Diabetes in de kinderopvang

Pedagogisch medewerkers mogen kinderen met diabetes insuline toedienen, wanneer zij daar zelf geen bezwaar tegen hebben. Het mag niet in opdracht van de werkgever gebeuren.

Dat blijkt uit een verkenning van de ministeries van OCW en VWS, uitgevoerd in opdracht van minister Asscher van SZW. Kinderen met diabetes zouden dus kunnen worden opgevangen in de reguliere kinderopvang.

Om de toegang voor kinderen met diabetes tot de kinderopvang te bevorderen hebben de ministeries een verkenning uitgevoerd. Hieruit komt naar voren dat een handeling, zoals het toedienen van insuline, niet als voorbehouden handeling hoeft te worden aangemerkt, wanneer deze handeling niet beroepsmatig wordt uitgevoerd. Voorbehouden handelingen zijn risicovolle, medische handelingen die alleen door bevoegde zorgverleners mogen worden uitgevoerd. Onder bepaalde voorwaarden mag een pedagogisch medewerker deze handelingen wel uitvoeren.

Daarbij is van belang dat:

  • er sprake is van een vrijwillige basis (de pedagogisch medewerker heeft niet de opdracht gekregen om deze handeling te verrichten, ouders kunnen er om vragen);
  • er goede afspraken met de ouders zijn gemaakt;
  • de handeling niet wordt verricht in opdracht van de werkgever.

Uit de praktijk blijkt dat kinderopvangorganisaties en ouders zelf ook tot goede oplossingen komen door bijv. het inzetten van wijkverpleegkundigen of dichtbij zijnde huisartsen, personen uit de omgeving die ervaring hebben met diabeteszorg of de ouder die zelf oproepbaar is. Kinderen vanaf 8 jaar die naar de BSO gaan zijn meestal zelf in staat om goed aan te geven wanneer er iets mis dreigt te gaan, of zij kunnen zelf de diabeteshandelingen doen.

Daarentegen stelt minister Asscher ook vast er dat niet voor alle gevallen een oplossing is. Het komt voor dat een kinderopvangorganisatie een kind met diabetes weigert omdat zij de risico’s te groot achten (aansprakelijkheidsverzekering dekt dit bijv. niet) en/of omdat de opvang van het kind met diabetes te veel van de organisatie vergt.

Als de kinderopvangorganisatie een kind met diabetes weigert of de overeenkomst opzegt, moet de organisatie dit wel goed beargumenteren. Wanneer de risico’s zeer beperkt zijn en de extra inspanning van de organisatie gering is, kan de weigering als niet redelijk of billijk worden beschouwd.

Als ouders en de kinderopvangorganisatie er niet uit komen, kunnen zij het weigeren of het opzeggen van de overeenkomst voorleggen aan de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen, die daarover een (bindende) uitspraak kan doen.

  • 1 februari 2017
  • Nieuws