Ondernemer mag aanvangstijden kinderopvang niet eenzijdig wijzigen

Klachtenloket Kinderopvang
Print Friendly, PDF & Email



Commissie: kinderopvang    Categorie: overeenkomst    Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 79777/80870

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De ondernemer wil de aanvangstijd van de opvang eenzijdig aanpassen van 14:45 uur naar 14:30 uur in verband met vervroegde sluitingstijden van een andere basisschool dan die van het kind van de consument. Hierdoor moet de consument 15 minuten extra per dag betalen, terwijl zijn kind dan niet op de opvang is. De consument wil niet dat het contract eenzijdig wordt gewijzigd. Volgens de ondernemer kan en mag hij op grond van het Besluit Kinderopvangtoeslag de aanvangstijden eenzijdig aanpassen en moet de consument hiermee akkoord gaan. De commissie geeft aan dat de ondernemer de aanvangstijden op grond van het besluit inderdaad kan aanpassen, maar dit is geen dwingend recht dus kan de bestaande overeenkomst niet gewijzigd kan worden. Daarnaast moet er op grond van de algemene voorwaarden sprake zijn van zwaarwegende redenen om het contract eenzijdig te mogen aanpassen. De commissie oordeelt dat er van zwaarwegende redenen in dit geval geen sprake is. De klacht is gegrond en het contract blijft ongewijzigd in stand.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Tussen de consument en de ondernemer bestaat een overeenkomst voor kinderopvang voor het kind van de consument. Het geschil betreft de aangepaste openingstijden van de kinderopvang van de ondernemer. De ondernemer wenst het contract van de consument eenzijdig aan te passen aan de nieuwe openingstijden, waardoor consument 15 minuten per dag extra zal moeten betalen, terwijl zijn kind dan niet op de kinderopvang is.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Door de consument is een overeenkomst afgesloten met de ondernemer voor de opvang van zijn kind tot 31 augustus 2026. De aanvangstijd van de opvang is blijkens het contract 14:45 uur. De ondernemer heeft de openingstijden van de kinderopvang aangepast naar 14:30 uur in verband met vervroegde sluitingstijden van een andere basisschool dan die van het kind van de consument. De consument wenst geen gebruik te maken van dit extra kwartier. De ondernemer wil dat de consument akkoord gaat met de nieuwe openingstijden en hiervoor een nieuw contract zal afsluiten. De consument gaat hier niet mee akkoord en wenst zijn bestaande contract uit te dienen.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer is van oordeel dat hij op grond van artikel 1a Besluit Kinderopvangtoeslag de aanvangstijden van de kinderopvang eenzijdig kan aanpassen en dat de consument hiermee akkoord dient te gaan. Voor de wijziging is een adviesaanvraag ingediend bij de oudercommissie. De oudercommissie heeft positief geadviseerd.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft op grond van de door partijen overgelegde stukken het volgende overwogen.

Artikel 1a Besluit Kinderopvangtoeslag luidt als volgt:

Indien buitenschoolse opvang wordt geboden aan kinderen die basisonderwijs volgen waarvan de dagelijkse schooltijd verschillend is:

a. kan voor het eindtijdstip van de buitenschoolse opvang die voor de dagelijkse schooltijd plaatsvindt, worden uitgegaan van de dagelijkse schooltijd van de kinderen van wie de basisschool als laatste begint;

b. kan voor het aanvangstijdstip van de buitenschoolse opvang die na schooltijd plaatsvindt, worden uitgegaan van de dagelijkse schooltijd van de kinderen van wie de basisschool als eerste eindigt.

Artikel 1a Besluit Kinderopvangtoeslag geeft de ondernemer de mogelijkheid om in nieuwe contracten meer uren in rekening te brengen dan een kind daadwerkelijk opvang geniet. Deze uren komen dan ook voor kinderopvangtoeslag in aanmerking. De commissie is van oordeel dat deze bepaling niet van dwingend recht is en daardoor niet de reeds bestaande overeenkomst tussen de consument en de ondernemer kan wijzigen.

Op de overeenkomst zijn de Algemene Voorwaarden van toepassing. De ondernemer heeft volgens artikel 15 van de Algemene Voorwaarden de mogelijkheid het contract eenzijdig te wijzigen in het geval van zwaarwegende redenen. Onder deze zwaarwegende redenen vallen onder meer bedrijfseconomische omstandigheden die de continuïteit van de locatie waar het kind is geplaatst in gevaar brengen. Door de ondernemer is niet aangevoerd dat er zwaarwegende redenen zijn om de overeenkomst met consument eenzijdig te wijzigen. Alleen het noemen van het feit dat de kinderopvang een kwartier extra open is, biedt daarvoor onvoldoende onderbouwing. Dat de oudercommissie positief heeft geadviseerd, maakt dit niet anders. Overigens betreft de door de ondernemer bijgevoegde adviesaanvraag de keuze voor het verlengen van de openingstijden van 18:00 naar 18:30 uur en heeft deze aanvraag geen betrekking op het onderhavige geschil.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. De contractsbepalingen zoals afgesproken tussen partijen blijven onverkort in stand.

Het klachtengeld
Nu de klacht gegrond wordt verklaard, dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie het door de consument betaalde klachtengeld aan haar te vergoeden.

Beslissing
De commissie:

– verklaart de klacht van de consument gegrond;
– bepaalt dat het contract tussen de consument en de ondernemer in stand blijft in zoverre dat de opvang aanvangt om 14:45 uur;
– bepaalt dat de ondernemer binnen 14 dagen na verzending van dit bindend advies aan de consument een bedrag van € 25,– dient te betalen ter zake van het door haar betaalde klachtengeld.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. drs. E.I.P.M. Weijnen, voorzitter, mevrouw drs. J.W. Rutjens MPA, de heer drs. H. Grachten, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. R. van den Wildenberg, secretaris, op 19 mei 2021.