Commissie: Kinderdagverblijf
Categorie: Openingstijden
Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
2009-KIN09-0002
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
De ondernemer mag geen extra uren in rekening brengen voor het verruimen van de openingstijd, als de consument daar geen gebruik van maakt. Het aantal uren opvang moet gelijk blijven aan het aantal uren dat was afgesproken.
Het geschil betreft in hoofdzaak of de consument de openingstijden mag verruimen en daarvoor mag factureren. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De consument heeft met de ondernemer overeenkomsten gesloten voor zijn kinderen (geboren 4 juni 2006 en 17 december 2002), respectievelijk voor dagopvang en naschoolse opvang. De ondernemer heeft voor beide opvangvormen per 1 januari 2009 de sluitingstijd later gesteld, te weten van 17.30 uur naar 18.00 uur en aangekondigd daarvoor meer te zullen factureren (voor 1 januari 2009 was de verruimde openingstijd een optie, waarvoor alleen als daarvan gebruik gemaakt werd betaald moest worden). De consument is voorts van mening over deze wijziging nauwelijks geïnformeerd te zijn. Ten slotte beklaagt hij zich erover dat de uurprijs per 1 januari 2009 voor de dagopvang met 3,9% gestegen is (voor de buitenschoolse opvang is hetzelfde percentage toegepast), doch dat, anders dan voorheen, het gebruik van luiers nu in die prijsstijging begrepen is (voor 1 januari 2009 moest voor de kinderen die van luiers gebruik maakten per uur € 0,10 extra betaald worden). De consument verlangt ongewijzigde voortzetting van de overeenkomst zoals voor 1 januari 2009 met de ondernemer gesloten. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer beroept zich er in hoofdzaak op dat hij de bepalingen uit de Wet kinderopvang over het raadplegen van de oudercommissies in acht genomen heeft. Ter zitting wijst hij erop dat hij de overeenkomst met de consument niet opgezegd heeft. Omtrent het gebruik van luiers heeft de ondernemer betoogd dat de doorberekening van de kosten ervan administratief gecompliceerd en dus duur was, zodat gekozen is voor een eenvoudig algemeen systeem. De ondernemer verzoekt dan ook de klacht af te wijzen. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Bepalend tussen partijen is hetgeen zij met elkaar overeengekomen zijn. Op die overeenkomst zijn onweersproken Algemene Voorwaarden (AV) van toepassing. In de overeenkomst is een bepaalde door de ondernemer te verlenen dienst afgesproken. Die dienst bevat, voor zover in dit geschil relevant, een aantal uren opvang en de bepaling dat luiers berekend worden voor de kinderen die daarvan gebruik maken door een toeslag van € 0,10 per opvanguur in rekening te brengen. Niet valt in te zien dat de ondernemer bevoegd is de afgesproken dienst eenzijdig te wijzigen, nu noch de overeenkomst noch de AV daartoe de mogelijkheid biedt. Dat bedrijfseconomische redenen achter de voorgestelde wijzigingen zitten, mag zo zijn, maar geeft de ondernemer niet de bevoegdheid eenzijdig een bestaande overeenkomst te wijzigen. Uitdrukkelijk is aan de orde geweest of de ondernemer de overeenkomst heeft opgezegd, doch dat is niet het geval. Zo de ondernemer voldaan heeft aan de ter zake geldende bepalingen uit de AV kan dat een optie zijn om de overeenkomst op te zeggen, doch, zoals gezegd, dat speelt niet in het onderhavige geval. Voor de goede orde betekent dit dus dat het aantal uren opvang gelijk blijft aan het aantal uren dat was afgesproken en de ondernemer geen extra uren aan de consument in rekening mag brengen inzake de verruiming van de openingstijd, voor zover de consument daarvan geen gebruik maakt. Nu uit het voorgaande volgt dat de overeenkomsten na 1 januari 2009 ongewijzigd voortgezet moeten worden, is het de vraag welke prijsverhoging de ondernemer op de overeenkomsten mag toepassen. Op grond van de AV is hij gerechtigd de prijs te wijzigen, hetgeen door de consument niet weersproken wordt, doch deze heeft bezwaar tegen de in de prijsverhoging voor dagopvang begrepen kosten van de luiers. Ter zitting is globaal aangegeven dat de luiers een prijsstijging van 0,1% hebben betekend, hetgeen de consument niet weersproken heeft. Een en ander betekent dat de overeenkomst voor dagopvang van voor 1 januari 2009 daarna ongewijzigd moet worden voortgezet, met dien verstande dat met ingang van 1 januari 2009 een prijsverhoging van 3,8% (0,1% van de luiers hierop verminderd) toegepast mag worden. Voor buitenschoolse opvang geldt een prijsstijging van 3,9%. Daarnaast mag de overeengekomen toeslag van € 0,10 per opvanguur in rekening gebracht worden voor luiergebruik in de dagopvang. Hoewel daaraan geen vordering is gekoppeld, is de commissie met de consument van oordeel dat de informatievoorziening naar de consument toe onduidelijk, in elk geval onvolledig is geweest. In 2008 is hij niet volledig geïnformeerd over de wijzigingen per 1 januari 2009. Ook de ondernemer erkende ter zitting dat die informatie onvolledig is geweest en dat eerst in april 2009 duidelijkheid is gegeven. Nu de consument in het gelijk wordt gesteld, dient de ondernemer hem het klachtengeld te vergoeden. De ondernemer dient dan eveneens de reglementair vastgestelde vergoeding aan de commissie te betalen. Beslissing De commissie bepaalt bij wijze van bindend advies dat de voor 1 januari 2009 tussen partijen gesloten overeenkomsten nadien onveranderd doorlopen, met dien verstande dat de ondernemer per 1 januari 2009 een prijsverhoging mag toepassen van 3,9% voor buitenschoolse opvang en 3,8% voor dagopvang. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 50,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang 15 mei 2009.