Ondernemer mag opvanglocatie bso niet eenzijdig wijzigen

Klachtenloket Kinderopvang



Commissie: kinderopvang    Categorie: overeenkomst    Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 135685/141098

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De ondernemer heeft de consument laten weten dat zoon van de consument naar een andere opvanglocatie gaat. De consument is het hier niet mee eens en wil dat de zoon op de huidige locatie blijft. De ondernemer heeft zich niks aangetrokken van de bezwaren van de consument en zet de plannen door. De consument vindt dat de ondernemer de opvangovereenkomst niet eenzijdig kan wijzigen. De ondernemer stelt dat hij veel moeite heeft gedaan om zorgen bij ouders weg te nemen en dat de wijziging nodig is vanwege het tekort aan opvangplekken. Daarnaast staat in de algemene voorwaarden van de opvangovereenkomst dat er wijzigingen kunnen plaatsvinden in de koppeling van scholen, of gedeelten daarvan, aan bso-locaties. De commissie oordeelt dat in de overeenkomst de huidige bso-locatie duidelijk als opvang-locatie vermeld staat. De consument heeft goed onderbouwd wat de overwegingen zijn voor de huidige locatie en de argumenten tegen de nieuwe locatie. Daarnaast zijn de redenen van ondernemer niet zwaar genoeg om de overeenkomst eenzijdig te wijzigen. Daarom verklaard de commissie de klacht gegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de wijzing van de opvanglocatie van de zoon van de consument met ingang van 1 januari 2022.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer heeft laten weten de zoon van de consument per januari 2022 (na de kerstvakantie) over te plaatsen naar een andere locatie ([naam nieuwe locatie]) De consument vindt deze andere locatie om meerdere redenen niet geschikt en gaat hier niet mee akkoord. De consument heeft dit meerdere malen aangegeven bij de ondernemer, echter de ondernemer wil de plannen gewoon doorzetten. In de overeenkomst die de consument is aangegaan met de ondernemer is onder meer opgenomen dat de zoon van de consument op 7-jarige leeftijd naar [naam locatie 2] zou gaan. Dat is door deze wijzing ook van de baan.

De consument meent dat er geen sprake is van een zwaarwegende reden die een eenzijdige wijzing van de overeenkomst rechtvaardigt. De bepaling in de aanvullende voorwaarden en de bepaling in de plaatsingsovereenkomst dat de ondernemer van locatie kan ruilen, is in de visie van de consument niet van toepassing. De consument wenst dat de zoon niet zonder toestemming overgeplaatst wordt naar de nieuw op te zetten bso-locatie maar dat hij op de huidige locatie blijft en straks volgens contract ook gewoon doorstroomt naar locatie [naam locatie 2].

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer heeft de nieuwe bso-locatie gestart met twee doelen. Ten eerste het kunnen oplossen van een lange wachtlijst die er is voor de bestaande bso’s in Soest en omgeving. Deze lange wachtlijst maakt het onmogelijk om kinderen door te laten stromen vanuit de kinderdagverblijven naar de bso en ook is er geen ruimte om broertjes en zusjes van kinderen die al bij de ondernemer geplaatst zijn een plek te kunnen bieden op dezelfde bso. Ten tweede geeft de ondernemer met de opstart van een nieuwe bso invulling aan de wens, mede vanuit de gemeente en vanuit landelijke ontwikkelingen, om intensiverende samenwerkingen aan te gaan met het onderwijs. In augustus 2021 heeft de ondernemer de desbetreffende ouders van de kinderen die nu opgevangen worden op de locatie bso [naam huidige locatie] (waar ook de zoon van de consument wordt opgevangen), over de voornemens van een nieuwe bso geïnformeerd. Hierop zijn vanuit een aantal ouders zorgen en vragen ontvangen. In de afgelopen maanden is de ondernemer veelvuldig met ouders in gesprek geweest, onder andere door persoonlijke gesprekken en een ouderavond.
Naar aanleiding van deze gesprekken heeft de ondernemer al het mogelijke gedaan om zorgen en vragen bij ouders weg te nemen. Ook zijn aanpassingen gedaan in de oorspronkelijke startdatum en in de leeftijdscategorie van de kinderen die gaan starten op de nieuwe bso.

Juist vanwege het grote landelijke en lokale tekort aan opvangplekken heeft de ondernemer in zijn voorwaarden benoemd dat wijzigingen zouden kunnen plaatsvinden in de koppelingen van scholen, of gedeelten daarvan, aan bso-locaties. Deze voorwaarde is ook opgenomen in de plaatsingsovereenkomst van het kind van de consument en was de consument bekend. Dit maakt dat geen sprake is van een wijziging van de overeenkomst. De ondernemer stelt zich op het standpunt dat niet in strijd met de algemene voorwaarden is gehandeld. Maar ook indien de aanpassing van locatie zou worden aangemerkt als een wijziging van de overeenkomst, is de ondernemer van mening dat dit niet in strijd is met de algemene voorwaarden. Het staat de ondernemer namelijk vrij om de overeenkomst eenzijdig te wijzigen op grond van zwaarwegende redenen. Gelet op het tekort aan opvangplekken in de omgeving van Soest en ook landelijk, is het noodzakelijk om nieuwe opvangplekken te creëren. Hier geeft de ondernemer invulling aan door enerzijds een nieuwe bso te openen en anderzijds nieuwe plekken te creëren op een bestaande bso. Het openen van een nieuwe bso past in het beleid van de ondernemer om voor bso’s zo veel als mogelijk samen te werken met scholen. Dit beleid wordt aangemoedigd door de gemeente en is een landelijke ontwikkeling. In de regio Soest, maar ook op veel andere plekken in Nederland, is er een groot tekort aan plekken op de bso. De ondernemer is van mening dat gelet op hetgeen hierboven is aangevoerd geen reden bestaat om gehoor te geven aan het verzoek van de consument om de zoon van de consument niet over te plaatsen naar de nieuwe locatie.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Algemeen rechtsbeginsel en tevens uitgangspunt in het overeenkomstenrecht is dat gemaakte afspraken onverkort nagekomen dienen te worden en dat een contractspartij een overeenkomst niet eenzijdig kan wijzigen.

Dit kan anders zijn wanneer:
1. de desbetreffende overeenkomst of de daarvan deel uitmakende algemene voorwaarden een bepaling bevat(ten) die een zodanige wijziging toestaat;
2. zonder een dergelijke bepaling de ene contractpartij een wijziging voorstelt en de andere contractspartij daarmee instemt;
3. het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat een overeenkomst in ongewijzigde vorm in stand blijft.

Een en ander geldt ook voor deze zaak.

De vraag die door de commissie beantwoord dient te worden is tweeledig; enerzijds of, gelet op hetgeen tussen partijen is overeengekomen, de wijziging van locatie reeds in de overeenkomst besloten lag en derhalve geen wijziging van het contract oplevert en zo hiervan geen sprake is, of op grond van zwaarwegende redenen door de ondernemer tot eenzijdige wijziging van het contract mocht worden overgegaan.

Tussen partijen is niet in geschil dat de overeenkomst tussen partijen rechtsgeldig tot stand is gekomen en dat daarop de algemene voorwaarden van de ondernemer van toepassing zijn. Artikel 15, eerste lid, van die voorwaarden kent aan de ondernemer het recht toe de overeenkomst eenzijdig te wijzigen op grond van zwaarwegende redenen. Zwaarwegende redenen zijn volgens dat artikellid in ieder geval wijziging van wet- en regelgeving dan wel bedrijfseconomische omstandigheden die de continuïteit van de locatie waar het kind is geplaatst in gevaar brengen.

Daarnaast zijn de aanvullende voorwaarden van de ondernemer op deze overeenkomst van toepassing, welke een aanvulling vormen op artikel 5 van de algemene voorwaarden. Artikel 5 van de algemene voorwaarden beschrijft het aanbod dat door de ondernemer naar aanleiding van een aanmelding wordt gedaan aan ouders. Ingevolge lid 2 van dit artikel bevat het aanbod onder meer gegevens over de beschikbare opvangsoort en de beschikbare locatie.

Bij brief van 13 oktober 2020 is aan de consument een aanbod gedaan zoals bedoeld in artikel 5 van de algemene voorwaarden. Hierin wordt aangegeven dat aan de zoon van de consument een plek wordt aangeboden op bso [naam huidige locatie], de huidige opvanglocatie. Ook in de bij deze brief gevoegde overeenkomst wordt vermeld dat de opvanglocatie bso [naam huidige locatie] is. Verder wordt in de overeenkomst vermeld dat de ondernemer gerechtigd is wijzigingen aan te brengen in de koppelingen van scholen, of gedeelten daarvan, aan buitenschoolse opvangcentra en dat dit kan betekenen dat een kind verhuist naar een andere locatie.

In de wet zijn enkele artikelen opgenomen die de bescherming regelen van een consument als het om door de ondernemer gehanteerde algemene (aanvullende) voorwaarden gaat. Artikel 6:233 BW bepaalt:
“Een beding in algemene voorwaarden is vernietigbaar A. Indien het gelet op de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden tot stand zijn gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval onredelijk bezwarend is voor de wederpartij; ”. Voor consumenten gelden de bepalingen inzake de zogeheten ‘zwarte’ en ‘grijze’ lijst, opgenomen in respectievelijk de artikelen 6:236 en 6:237 van het Burgerlijk Wetboek (BW).

In het gedane aanbod en op de plaatsingsovereenkomst uit oktober 2020 is als bso-locatie uitdrukkelijk de huidige locatie vermeld. De consument heeft in het verweerschrift en ter zitting aangegeven en toegelicht waarom de keuze is gemaakt voor de huidige bso-locatie en waarom bezwaren bestaan tegen de wijziging van locatie. Het betoog van de consument voor de keuze voor de huidige locatie en bezwaren tegen de nieuwe locatie is door de ondernemer onvoldoende weersproken. De consument heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat, bezien tegen de achtergrond van de gemaakte afspraken en de motieven die hem destijds tot zijn keuze hebben geleid, de opvang op de huidige locatie niet als gelijkwaardige opvang aan de overeengekomen huidige opvang kan worden beschouwd. Erkend door de ondernemer is immers dat de kinderen op de nieuwe locatie niet gemengd zullen zijn met kinderen van andere scholen en de doorstroom naar [naam locatie 2] niet langer tot de mogelijkheden behoort, zaken die voor de consument van belang zijn.

De commissie is gelet hierop van oordeel dat de bepaling in de aanvullende voorwaarden dat de ondernemer bij wijziging van de koppeling van school aan bso-vestiging zich het recht voorbehoudt de opvanglocatie van kinderen te wijzigen in dit geval, met name gelet op de wederzijds kenbare belangen van partijen, onredelijk bezwarend is. De bewuste bepaling in de aanvullende voorwaarden mist derhalve toepassing in de verhouding tussen de ondernemer en de consument. De ondernemer is op grond van de bepaling in de aanvullende voorwaarden en de plaatsingsovereenkomst niet gerechtigd tot wijziging van de opvanglocatie over te gaan.

De commissie is verder van oordeel dat de ondernemer evenmin gerechtigd is tot eenzijdige wijziging van de overeenkomst wegens zwaarwegende redenen. Hoewel de commissie de motieven van de ondernemer om tot een wijziging van koppelingen aan scholen en opvanglocaties te komen alleszins kan begrijpen en de hiervoor door de ondernemer aangevoerde redenen ook duidelijk zijn, is geen sprake van zwaarwegende redenen, zoals bedoeld in artikel 15 van de Algemene Voorwaarden. Er is immers niet gesteld noch gebleken dat sprake is van wijziging van wet- en regelgeving dan wel bedrijfseconomische omstandigheden die de continuïteit van de locatie waar het kind van de consument is geplaatst in gevaar brengen. De door de ondernemer beoogde wijzigingen dienen op vrijwillige basis dan wel voor toekomstige contracten te worden ingevoerd. Er is geen gerechtvaardigde grond bestaande overeenkomsten hiervoor te wijzigen.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie:

– verklaart de klacht van de consument gegrond;
– bepaalt dat het contract tussen de consument en de ondernemer in stand blijft in zoverre dat de opvanglocatie bso [naam huidige locatie] betreft.
– bepaalt dat de ondernemer aan de consument veertien dagen na de verzenddatum van dit bindend advies een bedrag van € 25,– vergoedt ter zake van het door hem betaalde klachtengeld.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, mevrouw drs. J.W. Rutjens MPA, de heer drs. H. Grachten, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. M. Gardenier, secretaris, op 20 december 2021.

Ster


Op maandag 16 december 2024  zijn wij telefonisch bereikbaar van 9:00 tot 14:00 uur. U kunt uiteraard altijd gebruikmaken van het contactformulier.