
Commissie: Kinderdagverblijf
Categorie: Geldzaken
Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
2011-59101
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Vanwege onduidelijke afspraken over het opzeggen van de opvang voordat deze begonnen is (annulering), mag de ondernemer geen opzegtermijn in rekening brengen, omdat de consument eerder heeft opgezegd, dan dat de opzegtermijn is.
Het geschil betreft de vraag of de ondernemer bij de consument annuleringskosten (gelijk aan de kosten van één maand opvang, derhalve € 893,75) in rekening heeft mogen brengen. De consument heeft op 30 juli 2010 de klacht schriftelijk voorgelegd aan de ondernemer. De consument heeft een bedrag van € 893,75 onbetaald gelaten en dit bedrag bij de commissie in depot gestort. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. In november 2009 hebben partijen een opvangovereenkomst gesloten ten behoeve van het op komst zijnde kind van de consument. De opvang zou ingaan op 1 oktober 2010. Op 11 mei 2010 heeft de consument schriftelijk aan de ondernemer bericht de overeenkomst te willen beëindigen omdat zijn kind op een voor hem gunstiger locatie terecht kon. De ondernemer heeft hierop laten weten dat voor de consument een opzegtermijn gold, van in beginsel twee maanden, die zij evenwel, bij hoge uitzondering, voor de consument naar 1 maand terugbracht. De consument vindt het niet redelijk dat hij een bedrag gelijk aan een maand opvangkosten zou moeten betalen. Hij heeft vijf maanden voordat de daadwerkelijke opvang van start zou gaan opgezegd, zodat de ondernemer redelijkerwijs in staat zou moeten worden geacht de plaats op te vullen. Als de daadwerkelijke opvang al zou zijn aangevangen, zou een opzegtermijn van twee maanden gelden. Die heeft hij ruimschoots aangehouden. De ondernemer heeft hem voorts verteld dat andere ouders hem voor zijn gegaan en ook hebben opgezegd en dat zij hen niets in rekening heeft gebracht. Bij hem is zij voor het eerst een andere koers te gaan varen. De ondernemer kan zich niet beroepen op artikel 10 van de algemene voorwaarden. Volgens de tekst daarvan moet de ondernemer immers in haar eigen voorwaarden duidelijk maken wat er geldt in geval van een beëindiging voordat de opvang feitelijk een aanvang heeft genomen. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De consument is wel bereid enig bedrag te betalen als vergoeding voor gemaakte kosten, maar het bedrag dat de ondernemer van hem wenst is niet redelijk. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Bij de inschrijving zijn aan de consument het informatieboekje en de algemene voorwaarden verstrekt en deze was dus op het moment van opzeggen op de hoogte van de gang van zaken bij annulering. De ondernemer heeft verwezen naar artikel 10 van de algemene voorwaarden, die bepalen dat alsdan kosten verschuldigd zijn van maximaal twee maanden opvangkosten. Zij heeft de consument daarvan slechts de helft berekend. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Vooropgesteld zij dat de ondernemer in haar uitlatingen twee wijzen van beëindiging door elkaar gebruikt. Enerzijds spreekt zij van een opzegtermijn, hetgeen verwijst naar een beëindiging van een overeenkomst waarvan de uitvoering reeds een aanvang heeft genomen, anderzijds baseert zij zich op de regeling die staat opgenomen in artikel 10 van de Algemene Voorwaarden, welke ziet op de beëindiging van de overeenkomst die nog niet tot uitvoering is gekomen. Laatstbedoelde regeling gaat uit van annuleringskosten die in zo’n geval verschuldigd zijn en waarvan de maximale hoogte wordt uitgedrukt in twee maanden opvangkosten. Hoewel in beide gevallen gesproken wordt over ‘twee maanden’ gaat het om verschillende situaties en verschillende regelingen. In dit geval gaat het om een beëindiging nog voordat de opvang daadwerkelijk een aanvang heeft genomen, zodat van een annulering sprake is. In de algemene voorwaarden staat onder artikel 10: “Vanaf het moment van ondertekening van de overeenkomst tot de ingangsdatum van de overeenkomst heeft de consument de mogelijkheid de overeenkomst te annuleren. Hiervoor zijn annuleringskosten verschuldigd. De hoogte van de annuleringskosten bedraagt nooit meer dan de verschuldigde betaling voor twee maanden. De ondernemer moet bij het doen van het aanbod de consument informeren over de te volgen procedure en de hoogte van de annuleringskosten.” De door partijen getekende overeenkomst bevat geen bepalingen over opzegging of annulering. Het informatieboekje van de ondernemer zegt slechts iets over (voortijdige) beëindiging, namelijk dat dan een opzegtermijn van twee maanden in acht moet worden genomen. Verwijzend naar het hiervoor overwogene lijkt dit te duiden op een beëindiging nadat de opvang is aangevangen. Zo dit niet zo is, en zo bedoeld is deze regeling ook te laten gelden voor het geval dat voorafgaand aan het moment van uitvoering geven aan de overeenkomst wordt beëindigd, dan moet in het onderhavige geval geconstateerd worden dat de consument deze termijn ruimschoots in acht heeft genomen, en dat er dus geen grond bestaat nog een bedrag bij de consument in rekening te brengen. Zo de regeling in het informatieboekje slechts ziet op beëindiging nadat de opvang al feitelijk is aangevangen, dan moet geconstateerd worden dat noch in de gesloten overeenkomst, noch in het informatieboekje aan de consument informatie is verstrekt over de te volgen procedure en de hoogte van de annuleringskosten, zoals de algemene voorwaarden voorschrijven. Gesteld noch gebleken is dat dit op andere wijze, bijvoorbeeld mondeling bij het sluiten van de overeenkomst, wel is gebeurd. De ondernemer heeft zich dan ook jegens de consument niet kunnen beroepen op het bepaalde in artikel 10 van de algemene voorwaarden, zodat haar facturering van het bedrag ter hoogte van een maand opvangkosten een goede grond ontbeert. Een en ander laat op zich onverlet dat er sprake zou kunnen zijn van schade aan de kant van de ondernemer ten gevolge van de annulering door de consument, maar deze kan, nu er geen contractuele regeling is getroffen, niet op deze (forfaitaire) wijze aan de consument in rekening worden gebracht. Voor zover er sprake is van daadwerkelijk geleden, aantoonbare en aan de consument toe te rekenen schade zou deze volgens de normale regels van civiel recht bij deze in rekening kunnen worden gebracht. Zulks is echter in dit geval niet aan de orde. Bij gebreke aan een deugdelijke grondslag is de consument niet gehouden het hem in rekening gebrachte bedrag te betalen. De klacht is dan ook gegrond. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De consument is niet gehouden tot betaling aan de ondernemer van het hem vanwege de annulering in rekening gebrachte bedrag. Het door de consument in depot gestorte bedrag zal aan deze worden gerestitueerd. Nu de ondernemer in het ongelijk is gesteld dient deze de consument uit hoofde van het door deze betaalde klachtengeld ad € 50,– te vergoeden. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten een bedrag verschuldigd van € 50,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang op 4 oktober 2011.