Commissie: kinderopvang
Categorie: Vergoeding
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ongegrond
Referentiecode:
167907/172241
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Het geschil betreft het niet kunnen inzetten van opgespaarde dagen wegens personeelstekort.
De consument is het niet eens met het feit dat hij niet gebruikte dagen die hij heeft opgespaard kwijt is, omdat de ondernemer niet genoeg personeel heeft om die uren op andere dagen in te zetten, wat wel telkens is aangeboden door de ondernemer. De ondernemer geeft aan dat het ruilen van dagen een service is en dat dit vervalt indien door omstandigheden hierin door de ondernemer niet kan worden voorzien, bijvoorbeeld als geen plaats is vanwege wachtlijsten, ziekte, sluiting of vanwege andere personeelsproblematiek. Ruilen of extra dagen kon nauwelijks en op sommige locaties zelfs helemaal niet plaats vinden. Dit is vervelend voor de klanten, maar in de voorwaarden van de ondernemer is duidelijk aangegeven dat het ruilen waarover de consument nu een klacht indient een service betreft en dat hieraan geen rechten kunnen worden ontleend.
Naar oordeel van de commissie is op grond van de regels die op de overeenkomst van toepassing zijn, voldoende is komen vast te staan staat het ruilen een service inhoudt van de ondernemer aan de consument. Consumenten kunnen hieraan geen rechten ontlenen of aanspraak op maken. Ook is volgens de commissie aan de consument bij aanvang van de overeenkomst duidelijk gecommuniceerd wat de (on)mogelijkheden bij de ruildagen zijn en wanneer deze wel en niet ingezet kunnen worden. De klacht van de consument is dan ook ongegrond.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft het niet kunnen inzetten van opgespaarde dagen wegens personeelstekort.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument is het niet eens met het feit dat hij niet gebruikte dagen die hij heeft opgespaard kwijt is, omdat de ondernemer niet genoeg personeel heeft om die uren op andere dagen in te zetten, wat wel telkens is aangeboden door de ondernemer. De ondernemer geeft aan dat het ruilen van dagen een service is en dat dit vervalt indien door omstandigheden hierin door de ondernemer niet kan worden voorzien. De consument stelt als oplossing voor dat een bedrag van € 500,– wordt betaald door de ondernemer als vergoeding van de niet gebruikte opvangdagen.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De ondernemer snapt dat klanten niet tevreden waren omdat er vanwege de Corona lockdowns zowel van de noodopvang als de service rondom ruilen mits er plaats was, geen gebruik gemaakt kon worden.
De ondernemer had soms geen plaats vanwege wachtlijsten, ziekte en sluiting of vanwege andere personeelsproblematiek. Daardoor kon ruilen of extra dagen nauwelijks en op sommige locaties zelfs helemaal niet plaats vinden. Dit is vervelend voor de klanten, maar in de voorwaarden van de ondernemer is duidelijk aangegeven dat het ruilen waarover de consument nu een klacht indient een service betreft en dat hieraan geen rechten kunnen worden ontleend.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Voor de beoordeling van de vraag of de consument rechten kan ontlenen aan het aanbod van de
ondernemer om ruildagen te kunnen inzetten, is het gestelde in artikel 8 van de aanvullingen opvangcontract [naam kinderopvang] van de ondernemer van belang.
Hierin is bepaald:
8. Ruilen van opvangdagen
8.1 Ruilen van opvangdagen is incidenteel mogelijk met gebruikmaking van het compensatietegoed.
Ruilen is aan voorwaarden verbonden en alleen mogelijk op basis van beschikbaarheid.
8.2 Aan de mogelijkheid tot ruilen kan de klant geen rechten worden ontlenen.
Naar oordeel van de commissie staat genoegzaam vast dat het onderhavige artikel 8 een service inhoudt van de ondernemer aan de consument. Consumenten kunnen hieraan geen rechten ontlenen of aanspraak op maken. Ook is de commissie gebleken dat de ondernemer aan de consument bij aanvang van de overeenkomst duidelijk heeft gecommuniceerd over de (on)mogelijkheden van de ruildagen en wanneer deze wel en niet ingezet kunnen worden. Het door de consument gestelde is ongegrond en de door de consument voorgestelde compensatie, inhoudende vergoeding van een bedrag van € 500,–, wordt daarom afgewezen. De commissie acht hier wel een opmerking aangewezen dat het op de weg van de ondernemer had gelegen om de consument over het ruilen beter te informeren toen het duidelijk werd dat dit een onmogelijkheid was geworden. Dit laatste neemt de ongegrondheid van de klacht overigens niet weg.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
• verklaart de klacht van de consument ongegrond;
• wijst af het door hem verzochte.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, de heer drs. T. Blom, mevrouw mr. E.E. Aberson, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. M. Gardenier, secretaris, op 29 augustus 2022.