Eind mei hebben de werkgeversorganisaties en vakbonden afspraken gemaakt over een nieuwe cao Kinderopvang.
Afgesproken is dat er een onderzoek komt naar het gebruik van de niet-groepsgebonden uren in de kinderopvang. Het onderzoek moet duidelijk maken welke taken van een pedagogisch medewerker wel en niet onder de niet-groepsgebonden uren moeten worden gerekend. In het huidige cao-akkoord is een ondergrens van 37,5 uur afgesproken per medewerker per jaar voor het aantal niet-groepsgebonden uren per pedagogisch medewerker per jaar.
Daarnaast krijgen kinderopvang medewerkers in twee jaar tijd een structurele loonsverhoging van 5,25 procent. Die bestaat uit een loonsverhoging van 2,25 procent op 1 juli 2018 en één van 3 procent op 1 januari 2019. In juli 2018 ontvangen werknemers een eenmalige uitkering van 185 euro (op basis van fulltime).
Over de flexibele inzetbaarheid van werknemers zijn ook afspraken gemaakt. Uit onderzoek bleek dat pedagogisch medewerkers veel meer dagen beschikbaar moesten zijn dan in hun contract was staat. In de nieuwe cao is nu vastgelegd dat werknemers maximaal één dag extra beschikbaar hoeven te zijn naast hun contractueel vastgelegde werkdagen. Deze dag moet de werkgever met de werknemer afspreken. Roosters moeten minimaal twee weken van te voren bij werknemers bekend zijn.
Nu mogen leden van de Brancheorganisatie Kinderopvang, de Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang en de vakbonden FNV, CNV en De Unie stemmen op het cao-akkoord. Als zij instemmen, gaat de cao met terugwerkende kracht in vanaf 1 januari 2018. De looptijd is twee jaar, dus tot en met 31 december 2019.
Lees het hele resultaat van de onderhandelingen.