Ondernemer wil stoppen met flexibel contract, ouder is het er niet mee eens

Klachtenloket Kinderopvang
Print Friendly, PDF & Email



Commissie: kinderopvang    Categorie: overeenkomst    Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 21003/24174

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De kinderopvang is onlangs overgenomen door de ondernemer. Er is besloten om te stoppen met het aanbieden van flexibele contracten. De consument is het hier niet mee eens. Er wordt al jarenlang gebruik gemaakt van flexibele contracten. De ondernemer stelt dat hij het recht heeft om de wijziging door te voeren, indien dit zorgvuldig gebeurt en alle betrokkenen worden geraadpleegd. De ondernemer stelt dat de ouders worden vertegenwoordigd door de Oudercommissie. Die heeft ingestemd met de wijziging. In de algemene voorwaarden, die van toepassing zijn op de plaatsingsovereenkomst, staat dat een wijziging van het aantal dagdelen en het tarief daarvan kenbaar worden gemaakt door een mutatieformulier. De ouder heeft geen mutatieformulier ondertekend. De commissie stelt dat er geen sprake is van een schriftelijke overeenkomst tussen de partijen tot eenzijdige wijziging van de overeenkomst. Daarnaast is er volgens de commissie geen reden om de overeenkomst eenzijdig te wijzigen.

Volledige uitspraak

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Kinderopvang (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennis genomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 6 mei 2020.

Bij brief van 26 maart 2020 heeft het bureau van de Commissie aan beide partijen bericht dat de Commissie de behandeling van het geschil zal afdoen zonder mondelinge behandeling. De Commissie heeft daartoe ook de bevoegdheid conform haar reglement. Alhoewel daartoe wel in de mogelijkheid gesteld, hebben geen van partijen aangegeven prijs te stellen op een mondelinge behandeling. Om die reden zijn partijen bij brief van 22 april 2020 geïnformeerd over de datum wanneer de Commissie zal beslissen over het geschil.

Onderwerp van het geschil
Het geschil heeft betrekking op de eenzijdige wijziging van de overeenkomst betreffende de kinderopvang van de twee kinderen van de consument door de ondernemer per 1 juli 2020.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument heeft een flexibel contract afgesloten met de voorganger van de ondernemer, kinderopvang EigenWijs Zwolle, voor de opvang van de twee kinderen van de consument. De consument mailt elke maand het rooster voor de maand erna aan de opvang. Dit gaat al jaren zo en alle dagen zijn altijd ingepland geweest (er is nooit in alle jaren een dag geweigerd). Op 1 juli 2019 is Eigenwijs Zwolle overgenomen door de ondernemer. Er is zowel door de eigenaren van Eigenwijs als de ondernemer aangegeven dat de bestaande contracten overgenomen zullen worden. De oude eigenaren hebben mondeling aangegeven dat met de ondernemer besproken is dat de flexibele contacten gerespecteerd zullen blijven.

Op 1 december 2019 mailt de consument de planning voor januari door en krijgt als reactie een e-mail terug dat het opgenomen is in de planning en de vraag of de consument de nieuwsbrief van 22 november 2019 heeft gelezen. Deze is door de consument nooit ontvangen en wordt alsnog aan hem toegestuurd. Hieruit blijkt dat de ondernemer per 1 juli 2020 stopt met de flexibele contracten.

De teleurstelling bij de consument is groot. Er is hierop volgend een telefonisch overleg met de planner geweest. Deze heeft een onduidelijk verhaal en geeft aan de gegevens van de consument door te zetten naar de vestigingsmanager. Dezelfde dag vindt er een fysiek gesprek plaats met de vestigingsmanager. Deze geeft aan dat de beslissing is genomen met toestemming van de oudercommissie.

Op verzoek van de consument vindt er een telefonisch gesprek plaats met de regiomanager, die de beslissing heeft genomen. Zij geeft aan dat de instemming van de oudercommissie voldoende is en dat zij niet wil terugkomen op haar beslissing. De consument is het hier niet mee eens, hij heeft immers een contract. Daarnaast gaat het bij deze locatie om slechts zes kinderen die flexibele opvang hebben en maakt de consument al heel lang gebruik van het flexibele contract. Inmiddels is er contact geweest met de oudercommissie waarin duidelijk wordt dat daar ook ruis is ontstaan. De OC (‘omdat wij in de veronderstelling waren dat de ouders om wie het ging geïnformeerd waren over deze aanstaande wijziging”.) is niet zonder meer akkoord gegaan met de wijziging (stopzetten) van de overeenkomst.
De consument wil graag een uitspraak van de geschillencommissie.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer heeft de vestiging EigenWijs in Zwolle overgenomen per 1 juli 2019. Bij de overname zijn alle medewerkers en oudercontracten overgenomen. Vervolgens is een overgangsperiode gebruikt om elkaar en de verschillende diensten te leren kennen. In die periode is besproken met elkaar en het team wat blijft en wat geëvalueerd c.q. aangepast moet worden. Het uitgangspunt hierbij was om samen de twee bedrijven nog mooier te maken. Dat betekent dat elementen van Eigenwijs worden overnemen in het Kindergarden beleid en visa versa. Daarnaast blijft de ondernemer als bedrijf zich ontwikkelen en wordt met regelmaat het beleid aangepast. Voor een overgenomen vestiging kan dat op meerdere vlakken een verandering betekenen. In het geval van EigenWijs krijgen de medewerkers meer opleidingen en wordt toegewerkt naar één pedagogisch beleid. Ook wordt de keuken verbouwd zodat verse warme maaltijden kunnen worden aangeboden aan alle kinderen. Er worden ouderapps geïntroduceerd voor snellere communicatie en zo zijn nog meer aanpassingen gedaan. Ook wordt een aantal voorwaarden geharmoniseerd en dat gebeurt aan het einde van het jaar samen met de tariefsaanpassing. Dit heeft tot gevolg gehad dat een aantal aanpassingen in de contracten is doorgevoerd. Zo wordt gewerkt met één tarief, waarbij het duurdere babytarief komt te vervallen en is de opzegtermijn verkort naar 1 maand.

De ondernemer houdt zich aan de wettelijke regels en geeft alleen akkoord op ruildagen en extra vakantiedagen als de bezetting dit toelaat. De ondernemer komt ouders tegemoet in langere openingstijden, allemaal aanpassingen in het contract. Zo ook in het geval van de flexibele contracten.
Er zijn zes ouders die hier gebruik van maken en deze ouders wordt een halfjaar de gelegenheid geboden om een andere oplossing te vinden. De ondernemer begrijpt dat deze beslissing voor de consument niet wenselijk is. Een harmonisatie betekent echter niet alleen voordelen, het is het goed samengaan van verschillende voorwaarden. De ondernemer heeft het recht om deze wijziging door te voeren, mits dit uiteraard zorgvuldig gebeurt en alle betrokkenen, inclusief de ouders, worden geraadpleegd. De ouders worden in dit geval vertegenwoordigd door de Oudercommissie. Het is namelijk in de praktijk ondoenlijk voor de ondernemer om alle ouders individueel naar hun mening te vragen. De Oudercommissie heeft ingestemd met de wijziging. Het is aan de Oudercommissie zelf om haar besluit aan de ouders te communiceren en toe te lichten. Het besluit tot wijziging getuigt inhoudelijk ook van een redelijke belangenafweging. Zo gaat de wijziging pas in per 1 juli 2020, waarbij ouders kunnen kiezen om te blijven of om andere opvang te zoeken en de kinderopvang bij de ondernemer te beëindigen.
Indien ouders blijven biedt de ondernemer de mogelijkheid om de vaste dagen uit te kiezen.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Tussen partijen staat vast dat de consument een flexibel contract heeft afgesloten met de rechtsvoorganger van de ondernemer tot opvang van de twee kinderen van de consument.
Per 1 juli 2019 is de vestiging overgenomen door de ondernemer. Hierbij is overeengekomen dat de bestaande contracten worden gecontinueerd. In de nieuwsbrief van 22 november 2019 is aangekondigd dat de flexibele contracten per 1 juli 2020 komen te vervallen.

In beginsel staat het de ondernemer vrij om, binnen de wettelijke kaders, de door haar aangeboden dienstverlening aan te passen aan veranderende inzichten en eisen. Die mogelijkheid tot eenzijdige wijziging van het aanbod, dient dan wel schriftelijk met de consument te zijn overeengekomen.
In de algemene voorwaarden die van toepassing zijn op de plaatsingsovereenkomst die de consument is overeengekomen, is bepaald dat (artikel 3): ‘Een wijziging van het aantal dagdelen en de gevolgen daarvan voor het tarief, worden kenbaar gemaakt door middel van een mutatieformulier.
De plaatsingsovereenkomst wordt geacht voor het overige ongewijzigd te blijven’. Het contract en daarmee ook de daarop van toepassing zijnde Algemene Voorwaarden, zijn onveranderd van kracht gebleven bij de bedrijfsovername door de ondernemer. Van een schriftelijke overeenkomst tussen partijen tot eenzijdige wijziging van de overeenkomst is derhalve geen sprake.

De commissie is van oordeel dat evenmin sprake is van onvoorziene omstandigheden – zoals een sterk verslechterde financiële situatie – welke van dien aard is dat het niet redelijk is dat de consument mag verwachten dat de overeenkomst blijft zoals hij is. In zo’n geval kan de overeenkomst gewijzigd of ontbonden worden (artikel 6:258 BW). Naast het feit dat in casu geen sprake is van onvoorziene omstandigheden, kan een dergelijk verzoek tot wijziging alleen via de rechter plaatsvinden en niet door
de ondernemer zelf.

De commissie is dan ook van oordeel dat de ondernemer niet gerechtigd is, noch op basis van een eenzijdig wijzigingsbeding noch op basis van de wet, de met de consument gesloten overeenkomst voor wat betreft de flexibele opvang eenzijdig per 1 juli 2020 te wijzigen. De consument maakt dan ook tegen die wijziging terecht bezwaar.

Dit brengt mee dat als volgt dient te worden beslist.

Beslissing
De commissie :

• verklaart de klacht van de consument gegrond;
• bepaalt dat de ondernemer een bedrag van € 25,–- dient te vergoeden aan de consument ter zake van het klachtengeld.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit de heer mr. J.M.P. Drijkoningen, voorzitter, mevrouw A.J.M. van Hoesel – de Haas, de heer H. Stel, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. M. Gardenier, secretaris, op 11 mei 2020.