Onlangs publiceerde het ministerie van SZW de nieuwste versie modelrapporten dagopvang, BSO, peuterspeelzaal, gastouder en voorziening voor gastouderopvang (versie juli 2017).
Toezichthouders gebruiken de modelrapporten tijdens inspectiebezoeken om te toetsen of locaties aan de regels voldoen en of de kwaliteit van de kinderopvang in orde is. Hiervoor gebruiken zij modelrapporten die per opvangsoort zijn opgesteld. In het inspectierapport geeft de toezichthouder zijn bevindingen en de beoordeling weer.
Voordat de toezichthouder het rapport vaststelt, stuurt de toezichthouder het ontwerprapport aan de houder en kan de houder hierop reageren. Daarna maakt de toezichthouder het definitieve rapport op en stuurt dit aan de houder. Uiterlijk drie weken na het vaststellen van het definitieve rapport wordt het rapport openbaar gemaakt en gepubliceerd in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen.
Op grond van het inspectierapport kan de gemeente overgaan tot handhaving. De houder van een kindercentrum moet de ouders en de werknemers informeren over het inspectierapport. Dit kan door het rapport op de website van de kinderopvangorganisatie te plaatsen, op een makkelijk vindbare plaats. Beschikt de houder niet over een eigen website, dan moet de houder het rapport op een makkelijk vindbare plaats op de locatie ter inzage leggen. De houder moet het inspectierapport ook bespreken met de oudercommissie. Ieder half jaar bekijkt de GGD of deze modelrapporten moeten worden aangepast.
De nieuwste versie modelrapporten vindt u op Rijksoverheid.nl.