Gebruikte rekenmethode voor terugbetaling door ondernemer niet genoten opvanguren onjuist

Klachtenloket Kinderopvang
Print Friendly, PDF & Email



Commissie: kinderopvang    Categorie: Terugbetaling    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 210491/215352

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Het geschil betreft de door de ondernemer gehanteerde rekenmethode voor het terugbetalen van niet genoten uren in 2022 voor de opvang van de dochter van de consument waarop de ondernemer noodgedwongen moest sluiten als gevolg van personeelstekort. De consument stelt dat de ondernemer de geannuleerde dagen volgens een verkeerde rekenmethode berekent. Niet de volledige dagelijkse contracturen zijn door de ondernemer terugbetaald. De commissie is van oordeel dat de klacht van de consument gegrond is. De berekeningswijze die de ondernemer gebruikt is onjuist. Het aantal niet genoten opvanguren dient tegen het overeengekomen uurtarief te worden vergoed aan de consument. De ondernemer heeft aangegeven deze methode nu ook te hanteren. Voor de opvangdagen in 2022 die de consument niet heeft kunnen gebruiken, dient de ondernemer daarom aanvullend te compenseren. De ondernemer dient aan de consument het verschil terug te betalen tussen wat hij al heeft terugbetaald en wat hij met de juiste rekenmethode zou hebben moeten terug betalen, voor zover dat inmiddels nog niet is gebeurd. Het is aan de consument eventuele noodzakelijke wijzigingen bij de Belastingdienst door te geven.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de door de ondernemer gehanteerde rekenmethode voor restitutie van de vergoeding voor de opvang van de dochter van de consument voor het aantal dagen in 2022 waarop de ondernemer noodgedwongen moest sluiten als gevolg van personeelstekort.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dit op het volgende neer.

De ondernemer corrigeert de geannuleerde dagen met een verkeerde rekenmethode. Niet de volledige dagelijkse contracturen worden gecrediteerd, maar een anders berekend aantal daguren. De consument heeft hier herhaaldelijk over gecorrespondeerd met de ondernemer, maar de ondernemer wil geen correctie doorvoeren. BOINK en Klachtenloket Kinderopvang stellen de consument in het gelijk, maar ook daar heeft de ondernemer geen boodschap aan. De consument wil dat de ondernemer de rekenmethode wijzigt en met terugwerkende kracht voor alle duizenden ouders de correcties doorvoert vanaf 01-01-2022. Het juiste aantal uren moet daarnaast ook bij de Belastingdienst worden gecorrigeerd.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dit op het volgende neer.

Wanneer een groep moet sluiten, wordt de vooruitbetaalde vergoeding gerestitueerd. Hierbij hanteert de ondernemer de volgende berekeningswijze: ouders betalen een vast maandelijks bedrag voor de opvang van hun kind. Dit bedrag is afhankelijk van het aantal opvangdagen per week in het contract. Wanneer een dag uitvalt als gevolg van een incidentele sluiting wordt gekeken naar het aantal opvangdagen in die maand. Het aantal openingsdagen in een maand verschilt namelijk. Het vooruitbetaalde maandbedrag wordt gedeeld door het aantal opvangdagen in die betreffende maand om de ‘prijs’ per dag te bepalen.

Dit bedrag wordt aan de ouders gerestitueerd in geval van een sluiting. Ouders betalen elke maand hetzelfde bedrag aan vergoeding. De restitutie van de ondernemer is 1 op 1 het bedrag dat door ouders is betaald voor de specifieke dag waarop de ondernemer noodgedwongen moest sluiten.

De consument is van mening dat bij de berekening van het restitutiebedrag uitgegaan moet worden van het jaarbedrag gedeeld door het aantal opvangdagen in het jaar. Dat is ook een mogelijkheid, echter heeft de ondernemer voor een andere methode gekozen, welke (ook) eerlijk is. De ondernemer verwerpt de (impliciete) suggestie dat de door de ondernemer gehanteerde methode in het voordeel van de ondernemer is. De ondernemer heeft inmiddels al veel correspondentie met de consument achter de rug. Een mondeling overleg wordt door de consument afgewezen. Het bedrag van € 74,70 (het verschil tussen de beide berekeningswijzen) heeft de ondernemer uit coulance al een tijd geleden aan klager uitbetaald. Alhoewel de ondernemer onverkort achter de methode staat die is gehanteerd, is besloten voor nieuwe sluitingen voortaan de methode zoals door de consument voorgesteld te hanteren.

Beoordeling van het geschil

De consument heeft in zijn schriftelijke klacht en ter zitting aangevoerd de klacht niet alleen voor zichzelf, maar namens alle ouders die gebruik maken van de opvang van de ondernemer te hebben ingediend. Zoals de commissie ook ter zitting reeds heeft aangegeven is het niet mogelijk (zonder machtiging) namens anderen een klacht aanhangig te maken. De uitspraak van de commissie heeft dus slechts betrekking op de situatie van de consument.

De commissie is van oordeel dat de klacht van de consument gegrond is. De door de ondernemer gehanteerde berekeningswijze is onjuist. Het aantal niet genoten opvanguren dient tegen het overeengekomen uurtarief te worden vergoed. De ondernemer heeft aangegeven deze methode nu ook te hanteren. Voor de niet genoten opvangdagen in 2022 dient de ondernemer het verschil in restitutie tussen de door hem gehanteerde rekenwijze en de rekenmethode, zoals thans wordt gehanteerd aan de consument te vergoeden, voor zover dat nog niet is gebeurd. Het is aan de consument eventuele noodzakelijke wijzigingen bij de Belastingdienst door te geven.

Daarnaast dient de ondernemer, zoals bepaald in het reglement van de commissie, het door de consument betaalde klachtgeld van € 25,– aan de consument te vergoeden.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie:

–             verklaart de klacht van de consument gegrond;

–             bepaalt dat niet-genoten opvangdagen door sluiting van een groep dienen te worden vergoed tegen het overeengekomen uurtarief maal de overeengekomen contracturen per dag;

–             bepaalt dat de ondernemer aan de consument dient te vergoeden het verschil tussen de reeds betaalde restitutie en het bedrag waar de consument recht op heeft vanaf 1 januari 2022 tot heden;

–             bepaalt dat de ondernemer aan de consument vergoedt het door de consument betaalde klachtgeld van € 25,–.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, mevrouw mr. S.A.M.F. Sjoukes, mevrouw mr. E.E. Aberson, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. M. Gardenier, secretaris, op 14 september 2023.