De GGD constateerde bij herhaalde bezoeken tekortkomingen bij het kinderdagverblijf. Het kinderdagverblijf moest actie ondernemen om de tekortkomingen op te lossen.
Maar bij een volgend bezoek bleek dat de opvanglocatie de opgelegde maatregelen niet of niet volledig had uitgevoerd.
Daarop heeft de GGD het College van B&W (burgemeester en wethouders) geadviseerd de opvang te dwingen om alsnog de gevraagde voorzieningen te treffen. Omdat het kinderdagverblijf de opgelegde maatregelen niet afdoende uitvoerde, heeft het College van B&W besloten het kinderdagverblijf per direct te sluiten.
Wat kunt u als ouder doen als de opvang per direct wordt gesloten?
Ouders kunnen direct een andere opvang zoeken. Soms werkt de gesloten organisatie actief mee aan het zoeken van een alternatief. De kinderopvangorganisatie is echter niet verplicht dit te doen.
Als de opvang is gesloten kunnen ouders proberen om betalingen te laten terugboeken. U moet in ieder geval de automatische betaling stopzetten.
Voor de opvang die de ouders al hebben betaald, maar die zij niet meer kunnen afnemen (of: die de opvang niet meer levert), zijn zij gewone schuldeisers en kunnen ze het geld terugeisen.
Als de opvang definitief is gesloten hoeven ouders de opvang niet op te zeggen. Wanneer het niet duidelijk is of het om een tijdelijke of definitieve sluiting gaat, is het beter om op te zeggen. Daarbij hoeven de ouders geen opzegtermijn aan te houden, omdat de opvang in gebreke blijft. Het is verstandig om contact op te nemen met de gemeente of de GGD om meer concrete informatie te krijgen over de sluiting, bijvoorbeeld of het een tijdelijke of blijvende sluiting betreft. In principe kan een kinderopvangorganisatie weer open als de organisatie kan aantonen dat zij voldoet aan alle wettelijke eisen.
De oudercommissie kan een informatieavond voor ouders beleggen en de directie vragen om op die avond aan de ouders uitleg te geven.