Eenzijdige wijziging contract door ondernemer naar meer contracturen vanwege zwaarwegende reden van bedrijfseconomische aard niet onderbouwd. Personeelstekort en betaalbaar houden van uurtarief zijn hier volstrekt onvoldoende argumenten.

  • Home >>
  • kinderopvang >>
Klachtenloket Kinderopvang
Print Friendly, PDF & Email



Commissie: kinderopvang    Categorie: eenzijdige wijziging overeenkomst    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 195752/197864

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Het geschil betreft de eenzijdige wijziging van het contract van de consument voor de opvang van haar dochter.

De ondernemer heeft het contract met ingang gewijzigd dat de opvang gedurende 52 weken, 10,5 uur per dag moet worden afgenomen in plaats van 48 weken 9 uur per dag. De ondernemer stelt dat sprake is van zwaarwegende redenen van bedrijfseconomische aard die de wijziging rechtvaardigen.

De commissie oordeelt dat de ondernemer de gestelde zwaarwegende redenen van bedrijfseconomische aard op geen enkele wijze heeft onderbouwd. De genoemde redenen – personeelstekort en het betaalbaar houden van het uurtarief – zijn als argument volstrekt onvoldoende. De commissie ziet niet in waarom de consument geen flexibel contract aangeboden krijgt (waarbij opvang gedurende 48 weken, 9 uur per dag mogelijk is), terwijl zo’n contract nog altijd wordt aangeboden. De klacht is gegrond en de ondernemer dient het contract van 48 weken, 9 uur per dag, uit te blijven voeren.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de eenzijdige wijziging van het contract van de consument voor de opvang van haar dochter.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dat op het volgende neer.

De consument heeft met de ondernemer een contract afgesloten voor de opvang van haar dochter. Het contract is gestart op 4 januari 2022 en eindigt op 6 september 2025. Partijen zijn dagopvang overeengekomen gedurende 48 weken per jaar en 9 uur per dag.

De ondernemer heeft aangegeven het contract per 1 januari 2023 (automatisch) om te zetten in een contract voor 52 weken per jaar en 10,5 uur per dag omdat hij op basis van de algemene voorwaarden het recht heeft de overeenkomst eenzijdig te wijzigen in geval van zwaarwegende redenen.

De ondernemer heeft niet onderbouwd waarom er sprake is van zwaarwegende redenen die een rechtsgeldige wijziging van het contract mogelijk maakt. Het personeelstekort dat als argument wordt gegeven is het gevolg van het aannamebeleid dat door de ondernemer wordt gehanteerd. Er is geen sprake van een aannamestop van kinderen. Het afgelopen jaar is één begeleidster in de groep van de dochter vertrokken, maar deze plek is opgevuld door een nieuwe medewerkster.

De aanpassing van het contract heeft tevens tot gevolg dat het aantal (contract) uren opvang enkel toeneemt. Er wordt geen verklaring gegeven op welke wijze een toename van de uren van opvang bijdraagt aan het oplossen van het personeelstekort. Er is dus geen sprake van een zwaarwegende reden op grond waarvan het contract gewijzigd kan worden. De ondernemer geeft aan dat gemiddeld de tarieven voor kinderopvang stijgen met 8,7%. Bij de ondernemer stijgen de tarieven gemiddeld met slechts 5,5%. De ondernemer heeft deze keuze gemaakt omdat ze dit zien als hun maatschappelijke opdracht; om hiermee het uurtarief betaalbaar te houden.

Het is een keuze van de ondernemer om de tarieven gemiddeld minder te laten stijgen dan landelijk. Hiermee is echter geen sprake van een zwaarwegende reden op grond waarvan het contract gewijzigd kan worden. Het is een maatschappelijke keuze die de ondernemer maakt, geen keuze die gebaseerd is op een zwaarwegende reden c.q. geen onderbouwing voor de stelling dat een andere prijs de continuïteit van de locatie waar de dochter is geplaatst in gevaar brengt.

Het oorspronkelijke contract dient te worden gehandhaafd (oorspronkelijke uren en het aantal weken), met aanpassing van het uurtarief conform de procentuele stijging van het uurtarief dat ook voor 2023 van toepassing is op reguliere opvang (5,5%).

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dat op het volgende neer.

De consument heeft op 7 oktober 2021 een contract afgesloten voor 48 weken dagopvang per jaar, 9 uur per dag. De ondernemer wijzigt per 1 januari 2023 het aanbod waardoor het niet meer mogelijk is deze vorm van opvang af te nemen.  Zwaarwegende redenen voor de ondernemer om het aanbod te wijzigen zijn:

  1. vereenvoudiging van het aanbod wat zorgt voor werkdrukverlaging in alle lagen van de organisatie;
  2. betaalbaar houden van de kinderopvang voor alle ouders van de ondernemer.

Vereenvoudiging van het aanbod

Door vereenvoudiging van het aanbod zorgt de ondernemer voor haar medewerkers. De diversiteit van het aanbod leidde tot een hoge werkdruk in alle lagen van de organisatie. Vereenvoudiging van het aanbod zorgt voor meer continuïteit, rust, duidelijkheid en structuur op de groepen en dus voor de kinderen en de medewerkers. Daarnaast zorgt dit voor een beter beheersbaar administratief proces, waardoor ook de werkdruk op kantoor wordt verlaagd. Flexibele opvang zorgt voor een hogere werkdruk en minder rust en structuur op de groep. Flexibele opvang is nog beperkt mogelijk. Op dit moment is er echter een wachtlijst voor flexibele opvang in de groep van de dochter van de consument.

Betaalbaar houden van de kinderopvang voor alle kinderen

De ondernemer ziet het als haar maatschappelijke opdracht de kinderopvang toegankelijk te houden voor alle kinderen. Daarom is het belangrijk dat de kinderopvang betaalbaar blijft en de ondernemer, zolang dat tot de mogelijkheden behoort, het uurtarief vaststelt op het KOT tarief van de overheid. Op deze manier kunnen ouders optimaal gebruikmaken van de kinderopvangtoeslag. Mede doordat er aanpassingen zijn gedaan in het aanbod is dit voor 2023 gelukt. Als de aanpassingen niet waren gedaan, was het uurtarief fors verhoogd.

De ondernemer bekijkt de zaken breder dan alleen de opvanglocatie waar de consument gebruik van maakt. Er is een medewerkers tevredenheidsonderzoek uitgevoerd waaruit blijkt dat de werkdruk hoog is. In juli en begin september zijn alle oudercommissies uitgenodigd voor een informatieavond. De opgehaalde informatie is meegenomen in de besluitvorming. Ook de reactie van de oudercommissies op de voorgenomen wijzigingen zijn meegenomen in de besluitvorming.

Beoordeling van het geschil

Op 7 oktober 2021 zijn partijen overeengekomen dat de dochter van de consument gebruik kan maken van de opvang op dinsdag en woensdag gedurende 48 weken per jaar, 9 uur per dag. De opvang is aangevangen op 4 januari 2022 en loopt tot 6 september 2025.

De ondernemer heeft het contract met ingang van 1 januari 2023 gewijzigd aldus dat de opvang gedurende 52 weken, 10,5 uur per dag moet worden afgenomen. De ondernemer stelt dat sprake is van zwaarwegende redenen van bedrijfseconomische aard die de wijziging rechtvaardigen.

De commissie is van oordeel dat de ondernemer de gestelde zwaarwegende redenen van bedrijfseconomische aard op geen enkele wijze heeft onderbouwd. De door de ondernemer genoemde redenen – personeelstekort en het betaalbaar houden van het uurtarief – zijn daartoe volstrekt onvoldoende. Het gaat niet aan om een lopend contract open te breken om personeel technische redenen en om de kosten zo laag mogelijk te houden. Te meer niet omdat desgevraagd is verklaard dat alleen de consument bezwaar heeft gemaakt tegen de wijziging. Niet valt in te zien waarom de consument geen flexibel contract aangeboden krijgt (waarbij opvang gedurende 48 weken, 9 uur per dag mogelijk is), terwijl een dergelijk contract nog altijd – twee per groep – wordt aangeboden.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. De commissie zal bepalen dat de ondernemer het met de consument op 7 oktober 2021 gesloten contract conform de daar genoemde uren, weken en dagen dient uit te voeren.

De ondernemer dient overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie verklaart de klacht gegrond.

Bepaalt dat de ondernemer het tussen partijen op 7 oktober 2021 gesloten contract conform de daar genoemde uren, weken en dagen dient uit te voeren.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, de heer drs. T. Blom, de heer H. Stel, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. L. Kramer, secretaris, op 7 maart 2023.