Ondernemer mag overeenkomst niet eenzijdig opzeggen

Klachtenloket Kinderopvang
Print Friendly, PDF & Email



Commissie: kinderopvang    Categorie: Opzeggen overeenkomst    Jaartal: 2019
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 364/12433

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

Opzeggen overeenkomst door ondernemer is onzorgvuldig geweest.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de reden en de wijze van opzegging van de overeenkomst betreffende de buitenschoolse opvang van de zoon van de consument door de ondernemer.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken, in het bijzonder naar de klacht die op 28 augustus 2019 is ontvangen en de brief van 13 november 2019 met bijlagen. In de kern komt dit standpunt op het volgende neer.

De consument en zijn echtgenote (verder te noemen: de ouders) hebben twee zonen, [naam] en [naam], een ééneiige tweeling, geboren op 2 oktober 2012, die sinds januari 2018 drie middagen per week naar de buitenschoolse opvang van de ondernemer gaan (locatie Oaks). Ook in de kortere schoolvakanties worden de broers opgevangen door de ondernemer (locatie Maples). Op 21 maart 2019 worden de ouders door de ondernemer uitgenodigd voor een gesprek over problemen die de ondernemer ervaart met het gedrag van [naam]. Aan de ouders wordt te kennen gegeven dat de ondernemer de overeenkomst tot opvang van [naam] zal beëindigen. In een e-mail van 25 maart 2019 van de directeur van de ondernemer wordt de opzegging per 31 mei 2019 bevestigd. Als reden voor de beëindiging van de overeenkomst wordt gegeven dat de lange dagen te vermoeiend zijn voor [naam], hij niet luistert naar de begeleiders en hij zich snel fysiek uit jegens andere kinderen en naar hen schreeuwt. Daarbij heeft [naam] veel één op één begeleiding nodig. Het besluit van de ondernemer staat vast en de ouders worden genoodzaakt een andere vorm van opvang voor [naam] te zoeken. Bij email van 15 april 2019 wordt door de ondernemer eveneens het einde van de opvangovereenkomst betreffende [naam] bevestigd. Later wordt deze opzegging gecorrigeerd en wordt aan de ouders te kennen gegeven dat deze opzegging op een misverstand berustte; [naam] bleef welkom bij the Oaks. Aangezien het vertrouwen van de ouders in de ondernemer was verdwenen hebben zij de opvangovereenkomst betreffende [naam] zelf, per email van 23 april 2019, beëindigd. De beëindiging van het opvangcontract voor [naam] hebben de ouders als rauwelijks en totaal onverwacht ervaren. In het gehele jaar 2018 zijn er geen noemenswaardige problemen geweest met [naam]. In een opvangperiode van ongeveer 18 maanden zijn er slechts 5 kleine incidenten geweest met [naam] die door de ondernemer nu worden vergroot en opgeblazen. Het klopt dat [naam] soms last had van moeheid om welke reden de ouders bij email van 7 januari 2019 aan de ondernemer hebben voorgesteld de maandag tijdelijk van de drie opvangmiddagen voor [naam] te schrappen. De ondernemer adviseerde de ouders echter de maandag in stand te laten vanwege de continuïteit voor [naam]. De ouders hebben de ondernemer laten weten dat [naam] gepest werd en hebben meerdere malen verzocht om een gesprek. Van een gesprek is het echter pas op 21 maart 2019 gekomen op welke datum meteen het einde van de opvangovereenkomst werd aangekondigd.

De ouders stellen zich op het standpunt dat een opzegging niet “zomaar” zonder voorafgaand gesprek of vooraankondiging kan geschieden. De ondernemer kent geen oudercommissie of klachtenprocedure. De ouders hebben de ondernemer verzocht hen de algemene voorwaarden te tonen waarin de regels voor opzegging zijn opgenomen. Na herhaaldelijke verzoeken werden hen de algemene voorwaarden van de ondernemer toegestuurd. Door [naam] zijn hen voorts op 7 juni 2019 de voorwaarden van de Brancheorganisatie Kinderopvang gezonden. Die voorwaarden waren volstrekt nieuw voor de ouders.

Desgevraagd geven de ouders te kennen dat zij geen herstel van de opvangovereenkomst voor [naam] (of [naam]) wensen. Wel wenst de consument een uitspraak van de commissie over de gang van zaken. De (wijze) van opzegging was voor de ouders zeer onplezierig en emotioneel en is volgens hen op onrechtmatige wijze geschied. De ouders hebben de indruk dat hun zoon [naam] door de ondernemer, ten onrechte, is gelabeld als probleemkind.

In het klachtenformulier heeft de consument aangeven dat zij schade hebben geleden aangezien voor de kinderen een andere vorm van kinderopvang gezocht moest worden en de grootouders die opvang tijdelijk hebben moeten overnemen. Voor de grootouders, die in Zuid Afrika wonen, zijn vliegtickets gekocht. Ter zitting heeft de consument aangegeven dat de schade en een eventuele vergoeding daarvan voor hen van ondergeschikt belang is.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie allereerst naar de overgelegde stukken, met name het verweer van 28 oktober 2019 en de brief van 2 december 2019 met bijlagen.
Het standpunt van de ondernemer luidt samengevat als volgt.

Vooraf betoogt de ondernemer dat de consument niet ontvangen kan worden in zijn klacht. De ondernemer stelt dat de consument zijn klacht eerst had moeten voorleggen aan de ondernemer. Daarbij merkt de ondernemer op dat de consument aanvankelijk slechts klaagde over de informatieverstrekking maar het aantal klachten gaandeweg werd uitgebreid met klachten over de wijze van beëindiging van de overeenkomst en de van toepassing zijnde algemene voorwaarden en voorts om bepaling van schadevergoeding werd verzocht. Voor zover de commissie van oordeel mocht zijn dat de consument ontvangen kan worden in zijn klacht dient die volgens de ondernemer ongegrond te worden verklaard en het verzoek tot toekenning van een schadevergoeding te worden afgewezen.

De ondernemer stelt dat gelet op het gedrag van [naam] continuering van de opvangovereenkomst niet langer van hem gevraagd kon worden. De ondernemer is van oordeel dat voor [naam] opvang in een groepssetting niet geschikt is; [naam] heeft volgens de ondernemer behoefte aan één op één begeleiding hetgeen de ondernemer niet kan bieden. De ondernemer heeft de ouders te kennen gegeven dat [naam] last heeft van moeheid en dat de lange schooldagen gecombineerd met de naschoolse opvang teveel van [naam] vragen. [naam] heeft daarbij moeite met het luisteren naar, en het opvolgen van, regels. Daarbij gedraagt hij zich vaak fysiek ten opzichte van andere kinderen en met name tegen zijn broer [naam]. De andere kinderen zijn daardoor regelmatig bang voor [naam].

De ondernemer heeft de gedragsproblemen betreffende [naam] meerdere keren met de ouders besproken en de opvangovereenkomst uiteindelijk in een gesprek op 21 maart 2019 opgezegd met een opzegtermijn van twee maanden (in plaats van één maand die op grond van de algemene voorwaarden in acht dient te worden genomen) om de ouders de tijd en gelegenheid te geven een andere vorm van opvang te vinden. De ondernemer heeft gesteld dat op de opvangovereenkomst haar algemene voorwaarden van toepassing zijn, doch eveneens de voorwaarden van de Brancheorganisatie Kinderopvang. De ondernemer heeft de overeenkomst met inachtneming van artikel 9.5 van haar algemene voorwaarden beëindigd. De ondernemer betreurt het dat bij vergissing op 15 april 2019 eveneens een bevestiging van beëindiging van de opvangovereenkomst betreffende [naam] aan de ouders is gestuurd. Die vergissing is meteen rechtgezet waarna de ouders zelf de opvangovereenkomst betreffende [naam] hebben opgezegd.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Ten aanzien van de ontvankelijkheid overweegt de commissie dat het voor de ondernemer van het begin af aan duidelijk was dat de ouders zich niet konden vinden in een beëindiging van de opvangovereenkomst; door partijen is na 21 maart 2019 uitvoerig gecorrespondeerd. De ondernemer heeft geen oudercommissie en er bestaat geen klachtenprocedure. De vervolgens door de consument geformuleerde klachten hangen samen met de klacht betreffende de wijze van opzegging van die opvangovereenkomst. Van “nieuwe klachten” is derhalve geen sprake zodat de commissie de consument zal ontvangen in zijn klacht.

Partijen zijn een opvangovereenkomst met elkaar aangegaan. Een opvangovereenkomst is opzegbaar onder de voorwaarden die zijn overeengekomen. De ondernemer heeft de (financiële) administratie uitbesteed aan Debicare Nederland BV. Op 2 en 3 januari 2018 hebben partijen een opvangcontract ondertekend waarin de betalingsvoorwaarden van Debicare en de algemene voorwaarden van de ondernemer van toepassing zijn verklaard. De ondernemer heeft betoogd dat zowel haar eigen algemene voorwaarden als de algemene voorwaarden van de Brancheorganisatie Kinderopvang van toepassing zijn. Uit de stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht is gebleken dat die laatstbedoelde voorwaarden niet zijn genoemd in de overeenkomst met de consument en pas aan de consument zijn toegestuurd na 7 juni 2019, derhalve ruimschoots nadat de opvangovereenkomst was beëindigd. De commissie is dan ook van oordeel dat slechts de algemene voorwaarden van de ondernemer op de onderhavige overeenkomst van toepassing zijn. In art 9.5 van die voorwaarden is opgenomen dat de overeenkomst slechts tussentijds kan worden opgezegd in geval van overmacht of een onbeheersbare situatie. In een gesprek op 21 maart 2019, derhalve ruim een jaar na het aangaan van de opvangovereenkomst, is aan de ouders te kennen gegeven dat de opvangovereenkomst betreffende [naam] zou worden beëindigd per 31 mei 2019. In een email van 25 maart 2019 werd de opzegging bevestigd. Als reden voor de opzegging werd gegeven dat de naschoolse opvang te vermoeiend was voor [naam], hij moeite had met het luisteren naar en het opvolgen van regels, hij vaak fysiek reageerde naar andere kinderen en hij vaak één op één aandacht nodig had van een begeleider. De commissie is van oordeel dat dergelijke problemen die de ondernemer met [naam] heeft meegemaakt zonder bijkomende omstandigheden of nadere en afdoende toelichting geen opzegging volgens artikel 9.5 van de Algemene Voorwaarden kunnen rechtvaardigen. De eenzijdige opzegging op 21 maart 2019 is voor de ouders totaal onverwacht gekomen. Het had op de weg gelegen van de ondernemer om de problemen die deze ervoer bij de begeleiding van [naam] aan de ouders onmiskenbaar duidelijk te maken en hierover met hen in gesprek te gaan zodat zou kunnen worden bezien welke andere oplossingen dan de kennelijk door de ondernemer voorgestane beëindiging van de opvang mogelijk waren. Van pogingen van de ondernemer in die richting is de commissie niets gebleken. Ter zitting is ook gebleken dat de ondernemer voor dergelijke situaties geen vastgesteld en gecommuniceerd protocol heeft, hetgeen uit oogpunt van duidelijkheid, voorspelbaarheid en transparantie wel mag worden verwacht van een professionele kinderopvangorganisatie. Concluderend is de commissie van oordeel dat de ondernemer de overeenkomst met deze argumentatie niet eenzijdig heeft kunnen opzeggen, ook niet met inachtneming van een (ruimere) opzegtermijn. De opzegging zoals die heeft plaatsgevonden was dan ook onzorgvuldig jegens de consument. De commissie acht de klacht gegrond. Aangezien de consument ter zitting heeft aangegeven dat de bepaling van een eventuele schadevergoeding voor hem van ondergeschikt belang is en dat verzoek niet nader is onderbouwd zal de commissie dat verzoek afwijzen.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie:

  • verklaart de klacht van de consument gegrond;
  • bepaalt dat de ondernemer een bedrag van € 25,– dient te vergoeden aan de consument ter zake van het klachtengeld;
  • wijst af het verzoek tot het bepalen van schadevergoeding.

Aldus op 20 december 2019 beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. C.H. van Breevoort- de Bruin, voorzitter, en mevrouw A.J.M. van Hoesel- de Haas en de heer mr. P.P. van der Neut, leden, in aanwezigheid van mr. J.C. Quint, plaatsvervangend secretaris.