Geen rechtsgeldige opzegging door ondernemer nu dit niet volgens de geldende regels is gedaan.

  • Home >>
  • kinderopvang >>
Klachtenloket Kinderopvang
Print Friendly, PDF & Email



Commissie: kinderopvang    Categorie: opzegging overeenkomst    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 240384/242478

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Het geschil betreft de eenzijdige opzegging van de opvangovereenkomst door de ondernemer op 6 november 2023  voor zoon van de consument per 1 november 2023. De ondernemer heeft de opvangovereenkomst opgezegd op grond van zwaarwegende reden. De reden voor de beëindiging van de overeenkomst is gelegen in het feit dat hij op zijn huidige groep niet op zijn plaats is. Dit is ook uit observaties gebleken. Op de groep kan hem niet worden geboden wat hij nodig heeft. De consument is van mening dat de opzegging niet rechtsgeldig is, nu een schriftelijke onderbouwing ontbreekt. De commissie gaat hierin mee. Op grond van de stukken en hetgeen ter zitting  is besproken, concludeert de commissie opvangovereenkomst niet juist is opgezegd. De opzegging dient schriftelijk te gebeuren en is alleen gerechtvaardigd op grond van een zwaarwegende reden. Het mondeling opzeggen, zonder inachtneming van de geldende opzegtermijn is niet rechtsgeldig. Ook is geen schriftelijk waarschuwing vooraf geweest, waarin de eventuele opzegging wordt aangekondigd, indien geen verbetering optreedt. Van de ondernemer als professionele organisatie mag worden verwacht dat zij gemaakte afspraken goed vastlegt en haar eigen regels en protocollen naleeft. De klacht is gegrond en de overeenkomst blijft in stand.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de eenzijdige opzegging van de opvangovereenkomst door de ondernemer voor zoon [naam zoon] van de consument per 1 november 2023.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dat op het volgende neer.

De consument heeft met de ondernemer op 27 augustus 2020 een plaatsingsovereenkomst voor [naam zoon] gesloten. De opvang is feitelijk gestart op 1 oktober 2020. Ook voor zijn tweede zoon heeft de consument een opvangovereenkomst gesloten met de ondernemer. Deze overeenkomst is gesloten op 15 augustus 2023 en de opvang is aangevangen op 31 augustus 2023. Beide kinderen zijn één dag per week (op de donderdag) door de ondernemer opgevangen.

Op 7 november 2023 heeft de ondernemer de opvangovereenkomst voor [naam zoon] met ingang van 1 november 2023 opgezegd op grond van zwaarwegende reden. [Naam zoon] is op 25 oktober 2023 de toegang tot de locatie geweigerd.

De manager van het kinderdagverblijf heeft op 6 november 2023 telefonisch de opzegging aangekondigd. De consument is van mening dat de opzegging niet rechtsgeldig is, nu een schriftelijke onderbouwing ontbreekt.

De consument stelt dat er geen sprake is van een zwaarwegende reden voor opzegging. De ondernemer heeft zelf de zaken niet goed op orde en de oudste zoon van de consument heeft geen eerlijke kans gekregen in de opvanggroep. Dit komt omdat het personele verloop enorm is. Kinderen krijgen zo niet het veilige gevoel en vertrouwen wat zij nodig hebben, zeker niet wanneer steeds wisselende uitzendkrachten en flexwerkers op de groep aanwezig zijn. Het is niet zo dat de consument niet wil mee zoeken naar een alternatieve opvang voor zijn zoon, maar er moet wel eerst een stabiele basis op de groep zijn, zodat kan worden bezien (en daarna worden geëvalueerd) of de aangedragen adviezen van de pedagoge van een externe organisatie [naam], die [naam zoon] op 2 februari 2023 op de groep heeft geobserveerd, effectief zijn. [Naam zoon] zou dan op de groep kunnen blijven, eventueel op een rustigere opvang dag. Maar voorwaarde is wel dat ook zijn broertje op die dag door ondernemer kan worden opgevangen.

De consument geeft een opsomming van de lopende problemen op de groep, waarbij steeds naar voren komt dat niet zozeer zijn zoon problemen veroorzaakt in de groep, maar dat de problemen ontstaan door de totale groepsdynamiek. Ook andere kinderen vertonen volgens de consument hierdoor ongewenst gedrag in de groep. Dat [naam zoon] af en toe bijt is daar ook een gevolg van. Zelf wordt hij ook door kinderen op de groep gebeten. De pedagoge heeft handvatten geboden voor het personeel en voor [naam zoon] om hiermee om te kunnen gaan. Vanwege gebrek aan begeleiding op de groep treedt geen verbetering op. Dit en de groepsdynamiek is hier het probleem, niet het individuele kind.

De consument verlangt dat de ontbinding van het contract op grond van zwaarwegende reden teniet wordt gedaan.

Desgevraagd heeft de consument ter zitting toegelicht dat [naam zoon] momenteel geen opvangplaats heeft en om die reden thuis is. Zijn broertje [naam tweede zoon] maakt, nu zijn broer thuis is, geen gebruik van de opvangplaats bij de ondernemer, maar is nog wel bij de ondernemer ingeschreven.

Desgevraagd geeft de consument aan niet te weten wat de Peuter Plus groep inhoudt. Hem is niet uitgelegd dat dit een prikkelarme kleine opvanggroep is waar [naam zoon] naar verwachting beter kan worden voorbereid op de basisschool.

Standpunt van de ondernemer

De reden voor de beëindiging van de overeenkomst van [naam zoon] is gelegen in het feit dat hij op zijn huidige groep niet op zijn plaats is. Uit observaties gedaan op 2 februari en 16 maart 2023 is dit ook gebleken. Op de groep kan hem niet worden geboden wat hij nodig heeft. Er zijn diverse trajecten onderzocht en doorlopen. De nodige gesprekken hebben plaatsgevonden om hem op de groep te kunnen ondersteunen, zonder het gewenste resultaat. Helaas is de consument niet bereid geweest een evaluatiegesprek te voeren in verband met de voortgang van [naam zoon]. Als reden heeft de consument aangegeven dat [naam zoon] vanwege ziekte in de afgelopen periode nauwelijks op de opvang is geweest.

De consument is aangeboden een traject voor zijn zoon op te starten bij Peuter Plus, op de hoofdlocatie van ondernemer. Dit is een kleinschalige groep waarbij pedagogische professionals tijd, ruimte en extra kennis hebben om hem die zorg en ondersteuning te bieden die hij nodig heeft om in groepsverband mee te draaien. Die zorg kan [naam zoon] op de huidige locatie niet worden geboden. Nu de consument heeft aangegeven hier geen interesse in te hebben, is de opvangovereenkomst voor [naam zoon] beëindigd. Er is telefonisch contact geweest op 6 november 2023 om dit te bespreken en vervolgens is de overeenkomst beëindigd per 1 november 2023.

Beoordeling van het geschil

De kern van het geschil betreft de vraag of de ondernemer gerechtigd was de overeenkomst met de consument voor [naam zoon] met ingang van 1 november 2023 eenzijdig op te zeggen.

De consument heeft met de ondernemer op 27 augustus 2020 een plaatsingsovereenkomst voor [naam zoon] gesloten. Voor [naam tweede zoon] heeft hij op 15 augustus 2023 een overeenkomst voor opvang gesloten. Partijen zijn voor beide kinderen een opvangovereenkomst met elkaar aangegaan voor één dag (donderdag) in de week. Op de gesloten overeenkomsten zijn algemene voorwaarden van de ondernemer van toepassing. Deze voorwaarden zijn door de consument aan het dossier toegevoegd.

Op grond van artikel 10 van deze algemene voorwaarden is de ondernemer slechts bevoegd de overeenkomst op te zeggen op grond van een zwaarwegende reden. Als zwaarwegende redenen worden in ieder geval aangemerkt:

  1. De situatie dat de ouder gedurende één maand in verzuim is ten aanzien van zijn betalingsverplichting; b. Voortduring van situaties als genoemd in artikel 11 lid 2 sub a en c;
  2. De situatie genoemd in artikel 11 lid 2 sub b;
  3. De omstandigheid dat de ondernemer vanwege een niet aan hem toerekenbare oorzaak langdurig of blijvend niet meer in staat is de overeenkomst uit te voeren;
  4. Een bedrijfseconomische noodzaak die de continuïteit van de locatie waar het kind is geplaatst in gevaar brengt.

Op grond van de stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, komt de commissie tot de conclusie dat de opvangovereenkomst voor [naam zoon] niet juist is opgezegd. De opzegging dient schriftelijk te gebeuren op grond van de overeengekomen algemene voorwaarden. Een eenzijdige opzegging is bovendien alleen gerechtvaardigd op grond van een zwaarwegende reden. Het mondeling opzeggen, zonder inachtneming van de geldende opzegtermijn – zo er al een zwaarwegende reden aanwezig is – is niet rechtsgeldig. Evenmin is sprake geweest van een schriftelijk waarschuwing vooraf, waarin de eventuele opzegging wordt aangekondigd, indien geen verbetering optreedt. Van de ondernemer als professionele organisatie mag worden verwacht dat zij gemaakte afspraken goed vastlegt en haar eigen regels en protocollen naleeft.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat er geen sprake is van een rechtsgeldige opzegging. Het besluit tot opzegging kan dan ook niet in stand blijven en de opvang voor beide zoons van de consument dient te worden voortgezet. [naam zoon] is dan ook ten onrechte per 25 oktober 2023 de toegang tot de opvang ontzegd. De consument dient vanaf heden op de overeengekomen dag en tijdstip gebruik te kunnen maken van de diensten van de ondernemer. Wel geeft de commissie partijen in overweging in goed overleg te kijken naar een andere beter bij [naam zoon] passende opvangplek binnen de organisatie van ondernemer.

De commissie acht de klacht van de consument gegrond.

Het verzoek van de consument schadevergoeding toe te wijzen wordt afgewezen omdat dit niet onderbouwd is.

Hetgeen verder nog door partijen is aangevoerd kan tot geen ander oordeel leiden en behoeft daarom ook geen (nadere) bespreking.

Nu de klacht van de consument gegrond wordt verklaard, dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie het door de consument betaalde klachtengeld aan hem te vergoeden.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie:

–             verklaart de klacht van de consument gegrond;

–             bepaalt dat de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25, — aan de consument dient te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, mevrouw J.M.A. van Haren,  de heer mr. E.A.J. Vergouwen, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.M. Bouter-Bijsterveld, secretaris, op 8 december 2023.