Commissie: Kinderdagverblijf
Categorie: Openingstijden
Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
2012-67795
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Consument wil niet betalen voor het niet gebruikte aantal uur opvang. Maar hij moet zich houden aan aantal uur dat in de overeenkomst staat.
In geschil is het aantal verplicht af te nemen opvanguren, waarvan de consument een deel niet gebruikt. Daarnaast heeft de klacht betrekking op de houding van de ondernemer.
De consument heeft een bedrag van € 4.939,– niet betaald en heeft daarvoor (onder protest) een betalingsregeling getroffen met de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt samengevat en in hoofdzaak als volgt. De consument maakte ten tijde van het ontstaan van het geschil voor twee kinderen gebruik van tussenschoolse opvang in het kindercentrum van de ondernemer en voor één kind van dagopvang. Op de door de consument voor zijn kinderen gekozen ……. bestaat de constructie dat driejarigen naar school gaan. Tot het vierde jaar dienen de ouders de opvang via de door school ingehuurde opvang van de ondernemer te regelen. De ondernemer declareert voor de opvang van driejarigen niet alleen de daadwerkelijk genoten uren maar ook de uren na schooltijd, waarvan de consument geen gebruik maakt. Het komt erop neer dat de consument feitelijk van 116 uur opvang gebruik maakt, terwijl 238 uur wordt gedeclareerd. Door ondertekening van het contract is de consument accoord gegaan met de voorwaarden van de ondernemer. Deze voorwaarden waren hem echter niet duidelijk ten tijde van het ondertekenen van het contract. De consument betwist dat hij bij de persoonlijke presentatie van de diensten van de ondernemer is geweest en was bovendien met vakantie. De consument ging ervan uit dat de opvang in dagdelen zou worden aangeboden. In artikel 8 van de algemene voorwaarden van de ondernemer wordt ook over dagdelen gesproken. De consument is van mening dat de voorwaarden onredelijk bezwarend zijn. De consument heeft dit vanaf het begin van de looptijd van de overeenkomst met de ondernemer willen bespreken. Voorts is het de consument bekend dat andere ouders wel halve dagen mogen afnemen en betalen. Omdat de consument het niet eens is met het onevenredig aantal niet gebruikte uren opvang dat in rekening wordt gebracht en het niet lukte hierover met de ondernemer in gesprek te geraken, is de consument na een aantal maanden gestopt met het betalen van (een deel van) de facturen. De consument heeft zijn probleem besproken met de ondernemer en de directeur van de school, deze laatste heeft contact opgenomen met de ouderraad. De schooldirecteur en de ouderraad zien het probleem wel, maar doen er niets aan. De ondernemer heeft direct een deurwaarder ingeschakeld en dreigde met een rechtszaak en loonbeslag. De consument betwist dat het inschakelen van de deurwaarder zijn instemming had. Vanwege de hoge kosten die de deurwaarder en een rechtszaak met zich meebrengen voelde de consument zich gedwongen om een betalingsregeling aan te gaan. Voorts dreigt de ondernemer vanaf het begin met een boete van € 25,– per factuur, per kind, per maand, indien de consument geen toestemming geeft tot automatische incasso. De consument wenst daarvan geen gebruik te maken en staat daarmee in zijn recht. Zie ook het vonnis van de Kantonrechter te Haarlem van 23 juli 2009, ……. . De ondernemer stelt zich star, onnodig dreigend en intimiderend op en is niet bereid de discussie met de consument aan te gaan of het conflict op te lossen via mediation. De dreigende houding van de ondernemer wordt ruimschoots geïllustreerd door de stukken, e-mails en brieven, de wijze waarop een automatische incasso wordt afgedwongen, het gebruik maken van een deurwaarder in plaats van een incassobureau. Voorts heeft de ondernemer, omdat de ouders op de betreffende school geen alternatief hebben, een sterke machtspositie binnen de school, hetgeen een onwenselijke situatie is. Ter oplossing van het geschil wil de consument zoeken naar een middenweg. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt samengevat en in hoofdzaak als volgt. De consument was afnemer van opvang voor zijn drie kinderen (twee op de tussenschoolse opvang en één in het kinderdagverblijf). Vooraf maandelijks ontving de consument een factuur. Met uitzondering van twee incidenten (in september en november) is de betaling in 2011 goed verlopen en ook bij deze incidenten zijn goede betalingsafspraken gemaakt, die door de consument zijn nagekomen. Vanaf januari 2012 is de consument zonder opgaaf van reden gestopt met betalen. Dit viel samen met het opstarten van een nieuw softwarepakket en heeft daarom niet direct aandacht gekregen. Pas op 6 maart 2012 is opgevallen dat de facturen niet werden betaald/gestorneerd. Daarna is per e-mail en brief contact gezocht met de consument om een betalingsafspraak te maken. Nadat op 22 maart 2012 geen reactie van de consument was ontvangen, heeft de ondernemer een laatste e-mail gestuurd om aan te geven dat de contracten van de drie kinderen conform de algemene voorwaarden zouden worden beëindigd, ook om de huidige achterstand niet verder te laten oplopen. Ook is aangegeven dat het dossier uit handen zou worden gegeven aan een incassokantoor en dat de bijkomende kosten voor rekening van de consument zouden komen. Dezelfde dag zond de consument per e-mail een betalingsvoorstel, dat door de ondernemer per kerende mail is bevestigd. Op 26 maart 2012 kwam de consument echter terug op zijn eigen voorstel en koos ervoor de kosten voor de tussenschoolse opvang te betalen en de schuld voor de dagopvang te weigeren. Hij gaf tevens toestemming om deze schuld uit handen te geven aan het incassokantoor en gaf ook aan de overeenkomst voor dagopvang vroegtijdig te willen beëindigen. De ondernemer heeft dit bevestigd, heeft het dossier uit handen gegeven aan het incassokantoor en heeft uit coulance de tussenschoolse opvang van twee kinderen aangehouden, ondanks de meer dan € 4.000,– schuld. Zelfs het kind dat, op 13 mei 2012, 4 jaar is geworden en officieel naar de basisschool is gegaan wordt nu tussenschools opgevangen. De afgelopen maanden heeft de consument de laatste facturen betreffende de tussenschoolse opvang zelfs nog op eigen initiatief gestorneerd met als reden dat hij geen toestemming heeft gegeven de facturen automatisch te incasseren. Naar aanleiding van de diverse door de consument geuite klachten heeft de ondernemer in zijn schriftelijke verweer en ter zitting nog het volgende verklaard. – De ondernemer kan niet aantonen dat de consument een presentatie van de diensten van de ondernemer heeft bijgewoond. De ondernemer houdt elke maand een presentatie voor belangstellende ouders, maar er zijn geen presentielijsten. Wel heeft de consument alle tijd en mogelijkheid gehad om de voorwaarden door te nemen voordat hij de overeenkomst ondertekende. – Over het aantal uren heeft in september 2011 een korte e-mailwisseling plaatsgevonden. De opvang is echter ruim voor de betalingsachterstand begonnen, en er is meer dan een half jaar verstreken voordat de consument aangaf het niet met de voorwaarden eens te zijn. – Na recente overname van de onderneming is bij uitzondering halvedagopvang toegestaan, dit waren uitzonderingen in de overgangsfase. Bovendien waren dit halve dagen en niet opvang tijdens schooltijden, dit is nooit gedaan. – De consument heeft op een aantal aanmaningen per e-mail gereageerd, maar heeft geen moeite gedaan de ondernemer persoonlijk aan te spreken in het kindercentrum, waar de ondernemer dagelijks aanwezig is. Hij heeft alleen contact gezocht met de school, de ouderraad van de school en de medezeggenschapsraad van de school. De ouderraad van het kindercentrum is hierbij door de consument buiten spel gelaten. – Er is opvang verzorgd en de consument wil daarvoor ondanks een getekende overeenkomst niet betalen. De ondernemer beroept zich op zijn verantwoordelijkheid tegenover zijn onderneming en zijn personeel en wijst erop dat hij het zich niet kan permitteren om meer dan € 4.000,– onbetaald te laten. Voorts is slechts gedreigd met het opzeggen van de opvang. In de algemene voorwaarden staat duidelijk vermeld dat indien de betalingsachterstand twee maanden of meer bedraagt, de ondernemer gerechtigd is om eenzijdig de opvang op te zeggen. – De consument heeft zijn zelf voorgestelde betalingsregeling geweigerd en is accoord gegaan met het uit handen geven van het dossier aan een gespecialiseerde instantie. Dit kantoor is naast incassobureau ook deurwaarder en heeft de standaard incassoprocedure gevolgd. De consument wil niet betalen en verplicht de ondernemer zo om maatregelen te nemen, dat kost geld en dat wordt op de consument verhaald. – De ondernemer heeft mediation afgewezen omdat hij van mening is dat hij in zijn recht staat, het gaat niet om een verschil van inzicht maar om een weigering om voor genoten diensten te betalen. – Op dinsdag 12 juni 2012 heeft de ondernemer de consument persoonlijk gesproken, net buiten de school. De consument gaf aan dat het niet persoonlijk bedoeld was en wilde zijn derde kind ook voor de tussenschoolse opvang inschrijven. De ondernemer heeft dit “uit tolerantie” toegezegd. De consument heeft toen niet gezegd dat hij de discussie wilde aangaan. Jammer genoeg liet de consument daarna zijn betalingen (van de tussenschoolse opvang) weer storneren met als reden dat hij nooit had ingestemd met een incasso. – De consument probeert betaling uit te stellen. Inmiddels heeft de klachtencommissie zijn klachten ongegrond verklaard. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie stelt vast dat uit het aanbod op de website van de ondernemer blijkt dat de ondernemer op de betreffende locatie naast diverse varianten van BSO ook dagopvang aanbiedt voor kinderen van 3 tot 4 jaar, met een speciaal programma waarbij de driejarige peuters in de ochtend met het onderwijsprogramma van de school meedraaien onder begeleiding van de eigen vaste kinderopvangkrachten, waarna in de middag de opvang wordt voortgezet. Dit is het product dat op 28 augustus 2011 met de consument is overeengekomen. De door de consument getekende offerte/overeenkomst laat daarover geen onduidelijkheden bestaan. De offerte/overeenkomst vermeldt dat het om dagopvang gaat op vijf dagen per week en vermeldt tevens het aantal uren opvang per maand, het per maand te betalen bedrag en de uurprijs. Voorts bevat de offerte/overeenkomst een verklaring dat de consument kennis heeft genomen van de eigen algemene voorwaarden van de ondernemer, de Branchevoorwaarden en het Convenant Kwaliteit Kinderopvang, en daarmee accoord gaat, alsmede een verklaring dat de consument toestemming verleent voor automatische incasso van de kosten voorafgaand aan de betreffende opvangmaand. Van een consument mag worden verlangd dat hij zich informeert of laat informeren over een af te nemen product en over datgene waartoe hij zich verbindt, alvorens een dergelijke overeenkomst aan te gaan dan wel te ondertekenen. Of de consument al dan niet op een informatiebijeenkomst is geweest is niet daadwerkelijk van belang. De ondernemer biedt daartoe in het algemeen de gelegenheid en daarnaast of in plaats daarvan had de consument zich voor informatie persoonlijk en rechtstreeks tot de ondernemer kunnen wenden. De offerte/overeenkomst nodigt daartoe expliciet uit. Na ontvangst van de offerte/overeenkomst op 18 juli 2011 had de consument daartoe ruim de gelegenheid voordat hij deze op 28 augustus 2011 voor accoord ondertekende en retourneerde. Dat de consument van een deel van de uren geen gebruik maakt doet aan het voorgaande niet af, de betalingsverplichting staat vast. Artikel 8.1 van de (eigen) algemene voorwaarden is daarover duidelijk. Tussen partijen geldt wat zij met elkaar zijn overeengekomen en dat is in dit geval dagopvang op vijf dagen per week. Halvedagopvang wordt als zodanig door de ondernemer niet aangeboden. Zo er al sprake zou zijn van afwijkende afspraken tussen de ondernemer en andere afnemers, dan kan de consument daar geen rechten aan ontlenen. Voorts acht de commissie bewezen noch aannemelijk gemaakt dat de ondernemer zich star, dreigend of intimiderend heeft gedragen. Uit de overgelegde e-mailwisseling komt een ander beeld naar voren. Op grond van alle aan de commissie gebleken feiten en omstandigheden is de commissie van mening dat de ondernemer zich weliswaar vasthoudend heeft opgesteld waar het betreft het voldoen aan de betalingsverplichting, maar zich ook welwillend heeft getoond waar het betreft het voortzetten en nieuw aangaan van de overeenkomsten voor tussenschoolse opvang voor alle drie de kinderen van de consument. De commissie is van mening dat de ondernemer hier geen verwijt valt te maken. Ter zake de bezwaren van de consument tegen de verplichting tot automatische incasso van de maandelijks verschuldigde bedragen stelt de commissie vast dat de consument uitdrukkelijk met deze betalingswijze accoord is gegaan en expliciet toestemming heeft gegeven de maandelijkse rekeningen automatisch te laten incasseren. Dit maakt de onderhavige situatie anders dan die in de door de consument aangehaalde uitspraak van de kantonrechter te Arnhem. Nu partijen automatische betalingen zijn overeengekomen, dient de consument zich daar aan te houden. Gelet op het voorgaande en alle aan de commissie gebleken feiten en omstandigheden in aanmerking nemende acht de commissie alle genoemde klachtonderdelen ongegrond. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De klacht is ongegrond. Het door de consument verlangde wordt afgewezen. De consument dient het achterstallige bedrag (inclusief de kosten) geheel aan de ondernemer te voldoen, een en ander volgens de tussen partijen geldende betalingsregeling. Indien de consument zich niet aan de betalingsregeling houdt zal evenwel het resterende bedrag direct in zijn geheel opeisbaar zijn. Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, op 20 augustus 2012.