Aantal uur in overeenkomst blijft geldend

Klachtenloket Kinderopvang
Print Friendly, PDF & Email



Commissie: BSO    Categorie: Openingstijden    Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 2006-KIN06-0002

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

De ondernemer moet zich houden aan de overeenkomst voor 30 uur opvang per maand en mag dit niet wijzigen.   Het geschil betreft de vraag of de ondernemer de in een gesloten overeenkomst voor 30 uur per maand per kind afgesproken buitenschoolse opvang (BSO) eenzijdig kan wijzigen in 40 uur per maand per kind.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument heeft met de ondernemer een overeenkomst gesloten voor 30 uur buitenschoolse opvang per maand per kind en wel voor twee kinderen.   De ondernemer heeft hem laten weten per 1 januari 2006 het aantal opvanguren te verhogen naar 40 uur per maand per kind bij gelijkblijvend uurtarief. De consument heeft slechts behoefte aan 30 uur. Omdat de consument jegens zijn werkgever moet verklaren hoeveel werkelijke uren opvang plaatsvindt, wordt hij gedwongen om een onjuiste opgave te doen.   De consument verlangt  handhaving van de gesloten overeenkomst.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Na de invoering van de Wet kinderopvang per 1 januari 2005 is aan de ouders gecommuniceerd dat 2005 een experimenteel jaar betrof. In de loop van 2005 werd de ondernemer duidelijk dat het product te goedkoop was. Om financieel gezond te blijven is intern voorgesteld om het uurtarief te verhogen met 22%; het tweede voorstel was om het aantal verplichte uren te verhogen en het derde voorstel was een combinatie van beide voorstellen. Er is gekozen voor het tweede voorstel. Dientengevolge is het gemiddeld aantal uren per maand verhoogd naar 40 uur door in de vakantieperiode (12 weken) de verplichte opvang van 5 uur naar 10 uur per dag uit te breiden.   De ondernemer verzoekt de klacht van de consument af te wijzen.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Vooropgesteld wordt dat de tussen partijen gesloten overeenkomst bepalend is voor hetgeen tussen hen geldt. Omdat ter zitting niet duidelijk werd of tussen partijen een meerjarencontract gesloten was of dat er jaarlijks aan de hand van een uitgebrachte offerte een éénjaarscontract geldt, is na de zitting door de ondernemer (met kopie aan de consument) het meerjarencontract toegestuurd. Uit dat contract blijkt dat de opvang plaatsvindt gedurende twee dagdelen per week. Uit de ook meegezonden plaatsingscriteria blijkt dat een dagdeel 3 uur omvat en in de vakantieperiode (12 weken) 5 uur, derhalve gemiddeld 30 uur per maand bij twee dagdelen. Hoewel het toegezonden contract betrekking heeft op één kind, gaat de commissie ervan uit dat voor het tweede kind een gelijkluidend contract gesloten is. De vraag die resteert is dan ook of de ondernemer het recht heeft de overeenkomst op het onderdeel aantal uren te wijzigen. Het contract zegt daarover niets; de toepasselijk verklaarde Algemene Voorwaarden behelzen, behoudens opzegging hetgeen in casu niet van belang is, alleen de mogelijkheid van wijziging van de prijs gedurende de looptijd van het contract. Nu partijen, naar uit de meegezonden plaatsingscriteria volgt, in de gesloten plaatsingsovereenkomst bedoeld hebben een overeenkomst voor 30 uur per maand te sluiten, moet de conclusie zijn dat genoemd aantal uren overeengekomen is voor de looptijd van de overeenkomst, derhalve tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs begint (artikel 7 van de toepasselijke Algemene Voorwaarden). Uit het voorgaande volgt dat de ondernemer niet binnen de looptijd van de overeenkomst de vrijheid heeft het aantal uren eenzijdig te wijzigen; hij moet dan ook de gesloten overeenkomst voor 30 uur per maand per kind onverkort nakomen.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De commissie acht de klacht van de consument gegrond.   De ondernemer moet de tussen partijen gesloten overeenkomst voor 30 uur per maand per kind onverkort nakomen.   Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 35,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 50,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang op 30 juni 2006.