2015 een schriftelijke adviesaanvraag geformuleerd, welke pas op 6 januari 2016 – nadat de wijziging van het uurtarief al was ingegaan – met de oudercommissie is besproken. Daarmee heeft de ondernemer de oudercommissie een reële kans ontnomen om mee te denken over en invloed uit te oefenen op het voornemen van de ondernemer om de tarieven te verhogen op het moment dat het er nog toe doet. Door aldus te handelen, heeft de ondernemer geen juiste invulling gegeven aan deze op hem uit hoofde van de wet rustende verplichting. De omstandigheid dat door ziekte van de locatiemanager het protocol niet is gevolgd doet hieraan niet af en kan hem niet disculperen. Voormelde nalatigheid van de ondernemer betreft een interne (organisatorische) kwestie, die geheel voor zijn rekening en risico komt. In zoverre acht de commissie de klacht van de oudercommissie gegrond.

Nadat de ondernemer op 6 januari 2016 alsnog aan de oudercommissie advies had gevraagd, heeft de oudercommissie hem bij mailbericht van 17 februari 2016 laten weten dat zij over onvoldoende informatie beschikte om een advies op te baseren. Zo wenste de oudercommissie bijvoorbeeld een onderbouwing van de uurprijs voor het jaar 2014/2015.
De ondernemer heeft zich hiertegen gemotiveerd verweerd.

In een geschil met een oudercommissie beoordeelt de commissie of de ondernemer bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen.
De commissie overweegt dat het op zichzelf juist is dat op de ondernemer de plicht rust om aan de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie te verstrekken die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. Voormeld criterium brengt met zich dat telkens, mede gelet op de concrete omstandigheden van het geval, dient te worden bezien om welke informatie het gaat en wat begrepen dient te worden onder een redelijke taakvervulling.
Toepassing van dit criterium betekent in het onderhavige geval het volgende.
Vaststaat dat het tarief in 2014 en 2015, dat destijds na advies van de oudercommissie tot stand is gekomen, niet is verhoogd. Tegen die achtergrond rustte op de ondernemer enkel de verplichting de voorgestelde tariefverhoging voor 2016 toe te lichten en inzichtelijk te maken. Dat heeft de ondernemer in beginsel ook gedaan. Uiteraard stond het de oudercommissie vrij om over deze toelichting nog vragen te stellen dan wel nadere inlichtingen in te winnen, maar het voert te ver om van de ondernemer te verlangen dat hij tarieven over de voorafgaande jaren (opnieuw) onderbouwt. In dit verband kan aan de zijde van de oudercommissie niet meer worden gesproken van een redelijke taakvervulling. Het vorenstaande klemt temeer nu voor de jaren 2014 en 2015 ook geen adviesrecht meer bestaat.

Wel is de commissie van oordeel dat het op de weg van de ondernemer had gelegen om de tarieven voor het jaar 2015 op te nemen in haar adviesaanvraag voor de tarieven 2016. Daarmee had hij de oudercommissie een referentiekader verstrekt voor de beoordeling van de prijsaanpassing. De commissie is echter van oordeel dat deze omissie op zich onvoldoende is om de klacht op dit onderdeel gegrond te achten.

Overigens merkt de commissie op dat de oudercommissie met het verzoek om nadere informatie heeft gewacht tot de laatste dag van de adviestermijn, 17 februari 2016. Gelet op haar medeverantwoordelijkheid voor een ordelijk verlopende adviesprocedure mag van de oudercommissie worden verwacht dat zij in dezen meer voortvarend was opgetreden.

De ondernemer stelt zich op het standpunt dat voor de oudercommissie geen rol is weggelegd bij afspraken tussen de ondernemer en derden. De ondernemer doelt hierbij op de gewijzigde openingstijden voor de buitenschoolse opvang als gevolg van gewijzigde schooltijden. De commissie stelt vast dat het wijzigen van de openingstijden een adviesplichtige aangelegenheid is (Wet Kinderopvang artikel 1.60 lid 1 sub c). De ondernemer is gehouden om zijn besluit hierover ter advisering voor te leggen aan de oudercommissie, ook als hij met dit besluit inspeelt op gewijzigde omstandigheden bij een derde partij en/of als het betreffende besluit voortvloeit uit afspraken met een externe partij. Ook in zoverre is de klacht gegrond.

De oudercommissie heeft voorts op het klachtenformulier aangegeven dat de ondernemer de financiële administratie niet op orde heeft en dat zonder voorafgaand advies de ouderbijdragen op een ander tijdstip worden geïnd. De oudercommissie heeft ervoor gekozen niet ter zitting aanwezig te zijn en heeft daarmee de commissie de mogelijkheid ontnomen om ter zake nadere toelichting te vragen. De commissie wijst deze klachtonderdelen vanwege onvoldoende onderbouwing af.

Ter zitting heeft de ondernemer verklaard dat hij ten aanzien van de communicatie met de oudercommissie steken heeft laten vallen. De commissie heeft met instemming kennis genomen van het voornemen van de ondernemer om in te zetten op een betere samenwerkingsrelatie met de oudercommissie en dat hij er op toe zal zien dat het protocol met betrekking tot adviesaanvragen in de toekomst beter wordt nageleefd.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is.

Nu de klacht van de oudercommissie gedeeltelijk gegrond wordt bevonden, beslist de commissie tevens dat de ondernemer op grond van het reglement het klachtengeld ad € 25,– aan de oudercommissie moet vergoeden.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie, oordelende naar redelijkheid en billijkheid, verklaart de klacht van de oudercommissie, zoals hiervoor bepaald gegrond.

De commissie bepaalt dat overeenkomstig het reglement van de commissie de ondernemer het klachtengeld ad € 25,– aan de oudercommissie dient te vergoeden.

De commissie acht de overige klachten van de oudercommissie niet gegrond en wijst het anders of meer gevorderde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen op 29 juli 2016.

Ster


Op maandag 16 december 2024  zijn wij telefonisch bereikbaar van 9:00 tot 14:00 uur. U kunt uiteraard altijd gebruikmaken van het contactformulier.