Commissie: kinderopvang
Categorie: overeenkomst
Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ongegrond
Referentiecode:
14633/20416
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De consument klaagt over het contract met de ondernemer. De consument heeft voor zijn twee dochters een flexibel contract met de ondernemer afgesloten. De ondernemer heeft voor 2020 nieuwe voorwaarden gemaakt, wat inhoudt dat flexibele contracten niet meer worden aangeboden. Hier is de consument het niet mee eens en wil het contract wijzigen naar een bepaald aantal uren. De ondernemer geeft aan dat het pakket niet meer als overgangsregeling kon worden voortgezet. Een overeenkomst wijzigingen door een ouder is niet mogelijk zonder dat er een nieuwe overeenkomst wordt aangegaan. De commissie oordeelt dat bij een wijziging van het aantal uren met een consument, altijd een nieuwe overeenkomst wordt aangegaan. Consumenten die het pakket gebruiken kunnen deze blijven gebruiken. Als zij een wijziging in het pakket willen, dan moet er een nieuw contract worden afgesloten. In dit geval wordt er dus een nieuw contract afgesloten, aangezien de consument een contract voor 20 uur wil. De klacht is ongegrond.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft het niet kunnen wijzigen van de twee flexibele contracten die de consument met de ondernemer heeft gesloten.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument heeft voor zijn twee dochters een flexibel (‘Altijd anders’) contract met de ondernemer afgesloten. De vrouw van de consument werkt in de zorg voor 24 uren per week. Het in 2019 afgesloten contract is voor 25 uren per maand per kind. De nieuwe tarieven voor 2020 zijn flink verhoogd naar € 10,25 per uur per kind. De consument heeft zijn werkuren aangepast zodat hij zijn twee dochters naar school kan brengen, waardoor minder uren kinderopvang voor 2020 nodig zijn. De consument heeft de ondernemer gevraagd het contract te verlagen naar 16 uren per maand per kind. De ondernemer heeft voor 2020 nieuwe voorwaarden gemaakt, wat inhoudt dat de flexibele contracten niet langer worden aangeboden.
De consument mag zijn bestaande contract behouden voor 2020 maar er mogen geen wijzigen in worden doorgevoerd, zoals het verlagen van het aantal overeengekomen uren.
De ondernemer is de enige aanbieder van voor- en naschoolse opvang. De consument vindt het heel tegenstrijdig dat vanaf 2020 de uren niet meer verlaagd of verhoogd mogen worden, terwijl dat eerst wel mogelijk was. Een vast contract is niet mogelijk voor de consument omdat de werkuren en -dagen van zijn vrouw altijd anders zijn.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Overeenkomsten met het pakket ‘Altijd anders’ worden per 1 januari 2020 niet meer aangeboden.
De bestaande overeenkomsten uit 2019 met het pakket ‘Altijd anders’ konden als overgangsregeling worden voortgezet onder de dan geldende voorwaarden. Het was (zoals in 2019) en is niet mogelijk voor een ouder om een overeenkomst te wijzigen (bijv. ter zake het aantal uren), zonder dat een nieuwe overeenkomst werd/wordt aangegaan. De consument wenst in feite dat hij in 2020 de mogelijkheid krijgt om eventuele nieuwe overeenkomsten met het pakket ‘Altijd anders OV’ af te sluiten. Dat is niet mogelijk, want de consument heeft in het kader van een schikkingsovereenkomst, inhoudende voorzetting van het bestaande flexibele contract voor 20 uur per kind per maand, met de ondernemer nieuwe overeenkomsten (met o.a. het van toepassing zijnde Reglement Kinderopvangvoorzieningen 2020) gesloten en uit het van toepassing zijnde Reglement blijkt dat de diensten die tot overgangsregeling zijn benoemd niet beschikbaar zijn voor nieuwe overeenkomsten of aanpassingen in overeenkomsten. De ondernemer is dan ook van mening dat de klacht ongegrond is en verzoekt deze dan ook ongegrond te verklaren en af te wijzen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Ten tijde van het indienen van de klacht bestond de klacht eruit dat de consument de opvanguren over 2020 wenste te verminderen van 25 naar 16 uur. Nadien is tussen de consument en de ondernemer, zo begrijpt de commissie uit de stukken en zo is ook ter zitting door partijen bevestigd, een schikking getroffen, inhoudende dat met de consument twee nieuwe contracten zijn gesloten als overgangsregeling, die bestaan uit flexibele opvang voor 20 uur per maand per kind. Dit is overeenkomstig de wens van de consument en in zoverre is daarmee aan zijn klacht voor wat betreft wijziging van de uren in 2020 tegemoetgekomen. De consument wenst echter ook in de toekomst de uren van de flexibele opvang naar believen te kunnen wijzigen, zonder dat hiermee de mogelijkheid van flexibele opvang vervalt.
De ondernemer heeft in haar verweerschrift en ter zitting toegelicht dat bij wijziging van het aantal uren met een consument altijd een nieuwe overeenkomst wordt aangegaan. Zo zijn met de consument in de achterliggende jaren ook diverse contracten afgesloten. De ondernemer heeft besloten met ingang van 1 januari 2020 zijn dienstenpakket te wijzigen in die zin, dat de flexibele opvang (het Altijd anders pakket) niet langer wordt aangeboden. Consumenten die nu gebruik maken van dit pakket kunnen dit, onder de huidige condities, blijven afnemen. Willen zij echter een wijziging in het pakket (bijvoorbeeld ten aanzien van de uren), dan dient een nieuw contract te worden afgesloten en aangezien het Altijd anders pakket niet meer wordt aangeboden, moet dan een ander pakket worden gekozen.
De commissie stelt voorop dat een overeenkomst in principe onverkort dient te worden nagekomen. Eenzijdige wijziging van een overeenkomst is maar in bepaalde gevallen mogelijk (zwaarwegende redenen). Echter, in onderhavig geval is geen sprake van wijziging van de tussen de consument en de ondernemer gesloten overeenkomst; deze kan onverminderd in stand blijven. De ondernemer heeft slechts zijn dienstenpakket gewijzigd. Het staat de ondernemer vrij dit te doen, zolang consumenten die gebruik maken van een dienst die niet langer wordt aangeboden, hiervan nog gebruik kunnen blijven maken. Daarvan is in dit geval sprake. De consument kan immers gebruik blijven maken van de flexibele opvang voor de thans overeengekomen uren.
De commissie is van oordeel dat de ondernemer zich coulant heeft opgesteld tegenover de consument door het aanbieden van een flexibel contract voor 20 uur met ingang van 2020. Hiermee is de ondernemer ook tegemoetgekomen aan de primaire klacht van de consument. De commissie is van oordeel dat indien de consument de thans overeengekomen 20 uur opnieuw wenst bij te stellen, het huidige contract komt te vervallen en een nieuw contract, onder de dan geldende voorwaarden, dient te worden afgesloten.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht van de consument ongegrond.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. drs. E.I.P.M. Weijnen, voorzitter, de heer drs. T. Blom, mevrouw mr. M.T.C.J. Nauta-Sluijs, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. M. Gardenier, secretaris, op 20 april 2021.