Commissie: Kinderdagverblijf
Categorie: Geldzaken
Jaartal: 2016
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
2016-102534
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft in hoofdzaak de vraag of de facturering aan en bejegening van de consument door de ondernemer na diens overname van de kinderopvangorganisatie waar de consument gebruik van maakte correct zijn geweest.
De consument heeft de klacht op 23 januari 2016 schriftelijk voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Op 28 april 2014 heeft de consument een plaatsingsovereenkomst gesloten met [naam van het kinderdagverblijf] voor kinderopvang van haar zoontje gedurende twee dagen in de week. [Naam van het kinderdagverblijf] is per 1 september 2015 overgenomen door de ondernemer. Tijdens een informatieavond op 27 augustus 2015 is volgens de consument aan de ouders toegezegd dat door de overname niets zou veranderen, behalve het creëren van twee horizontale groepen. Alleen aan nieuwe ouders zou een plaatsingsovereenkomst aangeboden worden met gewijzigde openingstijden (vanaf 7.30 in plaats van 8.00 uur). Verder zouden de tarieven van [naam van het kinderdagverblijf] tot 1 januari 2016 worden gehanteerd. Eind december 2015 ontving de consument enerzijds een urenopgave 2016 waarin wordt uitgegaan van de oude openingstijden (86,66 uur per maand), anderzijds een tariefwijziging per 1 februari 2016 waarin wordt uitgegaan van de nieuwe openingstijden (91 uur per maand). Vervolgens ontving de consument eind januari 2016 een nieuwe plaatsingsovereenkomst met een gewijzigd tarief en nieuwe openingstijden, terwijl deze alleen voor de nieuwe ouders zouden gelden. De consument heeft de nieuwe overeenkomst onder protest getekend en de betalingen per februari 2016 onder protest voldaan.
De consument acht deze handelwijze in strijd met de op de ouderavond gedane toezegging. De oudercommissie is volgens de consument bij deze tariefwijziging niet om advies gevraagd. De consument voelt zich onheus bejegend doordat ze meerdere malen geen antwoord heeft gekregen op haar e-mails en geen reactie op de onder protest gedane betalingen. De ondernemer gaf alleen het algemene antwoord dat [naam van de crèche] het uurtarief van het oude [naam van het kinderdagverblijf] heeft moeten verhogen om de exploitatie van de kinderopvang in stand te kunnen houden. De consument heeft om die reden op 25 maart 2016 de overeenkomst opgezegd per 25 april 2016. De consument is het niet eens met de eindfactuur over de maand april en vraagt zich af of dit bedrag wel juist is berekend.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. In haar woonplaats is de vraag naar kinderopvang groter dan het aanbod. De consument heeft de plaatsingsovereenkomst bij de ondernemer pas opgezegd toen ze elders een plek voor haar zoontje kon krijgen omdat in haar woonplaats een nieuwe kinderopvangorganisatie was gestart. De consument wil in de eerste plaats graag gehoord worden en in de tweede plaats het volgens haar teveel betaalde bedrag terug ontvangen. Het gaat dan om een half uur extra per dag voor 2 dagen per week in de periode 1 februari 2016 tot de opzegging per 25 april 2016 tegen een uurtarief van € 7,05.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
[Naam van het kinderdagverblijf] is per 1 september 2015 met voltallig personeel overgenomen door de ondernemer om sluiting te voorkomen. Het kinderdagverblijf verkeerde in een financieel slechte positie door een te laag uurtarief, hoge personeelskosten en slecht betalingsgedrag van de klanten. Om kans te maken op voortzetting moesten aanpassingen worden gedaan aan de openingstijden en het tarief; deze zijn gelijkgesteld aan die bij de andere vestigingen.
Een maand van tevoren, namelijk op 31 december 2015, heeft de ondernemer de ouders geïnformeerd over de gewijzigde openingstijden en tarieven, zodat de ouders de gelegenheid hadden om op te zeggen als ze daarmee niet akkoord waren. De ondernemer heeft aan de oudercommissie een adviesaanvraag tarieven voorgelegd met een financiële onderbouwing. De oudercommissie verzocht om de tarieven twee maanden later te laten ingaan, maar vanwege de financiële positie kon dit verzoek niet worden gehonoreerd. Hierover had de oudercommissie ook advies aan BOinK gevraagd, hetgeen in de nieuwsbrief is gecommuniceerd. De oudercommissie heeft de ouders geadviseerd om op te zeggen indien zij niet met het gewijzigde tarief en openingstijden akkoord konden gaan. Van de consument is geen opzegging ontvangen.
De consument had vragen over de facturen per 1 februari 2016, die volgens het nieuwe tarief zijn berekend, en over de laatste opvangdag. De ondernemer heeft daarover vriendelijk en zorgvuldig uitleg gegeven en ook toegelicht hoe de eindfactuur is opgebouwd. Dat de consument de overeenkomst onder protest heeft getekend doet er niet aan af dat zij ervoor gekozen heeft een nieuwe overeenkomst te sluiten in plaats van op te zeggen en elders opvang te zoeken. De consument is altijd vriendelijk te woord gestaan; dat zij het met de uitleg van de ondernemer niet eens was, betekent niet dat zij niet vriendelijk te woord is gestaan.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Tijdens de ouderavond op 27 augustus 2015 is niet uitdrukkelijk toegezegd dat er voor de huidige ouders in de toekomst niets zou veranderen. Er was nog niet zeker in hoeverre de tarieven en openingstijden voor de huidige ouders gelijk konden blijven. De ondernemer heeft na de overname veel energie gestoken in het brengen van het kinderdagverblijf in een gezonde financiële positie, het oprichten van en overleg voeren met een oudercommissie, die er voorheen niet was, en het werken aan een verbeterd pedagogisch beleid, conform eisen van de GGD. Gedurende de daaropvolgende maanden in 2015 werd aan ondernemer duidelijk dat de prijzen van [naam van het kinderdagverblijf] te laag waren voor een goede exploitatie en dat het hanteren van verschillende openingstijden onhoudbaar was. Pas eind december 2015 is het advies van de oudercommissie hierover ontvangen. Daarom kon dat toen pas aan de ouders worden gecommuniceerd. Achteraf gezien had de ondernemer ook meteen kunnen beslissen om met ingang van 1 september 2015 de openingstijden voor de ‘huidige’ en nieuwe ouders gelijk te stellen, maar de noodzaak daarvan stond toen nog niet vast en de ondernemer heeft juist uit coulance de huidige ouders die dat wilden, langer van het lagere tarief willen laten profiteren. Veel ouders die op de wachtlijst stonden wilden juist graag dat de kinderopvang een half uur eerder open ging. Het bedrag dat de consument terugverlangt komt neer op in totaal circa € 75,– bruto oftewel € 37,50 netto.
De ondernemer verzoekt – zo begrijpt de commissie – de klacht ongegrond te achten.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De consument maakt er bezwaar tegen dat de ondernemer, na de overname van het kinderdagverblijf van de vorige eigenaar, nieuwe overeenkomsten heeft aangeboden en de tarieven en openingstijden heeft gewijzigd. De consument acht dit in strijd met de toezeggingen gedaan op de ouderavond van 27 augustus 2015. De commissie stelt, op basis van het verslag van de ouderavond, vast dat toen besproken is dat het oude tarief zou gelden tot 1 januari 2016, zodat de ondernemer gerechtigd was om het tarief – mits tijdig aangekondigd – met ingang van 1 januari 2016 te verhogen. Verder is weliswaar besproken dat voor nieuwe ouders gewijzigde openingstijden zouden gelden, maar dat brengt nog geen harde toezegging mee dat de openingstijden voor de huidige ouders ook in de -verdere – toekomst ongewijzigd zouden blijven. Op dit punt acht de commissie de ondernemer in beginsel gerechtigd wijzigingen door te voeren en gerechtigd om na de overname aan de ouders nieuwe overeenkomsten aan te bieden, zoals in januari 2016 is gedaan.
Hiervoor is wel vereist dat de ondernemer de oudercommissie in de gelegenheid heeft gesteld om over deze wijzigingen advies uit te brengen. De commissie begrijpt uit hetgeen de ondernemer naar voren heeft gebracht dat de ondernemer advies bij de oudercommissie heeft ingewonnen, dat de oudercommissie vervolgens advies heeft gevraagd aan BoinK en dat daarover in een nieuwsbrief aan de ouders is gecommuniceerd. Aan dat vereiste is derhalve voldaan.
Voorts is vereist dat de ondernemer deze wijzigingen tijdig communiceert. De ondernemer heeft de ouders in de brief van 31 december 2015 over het gewijzigde tarief en de gewijzigde openingstijden per 1 februari 2016 geïnformeerd. Gezien de voorgeschiedenis en de ten tijde van de ouderavond door de ondernemer gedane toezeggingen en opgewekte verwachtingen is dit rijkelijk laat. Het mag zo zijn dat de ondernemer zelf niet eerder dan in december zeker was van de noodzaak tot de tariefsverhoging, hij had in een eerder stadium ten minste kunnen communiceren over de mogelijke scenario’s. De ouders dienden immers een reële mogelijkheid te hebben om zich te oriënteren op eventuele mogelijkheden elders. Ook gelet op het toepasselijke artikel 16 lid 2 van de algemene voorwaarden is de kennisgeving overigens strikt genomen te laat, nu de termijn feitelijk één week langer had dienen te zijn. Nu de kennisgeving op zich voor de consument op dat moment geen aanleiding was de overeenkomst op te zeggen, is zij met deze (geringe) termijnoverschrijding niet in haar hiervoor bedoelde belangen geschaad. Slechts zou gezegd kunnen worden dat de nieuwe voorwaarden pas een week later hun gelding zouden krijgen, maar nu de consument heeft aangegeven de tariefswijziging niet aan te vechten zou het dan slechts om de opvanguren gaan. Het belang van de consument dat hiermee gemoeid is (het gaat voor één week om tweemaal een half uur) acht de commissie te gering om, in de afweging tegen de belangen van de ondernemer om de opvangvoorwaarden van alle vestigingen te harmoniseren en de bedrijfsvoering rendabel te krijgen, te kunnen leiden tot gegrondverklaring van de klacht.
Het is te prijzen dat de ondernemer het kinderdagverblijf na de overname in een gezonde financiële positie heeft kunnen brengen, alle medewerkers die er voorheen werkzaam waren, heeft kunnen behouden en het pedagogisch beleid op een hoger plan heeft kunnen brengen. Echter, de commissie benadrukt nogmaals dat de ondernemer één en ander duidelijker en vollediger aan de ouders had moeten communiceren. Zo had de ondernemer in de brief van 31 december 2015 explicieter kunnen vermelden dat de openingstijden gewijzigd zouden worden, zeker nu daarover tijdens de ouderavond van 27 augustus 2015 wellicht andere verwachtingen waren gewekt.
Ook had de ondernemer de ouders duidelijker moeten informeren dat door de overname nieuwe algemene voorwaarden van toepassing waren – te weten de Algemene Voorwaarden voor Kinderopvang, Dagopvang en Buitenschoolse opvang – alsmede dat ouders die tegen de op stapel staande wijzigingen bezwaar hebben, ingevolge deze voorwaarden de overeenkomst konden opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn van één maand. Een en ander maakt echter het oordeel dat de door deze onzorgvuldigheid eventueel geschonden belangen te gering zijn om hieraan de door de consument gewenste consequenties te verbinden, niet anders.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen op 28 juni 2016.