Gedrag en wensen van ouder maakt uitvoeren opvangovereenkomst voor ondernemer onmogelijk

Klachtenloket Kinderopvang



Commissie: kinderopvang    Categorie: overeenkomst    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 158151/158991

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De ondernemer heeft de opvangovereenkomst voor de drie kinderen van de consument beëindigd. De consument wil weten waarom de ondernemer dat heeft gedaan en eist dat de overeenkomst weer ingaat op de voorwaarden waar zij mee heeft ingestemd bij het begin van de overeenkomst. De consument wil niet instemmen met de nieuwe voorwaarden van de ondernemer. De ondernemer stelt dat medewerkers meerdere klachten hebben ingediend over de consument. Zo zou zij zich intimiderend en agressief hebben gedragen en wilde de consument hier niet over in gesprek gaan met de ondernemer. Daarnaast hebben de kinderen van de consument gedragsproblemen waar niet alleen de kinderen zelf, maar ook andere kinderen in de groep last van hadden. De ondernemer heeft meerdere keren geprobeerd met de consument tot een oplossing gekomen, maar dat is niet gelukt. Daarom is de opvangovereenkomst voor één van de kinderen beëindigd, de consument heeft zelf gekozen om de andere twee kinderen ook thuis te houden. De commissie oordeelt dat het voor de ondernemer onmogelijk is om de overeenkomst met de consument te blijven uitvoeren omdat zij niet akkoord wil gaan met de nieuwe voorwaarden en vanwege het gedrag van de consument. De klacht is ongegrond.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil heeft betrekking op de vraag of de ondernemer de opvangovereenkomst van de drie kinderen van de consument heeft mogen opzeggen met ingang van 15 februari 2022.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument heeft in haar schriftelijke stukken een groot aantal klachten geformuleerd. Ter zitting heeft de commissie gevraagd naar de precieze klacht en wens van de consument. De consument heeft aangegeven dat zij wenst te vernemen wat de reden is dat de ondernemer de overeenkomsten voor haar drie kinderen heeft opgezegd. Ook vordert de consument dat de kinderopvang bij de ondernemer voor alle drie haar kinderen opnieuw start onder de voorwaarden waarmee zij akkoord is gegaan bij afsluiting van het contract in maart 2021. De consument wenst niet akkoord te gaan met de nieuwe algemene voorwaarden en aanvullende voorwaarden (hierna: de nieuwe voorwaarden).

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Medewerkers van de ondernemer hebben een groot aantal klachten ingediend over het gedrag van de consument. De medewerkers hebben haar gedrag als intimiderend, agressief en grievend ervaren. De consument is hier meerdere keren op aangesproken en er is geprobeerd afspraken met de consument te maken over haar gedrag, maar daarmee wenste de consument niet akkoord te gaan.

Daarnaast waren er ook gedragsproblemen bij de kinderen. Voor een van de kinderen van de consument leidden de gedragsproblemen van het kind ertoe dat de ondernemer de overeenkomst heeft beëindigd per 4 november 2021, omdat de ondernemer geen mogelijkheid meer zag om geschikte opvang voor dit kind te leveren. Daarnaast verstoorde dit kind met zijn gedrag de rest van de groep. De consument heeft over de beëindiging per 4 november 2021 op dat moment een klacht ingediend. De ondernemer heeft na het indienen van de klacht samen met de consument gezocht naar oplossingen zodat het kind opvang kon blijven genieten. Er heeft onder meer mediation plaatsgevonden en de ondernemer heeft een aantal afspraken willen maken met de consument over haar gedrag en het gedrag van het kind. Over deze afspraken is uiteindelijk geen overeenstemming bereikt. Vanaf 4 november 2021 is dit kind niet meer naar de opvang geweest.

Het gedrag van de consument en/of haar kinderen heeft ertoe geleid dat andere ouders, met wie de ondernemer overeenkomsten had, hun overeenkomsten hebben opgezegd. Daarnaast dreigen meerdere medewerkers van de ondernemer ontslag te nemen als de consument en haar kinderen bij de opvang blijven.

De andere twee kinderen van de consument zijn sinds 3 december 2021 niet meer op de opvanglocatie geweest, hoewel zij daar nog wel welkom waren. De afwezigheid van deze twee kinderen en de afwezigheid van de consument op de opvanglocatie leidden tot een verbeterde dynamiek op de groep.

Ook staat het feit dat de consument niet akkoord gaat met de nieuwe algemene voorwaarden de voortzetting van de overeenkomst in de weg. Deze nieuwe voorwaarden zijn per 1 februari 2022 voor iedere overeenkomst bij de ondernemer gaan gelden. De oudercommissie heeft daarover positief geadviseerd. Indien de consument niet akkoord wil gaan met de nieuwe voorwaarden, dan kan de consument de overeenkomst opzeggen. Het is niet mogelijk de overeenkomst voort te zetten onder de oude algemene voorwaarden.

Gelet op:
– het gedrag van de consument;
– de gedragsproblematiek van een van de kinderen;
– het feit dat de consument niet akkoord wilde gaan met de nieuwe voorwaarden;
– het feit dat de consument niet akkoord wilde gaan met afspraken ten aanzien van één van de kinderen;
– de langdurige afwezigheid van de kinderen, en
– de verbeterde groepsdynamiek tijdens de afwezigheid van de consument en haar kinderen;
heeft de ondernemer doen besluiten de overeenkomsten voor alle drie de kinderen per 15 februari 2022 officieel op te zeggen.

Beoordeling van het geschil
Redenen voor opzegging

De consument heeft ter zitting aangegeven dat zij wenst te vernemen waarom de ondernemer de overeenkomsten voor haar kinderen heeft opgezegd. De ondernemer heeft dit, zoals blijkt uit de overgelegde stukken, per e-mail toegelicht en ook op de zitting heeft zij wederom de redenen voor de opzeggingen genoemd. Deze redenen zijn in de uitspraak onder Standpunt van de ondernemer opgenomen zodat die vraag van de consument beantwoord is en daarover bij de consument geen onduidelijkheid meer kan bestaan.

Doorstart opvang?
De commissie merkt allereerst op dat de consument ter zitting wederom heeft aangegeven niet akkoord te willen gaan met de nieuwe algemene voorwaarden. Over deze nieuwe voorwaarden heeft de oudercommissie positief geadviseerd. Dat heeft ertoe geleid dat de voorwaarden per 1 februari 2022 voor elke ouder met een lopend contract bij de ondernemer zijn gaan gelden. Als de consument het niet eens is met de wijziging van de algemene voorwaarden, kan de overeenkomst worden opgezegd. Het feit dat de consument niet akkoord wil gaan met de nieuwe voorwaarden, leidt ertoe dat het voor de ondernemer onmogelijk wordt de overeenkomst met de consument uit te blijven voeren.

Ter zitting is daarnaast gebleken dat de vertrouwensrelatie tussen de ondernemer enerzijds en de consument anderzijds ernstig is verstoord. Het gedrag van de consument en/of haar kinderen heeft ertoe geleid dat, zoals door de ondernemer onweersproken is gesteld, andere ouders, met wie de ondernemer overeenkomsten had, hun overeenkomsten hebben opgezegd. Daarnaast dreigen meerdere medewerkers van de ondernemer ontslag te nemen als de consument en haar kinderen bij de opvang zullen blijven komen. Dit alles heeft de consument niet weersproken. De ondernemer heeft onder professionele begeleiding (mediation) en met hulp van een medewerker het CJG naar verschillende oplossingen gezocht, maar dat alles heeft er niet toe geleid dat de consument de kinderen opnieuw naar de opvang heeft gebracht. Onder die omstandigheden kan van de ondernemer in alle redelijkheid niet worden gevergd dat hij nog langer opvang aanbiedt aan de kinderen van de consument.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie:

• wijst het verzochte af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, mevrouw mr. S.A.M.F. Sjoukes, de heer H. Stel, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. R. van den Wildenberg, secretaris, op 28 februari 2022.